Gepubliceerd op Knack.be en Elsevier
Het Britse Parlement gaf verleden week eindelijk meer duidelijkheid over welke aanpassingen het precies wil aan het Brexit-uittredingsakkoord dat de Britse Premier Theresa May met de andere Europese lidstaten afsloot in november.
Er is weinig controverse over het feit dat er een zogenaamde “transitieperiode” komt, vanaf 29 maart 2019 tot ten laatste einde 2022. Gedurende die tijd geniet het Verenigd Koninkrijk volledige toegang tot de Europese interne markt op voorwaarde dat het echter ook alle EU-regels overneemt zonder er over te kunnen stemmen. Nog belangrijker is dat de Britten dan ook dezelfde douanetarieven zullen blijven opleggen als de EU. Dat voorkomt dat douanecontroles nodig zijn in Noord-Ierland.
Tenzij er tegen 2023 iets alternatief is overeengekomen, voorziet het uittredingsverdrag dat er een zogenaamde “backstop” of terugvaloplossing in werking treedt. Die houdt in dat het VK vanaf dan vrij regels kan beginnen wijzigen, en ook markttoegang verliest, maar wel nog steeds het douaneregime van de EU volgt, wat betekent dat het ook geen eigen handelsbeleid kan voeren.
Een meerderheid in het Britse Parlement wil nu dat die “backstop” wordt vervangen door “alternatieve arrangementen”. Het is nog onduidelijk wat dat in de praktijk precies betekent, maar de doorn in het oog is in elk geval dat er geen einddatum is bepaald over hoe lang die backstop – status dan wel zal duren. Concreet betekent dit dat de Europese Unie geen veto mag hebben over wanneer het VK een eigen handelsbeleid kan gaan voeren. Ook Labour – leider Jeremy Corbyn heeft hier grote problemen mee. Hij zei daarover: “Het zou de eerste keer in de Britse geschiedenis zijn een Verdrag overeen te komen dat we niet zouden kunnen opzeggen”.
Zijn de Britten irrationeel om de EU ervan te verdenken hen in die “backstop”- status te willen houden? Verschillende EU leiders beweren dat het sowieso niet de bedoeling is dat dit een permanente status wordt, ook al omdat dit juridisch niet mogelijk is via het artikel 50 van het EU-verdrag. Dan kan niet gebruikt worden om een permanente handelsrelatie vorm te geven.
Het lijkt er op dat die vrees niet zo ongegrond is. De Ierse Minister van Buitenlandse Zaken, Simon Coveney, stelt dat “de backstop kan worden vervangen door alternatieve arrangementen, zolang die werken [om een harde grens in Noord-Ierland te vermijden]. Tegelijk stelde hij echter eveneens dat er “geen geloofwaardige alternatieve arrangementen bestaan” in die zin. Met andere woorden: Ierland – en met Ierland de rest van de Europese Unie – wil dat het Verenigd Koninkrijk, de vijfde grootste economie ter wereld, nooit meer een eigen handelsbeleid kan voeren. Het zal dan – net zoals Turkije op dit moment trouwens ook, grotendeels – geen eigen handelsbeleid kunnen voeren. Als de EU bijvoorbeeld een akkoord zou afsluiten met de V.S. of China betekent dit dat de vrijere toegang voor Amerikaanse of Chinese ondernemingen tot de EU ook zal gelden voor de Britse markt, maar dat de Britten niet automatisch de extra toegang zullen genieten die Europese bedrijven krijgen. Het VK zal formeel geen mogelijkheid hebben om zulke handelsgesprekken te blokkeren of te beïnvloeden.
Men kan veel willen, maar hoe realistisch is dit?
De Franse President Macron heeft er bovendien reeds mee gedreigd de Britten in die “backstop” te houden, tenzij er snel een akkoord komt over visserij.
Het uittredingsverdrag vermeldt echter dat de EU een verplichting heeft om ter goeder trouw te proberen om een alternatieve regeling overeen te komen. Als uitspraken zoals die van Macron dus gebeuren heeft het VK volgens het internationaal recht de mogelijkheid om eenzijdig het uittredingsverdrag op te zeggen.
Wat betekent dit? Het betekent enerzijds dat de Britten misschien niet moeten overdrijven over het risico dat ze voor eeuwig en altijd een vazalstaat van de EU op vlak van handel zouden worden. Maar het betekent anderzijds ook dat Ierland helemaal niet zo’n ijzersterke verzekering heeft dat het VK op een bepaald ogenblik geen handelstarieven die verschillend van de EU zijn zullen gaan toepassen.
De Poolse Minister van Buitenlandse Zaken zorgde voor onrust in EU-rangen door als eerste een taboe te doorbreken en te pleiten voor een beperking in de tijd van de backstop tot vijf jaar. Dat zou dus betekenen dat het VK onder het handelsregime van de EU blijft tot 1 januari 2028. Ook al zou de door Brexiteers gewenste eenzijdige afschaffing van douanetarieven niet mogelijk zijn, kan het VK dan ondertussen wel handelsakkoorden onderhandelen met de rest van de wereld, die ten vroegste in 2028 in voege zouden kunnen treden. Tot die datum zou er dan naar een oplossing kunnen worden gezocht voor industriële productieketens, die ook dreigen te worden verstoord door douanechecks, en vooral dus ook voor het vermijden van controles op de Ierse grens.
