Saturday, September 08, 2007

De weg naar de vrijheid loopt via de splitsing van België















De Belgische staat lijkt wel op zijn grondvesten te daveren in het licht van de huidige politieke crisis. Titels zoals informateur, formateur en bemiddelaar alsook oude krokodillen die het land moeten redden zijn nagenoeg opgebruikt. Rots in de branding voor het Belgisch Koninkrijk blijkt “verkenner” Herman Van Rompuy te zijn. Indien ook hij faalt, lijkt de toekomst onzeker voor de Belgische staat. Tenzij een tripartite nog een respijt geeft, maar dan volgt de nekslag in 2009.

De Standaard doet reeds een interessante oefening die moet schetsen hoe een splitsing praktisch zou verlopen, en figuren zoals Marc Reynebau worden gretig opgevoerd om te waarschuwen voor de grote hindernissen. Net zoals nog altijd de meerderheid van de Vlamingen lijkt ook De Standaard niet erg happig op het einde van België. Grotendeels vanuit een conservatieve reflex. Een gezonde en terechte reflex overigens. Politieke revoluties en grote veranderingen moet men sceptisch bekijken.

De Belgische staat is peperduur

Niettemin zouden de hindernissen en kosten van het niet-splitsen van het land wel eens hoger kunnen uitvallen dan die van de splitsing. Dat komt vooral door ongelooflijke kosten die de Belgische staat met zich meebrengt. Volgens een onderzoek van de ECB bedraagt de input-efficiëntie van de Belgische staat slechts 66%, waarover Trends bericht.

Dat geeft het percentage aan van de overheidsmiddelen die niet worden verspild. België scoort daarbij onder het Europees gemiddelde van 79%. Buurland Luxemburg haalt zomaar even 100%. Luxemburg, voorwaar een voorbeeld.

Volgens dit weliswaar gecontesteerd onderzoek verspilt de Belgische staat dus zomaar even 34% van haar middelen. Ook als de situatie niet zo dramatisch zou zijn als deze cijfers weergeven, is het voor iedereen duidelijk dat onze overheid niet het toonbeeld van efficiëntie is, om het zacht uit te drukken. Dat de hoofdoorzaak daarvan niet enkel de welvaartstaat is, die immers ook in andere Europese landen bestaat, maar in de eerste plaats de kost van de compromissen van Jean-Luc Dehaene en andere loodgieters, is duidelijk.

België kost dus te veel. Veel te veel. Zoveel dat de kost om het land niet te splitsen hoger uitvalt dan de grote inspanning die nodig zal zijn om het land op een ordelijke manier in twee of drie delen op te delen.

Burgers willen de splitsing

Dat laatste is niet langer een taboe. 40 tot 45% van de Vlamingen is op dit moment volgens verschillende peilingen voorstander van een splitsing. Een extreem hoog percentage voor zo’n radicale ingreep. De reden is duidelijk. De burger ziet in dat België bijeenhouden een verschrikkelijk hoge prijs vergt. Ook de internationale media zien er heil in: het meest gezaghebbende magazine ter wereld, “The Economist”, pleit voor een splitsing van het land: Belgium, time to call it a day. Sometimes it is right for a country to recognise that its job is done.

De financieringswet ondermijnt België

En dan is er nog dat ene in het publieke debat onderbelichte aspect van de Belgische kwestie: de financieringswet. De regeling die de verdeling van de middelen onder federatie en deelstaten voorziet. De versie van 1989 werd in 2001 met het Lambermont-akkoord aangepast. Het noodlijdende Franstalig onderwijs kreeg handenvol geld, en als tegenprestatie kreeg ook de Vlaamse deelstaat er enorm veel middelen bij. Met als gevolg dat de deelstaten op dit moment zwemmen in het geld. Zelfs de PS-regeringen in Franstalig België slagen erin om een begroting in evenwicht te bereiken, wat als ultiem bewijs kan gelden. Tegelijk komt het water aan de lippen van de federale overheid. En daar wringt het schoentje.

De federale overheid heeft immers vitale schulden aan de Belgische burger. Pensioensschulden en sociale zekerheidsschulden. Veel van het geld dat de Belgische belastingsbetaler hiervoor heeft bijgedragen aan de federale overheid wordt doorgestort naar de deelstaten. Waar het op hooghartige wijze verspild wordt aan zaken waar de burger niet om gevraagd heeft, maar die wel snel electoraal gewin opleveren voor politici, zoals gratis openbaar vervoer voor 65-plussers.

Even recapituleren: de Belgische staat rooft jaarlijks 49% van de rijkdom van haar onderdanen. Daarmee heeft België de derde hoogste belastingsdruk ter wereld, na Zweden en Denemarken. 34% van die middelen wordt echter verspild, en de voornaamste reden hiervoor is de hoge kost van de compromissen om Vlamingen en Franstaligen bijeen te houden in één staatsentiteit. En passant worden nog eens de meest vitale zaken in tijden van vergrijzing, zoals pensioenen en sociale zekerheidsuitkeringen, verwaarloosd, door gelden hiervoor bedoeld door deelstaten te laten uitgeven aan zaken die de burger niet nodig heeft. "Ceci n’est pas un parfum de crise", zoals Magritte het aan Francis Delpérée zou uitdrukken om eigenlijk te bedoelen: "ceci est une crise de système". De Koning bindt zich beter goed vast aan zijn troon.

Een internationale stijging van de rente kan de nekslag aan België geven

We durven nauwelijks een voorspelling te maken wat er gebeurt indien ook het internationale aspect om de hoek te kijken. De subprime-crisis heeft in de V.S. de vastgoedluchtbel doorprikt die door de Federal Reserve was gecreëerd om de pijnlijke gevolgen van de vorige uiteengespatte internetluchtbel van 2000 te helpen uitstellen. Het is nog niet duidelijk wat de reactie van de Fed en de ECB op deze subprime-crisis zal zijn, maar duidelijk is dat er veel verzet is om opnieuw artificieel de rente lager te sturen.

Bovendien kan de Fed ook niet oneindig crisissen blijven oplossen door geld bij te drukken, want dan komt de dollar, die nu al in vrije val lijkt, helemaal onder druk als reservemunt voor de wereld. Bij gebrek aan alternatief, en met een overvloed aan overheden die maar al te graag de eigen munt de dieperik in helpen door geld bij te drukken, kan de dollar zijn positie sowieso nog een tijd houden, maar zeker is dat artificieel de rente verlagen niet zo makkelijk meer zal kunnen als in de jaren ’90. The party is over.

De jaren ’90: de jaren van Dehaene, die door belastingsverhogingen en - beperkte – besparingen en privatiseringen het Belgische overheidstekort van 130% verminderde. De jaren waarin hij hierbij geholpen werd door de lage rente. Die dus meer dan waarschijnlijk zal stijgen in de komende jaren. En wel eens de trigger zou kunnen worden om het ultieme zetje tegen de Belgische constructie te geven. Bij rentestijgingen kan de federale overheid het wel helemaal schudden, wil het de interesten op de nog steeds zeer hoge staatsschuld voldoen.

Kleine staten zijn rijke staten

Een vereenvoudiging van de instellingen om zo de kost van de instellingen te verminderen is de enige oplossing voor dit alles. Theoretisch kan een nieuw unitarisme hiervoor zorgen. Politiek is dit echter niet haalbaar. Enkel een splitsing lijkt voor de zo noodzakelijke fundamentele vereenvoudiging en dus grote kostenbesparing te kunnen zorgen.

En eigenlijk is dit logisch. Grote staten zijn log en duur. Kleine staten, op maat van de volkeren die er wonen, zijn meer wenselijk. Dat toont alvast een onderzoek aan van economen Spolaore en Alesina. Kleine staten zijn rijke staten, zo stellen ze.

Zoals Frans Crols in dit bijzonder lezenswaardig pleidooi voor een onafhankelijk Vlaanderen de twee economen Spolaore en Alesina citeert, mag het duidelijk zijn dat hun analyse perfect op de Belgische kwestie kan worden toegepast:

"De kosten van de heterogeniteit/rommeligheid van een land kunnen dermate hoog oplopen dat de burgers van een homogener subgedeelte besluiten de kosten te drukken door samen een lower cost country te stichten gebaseerd op meer samenhang, meer sociaal kapitaal, beter overleg, minder ruzie, minder tijdverlies."

Kleine staten zijn open multiculturele staten

Kleine staten zijn rijke staten, maar kleine staten zijn ook open staten. Een onafhankelijke republiek Vlaanderen zou geen bekrompen land zijn, maar zou zich integendeel als huidig centrum van Europa nog meer naar buiten kunnen openen. Allereerst door de vennootschapsbelasting te verlagen zoals in Ierland is gebeurd. Op dit moment is Ierland hierdoor het tweede rijkste land ter wereld (per capita ), en is het meer en meer een multiculturele smeltkroes aan het worden.

Een onafhankelijk Vlaanderen zou ook de politieke mogelijkheden geven om uitkeringen te beperken in de tijd en een aantal andere rationaliseringen door te voeren, die het fenomeen van de uitkeringsmigratie, zoals Derk-Jan Eppink dit noemt, aanpakken. Dat dit het samenleven en de integratie ten goede zou komen, omdat er bijvoorbeeld geen Marokkaanse bejaarden meer zouden komen via gezinshereniging om hier van hun oude dag te genieten op kosten van de Belgische sociale zekerheid, is al te duidelijk. In een vrij land is migratie een wezenlijk en welkom onderdeel van de samenleving, maar komen en gaan migranten enkel in de mate dat dit economisch draagbaar is.

Situaties zoals nu in België, waar op aansteken van de PS mensen in sociale getto’s en werkloosvallen afhankelijk worden gehouden, zouden in een kleinere staat moeilijker houdbaar zijn. Wie voor integratie is, moet dus het land kleiner willen maken.

