Na de uitslagen van de referenda in Frankrijk en Nederland is Turkije de volgende uitdaging die eurocentralisten zullen het hoofd moeten bieden om hun fundamenteel on-Westers project van machtscentralisatie te verwezenlijken.
Turkije voldoet formeel aan de toetredingscriteria die de EU stelt. Zo heeft Turkije eind juli de bestaande associatieovereenkomst met de EU van toepassing verklaard op de tien nieuwe EU-lidstaten, en dus ook op Cyprus. Volgens de EU-procedure kunnen de officiële toetredingsonderhandelingen op 3 oktober dus starten. Tegelijk bracht Turkije eind juli echter ook een eenzijdige verklaring uit dat het de staat Cyprus niet erkent.
Een door EU-voorzitter Groot-Brittanië voorgestelde verklaring ten aanzien van Turkije werd door Cyprus bevonden als niet streng genoeg. De Cyprioten moeten dus nog over de streep worden getrokken, en dan kunnen de toetredingsonderhandelingen beginnen.
Of toch niet? Want één klein detail belemmert de Europese regeerders dan nog in hun doen en laten: de geregeerden. Volgens een Duitse peiling is nog maar 22 % van de Europese bevolking voorstander van een Turkse toetreding.
Met andere woorden, 22% van de Europese bevolking wenst niet geregeerd te worden door een supranationale organisatie met als belangrijkste lid een staat die een traditie heeft van centralistisch dirigeren (maar op dat vlak heeft de EU niet veel advies te krijgen van de Turkse Staat), en waarbij mensenrechten niet worden gezien als fundamenteel en heilig, maar eerder als een vreemd gebruik uit een andere cultuur.
In Turkije zelf is het enthousiasme voor de toetreding ook al niet overweldigend. De steun ervoor bedraagt nu nog 63 %, en komt eigenlijk van 73 % vorig jaar. En gelijk hebben de Turken die niet willen toetreden. Vrijhandel heeft Turkije nu reeds met de EU. Een toetreding betekent onderwerping aan de welvaartsvernietigende Europese regulering, die niet enkel van de wetgevende instanties afkomstig is, maar ook van het Europese Hof van Justititie. Dat wendt zijn bevoegdheid om de regels voor de ene markt te harmoniseren al te grof aan om die harmonisatie te bewerkstelligen die de meest strikte regulering inhoudt. Als Turkije toetreedt, zal de Europese overregulering er voor forse prijzenstijgingen zorgen, net zoals dat gebeurd is in de nieuwe Oost-Europese lidstaten.
Een Turkse toetreding zou door de eurocraten opnieuw aangewend worden om een verhaal te verdedigen dat daarom nog meer centralisering nodig is, en dat het makkelijker moet worden om wetten te maken die de burger onderwerpen, net zoals bij het gehele project van Europese Grondwet het geval was. Of liever is, want op slinkse manier worden zoveel mogelijk provisies van dit document gerealiseerd, of de burger nu “neen” stemde of niet. Op onwettige wijze wordt bijvoorbeeld geld uitgetrokken voor een ruimte-agentschap.
De Eurocraten zijn zich bewust van het gevoel van crisis waaronder de EU lijdt. Niettemin stellen zij dezer dagen alles in het werk om nog zoveel mogelijk macht naar het gevaarlijk leerling-tovenaarsproject dat de EU is over te hevelen. Op het vlak van defensie-harmonisatie zijn het, wars van alle officiële eurosceptische retoriek van de Britse regering, toch diezelfde Britten die de beslissende stap zetten om defensiesamenwerking met de VS op te zeggen en integendeel voor de EU te kiezen. Daarover, en over het feit dat de EU militaire samenwerking opzet met China via Rusland, werd de laatste maanden uitvoerig bericht op de weblog www.eureferendum.blogspot.com.
Het gevoel van verhevenheid boven het gewone volk dat de eurocraten lijkt te kenmerken is fundamenteel tegengesteld aan de diepgewortelde Westerse traditie van juridische concurrentie, bestuur dicht bij de burger en aansprakelijkheid van bestuurders. De grootscheepse centralisatie van macht in Europa is in relatief korte tijd gebeurd, door misleiding van de Europese burger, maar de eurocraten onderschatten deze burger als zij denken daarmee weg te komen. De Unie mag juridisch gesproken dan wel de hoogste macht hebben, moreel bezit het daarvoor geen enkele legitimiteit.
De eerste aanzet van de tegenbeweging is met de referenda in Frankrijk en Nederland al gegeven. Frankrijk zal daarom ver gaan om de Turkse toetreding tegen te houden. Wellicht komt er een referendum over in Frankrijk, dat bijna zeker op een “non” uitdraait. Daarom zal Turkije wellicht niet toetreden. Een nieuwe nederlaag voor de eurocraten die hen al wat meer zal doen beseffen dat de legitimiteit van de Unie langzaam maar zeker afbrokkelt.