Gepubliceerd op DDS
Door het principe van
open grenzen te hanteren als een excuus om de inmenging van de EU te handhaven
ondermijnt de Europese Commissie net wat ze zou moeten verdedigen.
Hoewel het reeds lang bekend is dat de beperkingen van het
vrije verkeer van Roemeense en Bulgaarse werknemers wegvallen vanaf 1 januari,
komt er pas nu reactie uit politieke hoek. Wellicht tekenend voor de manier
waarop de Europese Unie werkt.
Dat opengrenzen-beleid is op zich een goede zaak. Soms is er
echter ongelijke toepassing van allerlei sociale regelgeving. Zo lijdt de
Belgische bouwsector lijdt
onder wat het “oneerlijke concurrentie” noemt. 17 procent van de bouwbedrijven
heeft al mensen moeten ontslaan omdat ze opdrachten verloren aan een goedkoper
buitenlands bouwbedrijf. Het probleem is naar verluidt dat er geen degelijke
controle mogelijk blijkt op het al dan niet betalen van sociale zekerheidsbijdragen
in het land van oorsprong. Daarbovenop zijn er ook de gekende problemen van detacheringsfraude
en schijnzelfstandigheid.
Gooien we de grenzen dan maar beter dicht? Uiteraard niet.
Die geschoolde Oost-Europese bouwvakkers die voor relatief lage lonen komen
werken in West-Europa zorgen er net voor dat heel wat gezinnen zich nog een
eigen woonst kunnen veroorloven, ondanks de vreselijke regelbrij,
subsidiecultuur en kunstmatige schaarste aan bouwgrond die de vastgoedprijzen
de hoogte in hebben gejaagd.
Toch zou er een noodrem moeten zijn. Als het nu eenmaal niet
mogelijk blijkt om oneerlijke concurrentie voldoende uit te schakelen of om
uitkeringstoerisme een halt toe te roepen, zouden lidstaten de mogelijkheid
moeten hebben om het vrij verkeer van werknemers te beperken. De Britse Premier
Cameron stelt voor
om toe te laten aan lidstaten om vrije migratie te beperken ten aanzien van een
lidstaat waarvan het gemiddeld inkomen ver onder het Europees gemiddelde ligt.
De Roemeense Minister Mariana Campeanu antwoordde
daarop:
“Roemeense burgers dragen sterk bij tot het BBP in het
Verenigd Koninkrijk en veel van die mensen zijn jong en hebben goede
kwaliteiten, dus het Verenigd Koninkrijk zou dankbaar moeten zijn dat veel van
die mensen er komen leven.”
Vaak is dat inderdaad zo. Het is geen toeval dat – ook
volgens haar – Roemenië op dit moment een tekort heeft van 20.000 medisch
geschoolden. Maar het kan niet als excuus gelden om niets te doen aan de
bekende pijnpunten.
Er zijn perfect oplossingen mogelijk om vrij verkeer van werknemers
in goede banen te leiden. Alleen worden
die oplossingen tegengewerkt door de Europese Commissie. Het Verenigd
Koninkrijk bijvoorbeeld heeft een sociaal model waarbij uitkeringen meestal niet
gelinkt zijn aan het betalen van sociale bijdragen, maar aan het hebben van een
bepaalde nood. Wat zien we echter wanneer Groot-Brittannië een “verblijfsrecht-test”
wil invoeren voor EU-burgers die er een uitkering aanvragen? Dan begint de
Europese Commissie een rechtszaak, omdat Britse burgers vrijgesteld zijn van
die test.
Verleden maand schreven
16
Duitse steden een brief naar Kanselier Merkel met de waarschuwing dat ze
een toevloed van Roemenen en Bulgaren na 1 januari niet aan zouden kunnen en
daarvoor miljoenen euro’s zouden nodig hebben. The Times specifieert dat ze vooral de komst van sommige leden van
de Roma – minderheid vrezen,
een specifieke uitdaging opnieuw. In Berlijn bijvoorbeeld zou
het aantal uitkeringsaanvragen door Roemenen en Bulgaren met 38 procent
gestegen zijn tussen 2011 en 2012. Niettemin stelde
de Europese Commissie in een rapport in oktober dat door de toevloed van
burgers uit die twee lidstaten er helemaal geen extra druk op het Duitse
sociaal systeem ontstond, wat de Duitse Minister van Binnenlandse Zaken
Friedrich er dan weer toe leidde om de Commissie met het predicaat “onwetend”
te betitelen.