Een splitsing en een onafhankelijk Brussel zijn praktisch mogelijk

De vraag dringt zich dan op hoe de Belgische splitsing dan concreet moet verlopen. Onvermijdelijk wordt de Vlamingen dan weerspiegeld dat “wij” (de Vlamingen) Brussel zouden verliezen. Dit is een sofisme van formaat. Brussel ligt naast Vlaanderen en zal dat altijd blijven. Het is nu reeds sociologisch een ander land, maar dat belet niet om er naar toe te gaan en er economisch mee verweven mee te zijn.

Vlamingen zullen niet slechter af zijn indien Brussel een onafhankelijke staat wordt. Een onafhankelijk Brussel zou in de eerste plaats op zoek moeten naar inkomsten. In de eerste plaats zou dan het peperdure Brusselse systeem van besturen worden hervormd. Gedaan met de opdeling Gewest – VGC – Cocof - GGC. Eén bestuur. Gedaan ook met bepaalde baronietoestanden die in gemeenten bestaan. Gedaan wellicht ook met de overbelasting van het Brusselse wegennet, dit door het invoeren van een “congestion charge” zoals in Londen of Milaan. Eventueel kan een belasting worden ingevoerd voor buitenlanders die er werken (Vlamingen, Europese ambtenaren), maar Brussel zal niet zover kunnen gaan als het wil, want vitale infrastructuur voor Brussel ligt op Vlaams grondgebied (luchthaven, ring, spoor) en Europese ambtenaren kunnen perfect verhuizen naar Straatsburg of ergens anders indien Brussel zijn hand overspeelt. Vlaamse Brusselaars zouden daarom ook moeten worden gerespecteerd, en misschien zijn ze door een onafhankelijk Brussel wel beter af, zoals Vlaamse Brusselaar André Monteyne schrijft in “De stadstaat Brussel en de Vlamingen”.

Andere issues zouden de minderhedenproblematiek zijn (de Franstaligen in de rand), de verdeling van de diplomatieke assets van België en de verdeling van de staatsschuld. Geen makkelijke zaken, maar er is een compromis over mogelijk.

Luxemburg is het voorbeeld

Luxemburg is kleiner dan Brussel, en heeft ook Europese instellingen. Luxemburg is klein, rijk (het rijkste land ter wereld per capita), een belastingsparadijs. Luxemburg is een voorbeeld voor Brussel, Wallonië en Vlaanderen. Een opsplitsing van het land in twee (Vlaanderen en rest-België met Wallonië en Brussel) of drie delen (Vl-Wal-Bru) zou tot meer fiscale competitie aanleiding geven (de beroemde “race to the bottom”: minimaal betalen aan de overheid voor maximale dienstverlening), tot meer verantwoordelijk bestuur dicht bij de burger, tot het einde van de macht van de corrupte PS, die veel Vlaams geld zou verliezen.

In Wallonië zou de verticale as Waals-Brabant-Namen-Luxemburg het laken naar zich toe halen en eindelijk de broodnodige hervormingen doorvoeren die nodig zijn voor de oude industriebekkens in het Westen en het Oosten van het land. De verzwakte PS zou enkel kunnen toekijken hoe haar macht ineenstort, haar pionnen worden berecht en de burgers van Wallonië zich bevrijden van haar verstikkende wurggreep om zo op langere termijn tot een tweede Luxemburg uit te groeien.

Misschien zouden Brussel en Wallonië als rest-België wel samen voortdoen. Het lijkt mij vanuit de redenering van Spolaore en Alesina geen goede zaak voor hen, maar ook dat zou al een verbetering zijn ten opzichte van de huidige situatie.

Op naar de splitsing van Vlaanderen

In Vlaanderen zou de nieuwe grote uitdaging zijn om fors te gaan snijden in het ambtenarenapparaat en het oerwoud aan Vlaamse regelgeving. Dat ook Vlaanderen bovendien beter af zou zijn met kleinere gedecentraliseerde entiteiten, is zeker. West-Vlaanderen, stad Antwerpen en Limburg vormen als Vlaamse regio’s waar een sterke eigen identiteit bestaat evidente kandidaten hiervoor. Is het niet voor volledige onafhankelijkheid, dan misschien als vennootschapsbelastingsvrije zones. Na de splitsing van het land geldt: “l’imagination au pouvoir”.

Last but not least zou de splitsing van ons land ook een mokerslag zijn voor diegenen die de Europese Unie willen doen evolueren naar een corporatistische superstaat waar overregulering en bureaucratisering aan de orde van de dag zijn en een artificieel Europees semi-racistisch natiegevoel wordt gepropageerd gericht tegen onze Amerikaanse vrienden en Aziatische handelspartners. Een opsplitsing van de macht in het hart van de Europese Unie zou een mooie stap vooruit zijn op weg naar een vrije wereld met kleine als bedrijf bestuurde staten die vrij handel drijven in vrede.

No comments: