Gepubliceerd in De Tijd
De
economische crisis treft nu zowat elke lidstaat van de eurozone. Een discussie
is dan ook losgebarsten over het te volgen beleid: meer of minder
begrotingsdiscipline? Met of zonder de euro? Veel minder gaat het over een
maatregel die Europa heel wat economische groei zou kunnen bezorgen: het
vrijmaken van het dienstenverkeer. Landen die dit wensen te doen, zouden een
doorbraak kunnen forceren via de procedure van “versterkte samenwerking”, een
nieuwe, meer soepele methode van besluitvorming die recent opgang maakt op
Europees vlak.
Aangezien
ongeveer 70% van de Europese economie uit diensten bestaat, is het niet
verwonderlijk dat het afbouwen van de binnengrenzen voor diensten zomaar even
294 miljard euro per jaar zou kunnen opleveren. Dat berekenden we met Open
Europe in een nieuwe studie. Dit betekent een permanente verhoging van het
Bruto Nationaal Product in de Unie met 2,31 procent, bovenop de voordelen van
de beperkte opening van de dienstenmarkt die reeds plaatsvond.
Jammer
genoeg was er veel politieke tegenstand toen Europees Commissaris Frits
Bolkestein in 2004 een eerste grote poging ondernam om het dienstenverkeer vrij
te maken. Met name Premier Elio Di Rupo was toen één van de grote gangmakers
achter de schermen tegen het voorstel, dat uiteindelijk sterk werd afgezwakt. Dat
was echter in een periode van economische hoogconjunctuur. Di Rupo en de andere
tegenstanders van toen zouden zich toch maar eens moeten afvragen of het nu wel
zo vreselijk is dat vastgoedmakelaars, schoorsteenvegers of ski-instructeurs
makkelijker hun diensten zouden kunnen aanbieden in een andere lidstaat, zeker
als het iets zou doen aan de hoge Europese werkloosheidscijfers. Het zogenaamde “land-van-herkomstprincipe”
werd uit de Bolkestein-richtlijn verwijderd. Dat principe bepaalt dat als een
dienstverlener de regels respecteert in één lidstaat, hij in principe ook in
andere lidstaten actief moet kunnen zijn. Uiteraard zijn specifieke regels om
aan specifieke problemen het hoofd te bieden dan nog steeds mogelijk, maar om een
echte vrije dienstenmarkt te hebben is het nodig dit principe in te voeren. Al
vloeit het strikt genomen dan wel al uit het Europese Verdrag voort.
De
huidige dienstenrichtlijn voorziet heel wat uitzonderingen, bijvoorbeeld op
vlak van gezondheidszorg. Nu reeds speelt de private sector een grote rol in
deze economische sector, en met de vergrijzing van de bevolking, de
schuldencrisis en de meer gespecialiseerde behandelingen is het onvermijdelijk
dat deze tendens zich zal voortzetten. Waarom het vrijmaken van het dienstenverkeer
op dit vlak dan niet aangrijpen als een opportuniteit? Zeker ons land telt
talloze topspecialisten, en niet enkel in de medische dienstverlening. De
regering-Di Rupo zou het vrijmaken van de Europese dienstenmarkt dan ook als prioriteit
moeten zien. Het groeiend leger van Europese werklozen, waaronder zovele
jongeren, zou enkel kunnen profiteren van de extra economische groei.
Soms heersen
kortetermijndenken en de angst voor verandering. Europese lidstaten die
overtuigd zijn van dit verhaal hoeven echter niet langer te wachten om tot
uitvoering over te gaan. Via de procedure van “versterkte samenwerking” kunnen
landen die dat wensen hun onderling dienstenverkeer vrijmaken. Er zijn op zijn
minst negen lidstaten voor nodig, die dan toelating moeten krijgen van een
gekwalificeerde meerderheid van alle 27 lidstaten en het Europees Parlement. De
procedure wordt reeds gebruikt voor de invoering van een Europees patent en van
een tobintaks. Het is een eerlijke procedure: lidstaten die dat willen kunnen
zo belangrijke prioriteiten realiseren, zonder aan anderen iets op te leggen.
Het versplintert de Europese interne markt ook niet, zoals sommigen beweren in
het geval van het Europees patent, althans volgens de advocaat-generaal van het
Europees Hof van Justitie.
Het idee
om met een beperkte groep van lidstaten het vrij verkeer van diensten te
realiseren komt van de Nederlandse Premier Mark Rutte. Met Open Europe hebben
we nu berekend dat als de twaalf lidstaten die een gezamenlijke oproep deden
voor een vrij verkeer van diensten dit voornemen via versterkte samenwerking
zouden uitvoeren, de Europese
economische groei zal toenemen met 1,17 procent, gelijk aan 147 miljard euro
per jaar. België was niet bij die twaalf lidstaten, maar het zou bijzonder onverstandig
zijn voor een dienstenland als het onze om zich niet aan te sluiten bij die
Europese kopgroep.
No comments:
Post a Comment