Tuesday, May 07, 2013

Europees vrij verkeer van diensten: Nu meer nodig dan ooit



Gepubliceerd in De Tijd

De economische crisis treft nu zowat elke lidstaat van de eurozone. Een discussie is dan ook losgebarsten over het te volgen beleid: meer of minder begrotingsdiscipline? Met of zonder de euro? Veel minder gaat het over een maatregel die Europa heel wat economische groei zou kunnen bezorgen: het vrijmaken van het dienstenverkeer.  Landen die dit wensen te doen, zouden een doorbraak kunnen forceren via de procedure van “versterkte samenwerking”, een nieuwe, meer soepele methode van besluitvorming die recent opgang maakt op Europees vlak. 

Aangezien ongeveer 70% van de Europese economie uit diensten bestaat, is het niet verwonderlijk dat het afbouwen van de binnengrenzen voor diensten zomaar even 294 miljard euro per jaar zou kunnen opleveren. Dat berekenden we met Open Europe in een nieuwe studie. Dit betekent een permanente verhoging van het Bruto Nationaal Product in de Unie met 2,31 procent, bovenop de voordelen van de beperkte opening van de dienstenmarkt die reeds plaatsvond.

Jammer genoeg was er veel politieke tegenstand toen Europees Commissaris Frits Bolkestein in 2004 een eerste grote poging ondernam om het dienstenverkeer vrij te maken. Met name Premier Elio Di Rupo was toen één van de grote gangmakers achter de schermen tegen het voorstel, dat uiteindelijk sterk werd afgezwakt. Dat was echter in een periode van economische hoogconjunctuur. Di Rupo en de andere tegenstanders van toen zouden zich toch maar eens moeten afvragen of het nu wel zo vreselijk is dat vastgoedmakelaars, schoorsteenvegers of ski-instructeurs makkelijker hun diensten zouden kunnen aanbieden in een andere lidstaat, zeker als het iets zou doen aan de hoge Europese werkloosheidscijfers.  Het zogenaamde “land-van-herkomstprincipe” werd uit de Bolkestein-richtlijn verwijderd. Dat principe bepaalt dat als een dienstverlener de regels respecteert in één lidstaat, hij in principe ook in andere lidstaten actief moet kunnen zijn. Uiteraard zijn specifieke regels om aan specifieke problemen het hoofd te bieden dan nog steeds mogelijk, maar om een echte vrije dienstenmarkt te hebben is het nodig dit principe in te voeren. Al vloeit het strikt genomen dan wel al uit het Europese Verdrag voort. 

De huidige dienstenrichtlijn voorziet heel wat uitzonderingen, bijvoorbeeld op vlak van gezondheidszorg. Nu reeds speelt de private sector een grote rol in deze economische sector, en met de vergrijzing van de bevolking, de schuldencrisis en de meer gespecialiseerde behandelingen is het onvermijdelijk dat deze tendens zich zal voortzetten. Waarom het vrijmaken van het dienstenverkeer op dit vlak dan niet aangrijpen als een opportuniteit? Zeker ons land telt talloze topspecialisten, en niet enkel in de medische dienstverlening. De regering-Di Rupo zou het vrijmaken van de Europese dienstenmarkt dan ook als prioriteit moeten zien. Het groeiend leger van Europese werklozen, waaronder zovele jongeren, zou enkel kunnen profiteren van de extra economische groei.

Soms heersen kortetermijndenken en de angst voor verandering. Europese lidstaten die overtuigd zijn van dit verhaal hoeven echter niet langer te wachten om tot uitvoering over te gaan. Via de procedure van “versterkte samenwerking” kunnen landen die dat wensen hun onderling dienstenverkeer vrijmaken. Er zijn op zijn minst negen lidstaten voor nodig, die dan toelating moeten krijgen van een gekwalificeerde meerderheid van alle 27 lidstaten en het Europees Parlement. De procedure wordt reeds gebruikt voor de invoering van een Europees patent en van een tobintaks. Het is een eerlijke procedure: lidstaten die dat willen kunnen zo belangrijke prioriteiten realiseren, zonder aan anderen iets op te leggen. Het versplintert de Europese interne markt ook niet, zoals sommigen beweren in het geval van het Europees patent, althans volgens de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie. 

Het idee om met een beperkte groep van lidstaten het vrij verkeer van diensten te realiseren komt van de Nederlandse Premier Mark Rutte. Met Open Europe hebben we nu berekend dat als de twaalf lidstaten die een gezamenlijke oproep deden voor een vrij verkeer van diensten dit voornemen via versterkte samenwerking zouden uitvoeren,  de Europese economische groei zal toenemen met 1,17 procent, gelijk aan 147 miljard euro per jaar. België was niet bij die twaalf lidstaten, maar het zou bijzonder onverstandig zijn voor een dienstenland als het onze om zich niet aan te sluiten bij die Europese kopgroep.
  







No comments: