Gepubliceerd op DDS
Dat de Italianen geen zin hebben in begrotingsdiscipline, is duidelijk. Om zoals de Duitse krant Die Welt te stellen dat ze daarom kinderlijk gedrag vertonen, is echter een brug te ver. De Italiaanse weigering verschilt helemaal niet veel van die in andere Westerse landen. Dat de V.S. bijna niets doen aan hun begrotingstekort is bekend, maar ook de Duitse regering slaagt er in tijden van recordontvangsten niet in om een begroting in evenwicht te realiseren. Een schande, en het maakt elke kritiek op Zuid-Europa eigenlijk ongepast. Ook Nederland gaf deze week te kennen maar al te graag de uitnodiging van Olli Rehn aan te nemen om het bereiken van een begrotingstekort van 3 procent een jaar uit te stellen.
Velen stellen nu dat het begrotingsbeleid van de Italiaanse Eerste Minister Mario Monti bijdroeg tot een verslechtering van de economische situatie. De Usual Suspects, zoals bijvoorbeeld de Amerikaanse econoom Paul Krugman, zijn er natuurlijk als de kippen bij om deze claim te maken. Die laatste sprak zelfs over de Rehn of Terror, verwijzend naar Europees Begrotingscommissaris Olli Rehn. De Nederlandse regering denkt daar ongetwijfeld anders over, wat dan weer aantoont hoe weinig gematigd Krugman wel is.
Niettemin is het correct dat het begrotingsbeleid van Monti de economie schade heeft toegebracht. Dat is het evidente gevolg van een resem belastingverhogingen die werden losgelaten op de bevolking. Dat hoeft dan weer niet te betekenen dat begrotingsdiscipline op zich een slechte zaak is.
Begrotingsdiscipline kan immers op twee verschillende manieren worden gerealiseerd: ofwel door het verminderen van de uitgaven, ofwel door het verhogen van belastingen. Hoewel Monti voor een mix van beide zorgde, gebeurde een groot deel van de inspanning door het verhogen van de belastingen. Onder meer de gezaghebbende Italiaanse Harvard-econoom Alberto Alesina bekritiseerde dit. In juni zei hij : De regering heeft de belastingen te veel verhoogd (
) Het zou veel, veel beter zijn om de uitgaven te verlagen. In recente studies staaft hij dit. Hij weerlegt ook de argumenten van Krugman & co. dat het gevoerde monetair beleid of de algemene economische conjunctuur verantwoordelijk zouden zijn voor de heropleving, door aan te tonen dat die factoren er los van staan.
Kan Monti dan niet trots zijn op het feit dat de rentevoeten die Italië dient te betalen om zich te herfinancieren fors gedaald zijn sinds September? Neen. Ondanks de onzekerheid die de uitkomst van de verkiezingen met zich meebracht, blijven die rentevoeten vrij laag, een stuk onder 6%. Dit toont aan dat de oorzaak van de daling vooral de loutere belofte van ECB voorzitter Mario Draghi was om landen in moeilijkheden te helpen via een nieuw programma van de ECB, genaamd OMT. Voorwaarde daarvoor was dat ze tegelijk ook ESM steun aanvragen. Die laatste is gekoppeld aan voorwaarden en behoeft ook een stemming in de Duitse Bundestag. Duitse Parlementsleden krijgen dan dus het laatste woord over Italiaans begrotingsbeleid. Vroeg of laat wordt die belofte van Draghi getest. Wie gelooft dat dit duurzaam kan zijn?
Montis extra belastingen, onder meer op vastgoed, waren de evidente reden voor het krimpen van de Italiaanse economie. Daarnaast was er echter ook het nagenoeg complete falen van de regering-Monti om iets te doen aan de Italiaanse concurrentiekracht. In het verleden kon een devaluatie of natuurlijke waardevermindering van de Italiaanse munt daar voor zorgen, maar nu kan dit enkel via meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt, minder regelneverij en een efficiëntere overheid. Allemaal uitdagingen die samenhangen met diepgewortelde problemen in de Italiaanse samenleving, waarvan je het Monti zelfs niet eens kan verwijten dat hij het niet op een handomdraai kan oplossen.
Zelfs als Monti de belastingen echter had verlaagd door een forse vermindering van de uitgaven, was het goed mogelijk geweest dat de Italiaanse groei in het begin ook zou stokken. Dat toont een studie van de ECB althans aan: een begrotingsgat dichtrijden via belastingen schaadt de economische groei minder op korte termijn, maar des te meer op lange termijn. Logisch ook. Als een land artificieel groeit dankzij exorbitante overheidsuitgaven die er op gericht zijn de economie een korte boost te geven, om politici zo te doen her-verkiezen, is het niet te verwonderen dat er een forse terugslag volgt wanneer men de kater probeert te helen door het wegnemen van die korte termijn-stimuli. Maar op lange termijn is het natuurlijk de juiste oplossing.
Een laatste gedachtenoefening: zelfs als Italië een beleid zou voeren van arbeidsmarkthervormingen en privatiseringen, en een vermindering van overheidsuitgaven om zo belastingverlagingen te financieren, brengt dit wellicht slechts op korte termijn soelaas. Italië zou dan wel weer competitief zijn, het moet het dat dan ook blijven. De reden dat het land al die tijd hervormingen heeft uitgesteld was dat het geen eigen munt meer had die onder druk kon komen op de internationale markten, wat vaak een grote stimulans was voor politici om in het verleden hervormingen door te voeren en/of te devalueren. De monetaire discipline die een eigen munt bood zal er dus nog steeds niet zijn. Het slaappil-effect dat de euro heeft gehad zal ook in dit optimistische scenario nog steeds aanwezig zijn.
De ECB zal nog steeds een uniform interestvoetenbeleid moeten voeren voor de 17 diverse economieën van de eurozone, met alle mogelijke on-evenwichten tot gevolg. De Italiaanse politieke klasse zal tot slot nog steeds de mogelijkheid hebben om – dankzij de lagere interestvoeten die een muntunie met sterkere economische landen biedt – de bevolking met nog meer publieke schuld op te zadelen dan ooit met een eigen munt mogelijk was geweest. Naast de onontbeerlijke nood aan begrotingsdiscipline, moet Italië zich dus ook vragen blijven stellen over het euro-lidmaatschap. Of preciezer gesteld: Duitsland en Nederland moeten zich die vraag stellen, aangezien Italië de muntunie niet kan verlaten, omdat dit een forse stijging van de in euro uitgedrukte Italiaanse publieke schuld tot gevolg zou hebben.
Laat ons deze bedenkingen echter gewoon negeren, en vertrouwen op wat de Franse President François Hollande ons onlangs toevertrouwde: De eurocrisis ligt achter ons!
No comments:
Post a Comment