Als Ierland, maar ook de andere EU-lidstaten zich nu bijzonder inflexibel blijven opstellen over elke aanpassing aan die “backstop”, is er het gevaar op een “harde” Brexit, zonder akkoord, waarbij heel wat van de handel die met het VK verloopt eenvoudigweg illegaal wordt. Enkele maatregelen werden daarvoor reeds voorzien, maar zelfs op vlak van luchtvaart is er nog onvoldoende geregeld, met het risico op een annulering van maar liefst vijf miljoen vluchten. Bovendien zullen noch Nederland, België of Ierland voldoende extra douanepersoneel hebben aangeworven tegen einde maart om de dan vereiste controles uit te voeren. 80% van de Belgische ondernemingen zouden nog niet voorbereid zijn hierop. In Nederland of Groot-Brittannië is het overigens niet veel beter. Chaos verzekerd dus, tenzij men een akkoord sluit.
De strategie van de EU lijkt er tot dusver op elke toegeving aan de Britse conservatieven en hun Noord-Ierse coalitiepartner DUP te weigeren, in de hoop dat Theresa May dan maar met de oppositiepartij Labour een “softere” Brexit overeenkomt. Labour is er immers voorstander van dat het VK in een douane-unie met de EU blijft, al wil de partij tegelijk dat het VK dan wel degelijk invloed krijgt op het handelsbeleid. Het is onwaarschijnlijk dat de EU dit zou toestaan aan een niet-lidstaat – en waarom zou Turkije die mogelijkheid dan ook niet krijgen?- ook al is het een voorstel dat net werd gedaan door een groep Duitse academici. Bovendien is Corbyn dus ook tegen een niet in de tijd beperkte backstop.
Velen hebben betoogd dat het absoluut niet mogelijk is dat het VK van de EU afwijkende douanetarieven gaat heffen zonder dat dan ook douanecontroles in Noord-Ierland noodzakelijk worden. Nochtans verklaarde het hoofd van de douane van Zwitserland, dat zich eveneens buiten de douane-unie van de EU bevindt en een eigen handelsbeleid kan voeren, op een hoorzitting van het Brits Parlement dat wel degelijk mogelijk is om met technologie een ‘onzichtbare grens’ in Noord-Ierland te realiseren.
Op de grens met Zwitserland zijn het vooral kleinere ondernemingen die momenteel last hebben van de douanecontroles. Onder meer daarom heeft de Britse regering voorgesteld om kleinere ondernemingen dan maar vrij te stellen van zulke controles aan de Noord-Ierse grens. Zeker daar zou dit een pragmatische oplossing kunnen zijn, omdat er minder handel is met de Ierse republiek dan met het Britse vasteland. Niettemin weigerde de EU hierover te spreken, uit vrees voor een “gat” in de Europese douanegrens, ook al zijn de havens van Antwerpen en Rotterdam – de twee grote toegangspoorten tot de Europese douanegrens “zo lek als een vergiet” volgens de Antwerpse burgemeester. De vraag is waarom het Ierse vredesproces dan geen ‘gaatje’ in de douane-unie waard is.
Op 14 februari komt er een nieuw debat in het Brits Parlement en Theresa May probeert nu om tegen die datum toegevingen te verkrijgen van de EU.
De EU weigert echter elke flexibiliteit – tenzij in de richting dan van nog meer toegevingen door VK, een softere Brexit dus. Binnen de Europese instellingen is de controle over de Brexit – onderhandelingen door Martin Selmayr, de controversiële adjudant van Jean-Claude Juncker, bovendien aan het toenemen. Hij maakte alvast al openlijk duidelijk dat toegevingen nu niet aan de orde zijn. Het is maar de vraag waarom de Belgische regering en met hen de regeringen van andere lidstaten die zo veel bij een “no deal” te verliezen hebben, dit allemaal laten gebeuren.
De federale regering lijkt zich echter allesbehalve bewust van de dringendheid van de situatie. De Belgische Premier Charles Michel laat zich vooral opmerken door de hoop uit te spreken dat die Brexit gewoon ongedaan wordt gemaakt. Op zich een nobele hoop, al is het wel een beetje vreemd dat Michel al die jaren al de euro-federalistische lijn volgt, die net het VK voor de uitgang heeft doen kiezen. Binnen het Europees Parlement staan de Belgische vertegenwoordigers dan weer al klaar om een mogelijk compromis te torpederen. Een Belgisch Europarlementslid van Ecolo beweerde er zowaar dat een “no deal” het “minste van twee kwaden is”, in vergelijking met “een nederlaag over de backstop”, terwijl dit net onze economie een 2 procent kleiner zou kunnen maken, met een 42.000 jobverliezen tot gevolg, waarvan 28.000 in Vlaanderen. Het getuigt allemaal niet echt van veel verantwoordelijkheidszin.
De Europese politici nemen beter een voorbeeld aan de fractieleider van de regeringspartij CSU in het Duits Parlement, die de weigering van de EU en ook van Angela Merkel om te heronderhandelen “bevreemdend” noemde, waarbij hij er aan toevoegde: “Het is van het uiterste belang dat er een flexibel antwoord komt, zonder dat daarom het volledige akkoord wordt heropend”. De politicus uit Beieren, de Duitse deelstaat die net zoals ons land ook intens handel met het VK drijft, waarschuwde: “Het is niet ‘Europees’ om koppig te zijn”.
No comments:
Post a Comment