Uitkeringstoerisme is in het Verenigd Koninkrijk een
beperkt probleem, en een land als Duitsland kan het gerust aan om bepaalde
specifieke problemen met specifieke migranten op te vangen, maar dan mogen ze
wel niet gedwarsboomd worden door één of andere bizarre interpretie van “vrij
verkeer” die op ambtelijk EU – niveau wordt gehuldigd. Geen zinnig mens zal het
recht om in het buitenland te gaan werken gelijkstellen aan het recht om op
andermans kosten in het buitenland in een hangmat te gaan leven. Toch schijnt
de Europese Commissie op een andere planeet te leven.
Toen Nederland, Duitsland, Oostenrijk en Groot-Brittannië in
april van dit jaar voorstelden
om de Europese regels aan te passen om uitkeringstoerisme tegen te gaan en de
Britse Premier Cameron zei dat hij de
“iets-voor-niets – cultuur” wilde beëindigen, reageerde
Europees Commissaris László Andor, die niet toevallig een diploma van de “Karl
Marx Universiteit” in Boedapest op zak heeft, dat er “een risico bestaat om toe
te geven aan bekrompen xenofobie”.
Het nieuwe pleidooi van Nederlands Vicepremier Lodewijk
Asscher, de Duitse Minister van Binnenlandse Zaken Hans-Peter Friedrich en opnieuw Cameron schijnen evenmin veel indruk te maken in Brussel.
Europees Commissaris Viviane Reding, die
Friedrich in oktober nog beschuldigde van “biertent –
commentaar” in een discussie over dit thema, kwam deze week eindelijk op de
proppen met een antwoord aan de vier landen,
nota bene minder dan een maand voor de grenzen opengaan. Zij stelt voor om een
handboek op te stellen om lokale autoriteiten te helpen om schijnhuwelijken op
te sporen alsook richtlijnen over wat als vaste residentie moet worden beschouwd
wat dan het recht op uitkeringen moet bepalen. Dat is een zoveelste
EU-inmenging in nationaal beleid. Ook wil ze meer informatie geven aan
lidstaten over de regels van vrij verkeer en wil ze dat er meer geld gaat naar
het “Europees Sociaal Fonds”, deel van de spilzuchtige en schandaalgevoelige Europese begroting.
Geen woord over het mogelijk aanpassen van Europese richtlijnen zoals die over
het “recht op gezinshereniging” of die over
het “vrij verkeer en verblijf”.
De reactie was dan ook niet positief. De
Britse regering zei “zeer ontgoocheld” te zijn. De Duitse
Minister van Binnenlandse Zaken Friedrich reageerde: “debatten
lanceren of brochures maken volstaat niet”. Hij had er eerder mee gedreigd dat als de Commissie
niet zou ingaan op de bezorgdheden, “we samen zullen werken buiten de
structuren van de EU om zo een multilaterale oplossing te vinden”.
Dat hoeft niet nodig te zijn. In de
EU-Verdragen verbinden de lidstaten zich er toe de grenzen te openen, wat
fundamenteel een heel goed idee is. De uitvoeringsrichtlijnen die allerlei
beperkingen opleggen aan lidstaten om die open grenzen in goede banen te leiden
zijn daarentegen het probleem. Met Open Europe doen we hier een paar voorstellen om die aan te passen, maar kort gezegd zou de EU zich
ver moeten houden van welke inmenging in sociaal beleid dan ook. Het is te gek
voor woorden dat bijvoorbeeld het al dan niet ontvangen van kinderbijslag door
EU-regels wordt beïnvloed, onder het voorwendsel dat men anders niet echt vrij
zou kunnen gaan werken in een andere lidstaat. Discriminatie is het ongelijk
behandelen van personen in een gelijke situatie en het gelijk behandelen van
personen in een ongelijke situatie. Dat iemand die nooit belastingen heeft
betaald in Nederland geen recht heeft op Nederlandse uitkeringen is evident en
dat heeft niets met open grenzen en nog veel minder met de EU te doen.
Door hun starre houding en bemoeizucht
ondermijnen Europese Commissarissen het mooie principe uit het EU-Verdrag dat
men moet kunnen gaan werken of leven in een ander land. Door lidstaten te
verhinderen om op te treden tegen beperkte fenomenen als oneerlijke
concurrentie en uitkeringsmisbruik, zorgen ze ervoor dat de waardevolle
bijdrage van medisch personeel, bouwvakkers, schoonmakers, IT’ers en allerlei
andere dienstverleners uit het buitenland terechtkomt in een sfeer van
verdachtmaking en negativisme.