Gepubliceerd op De Dagelijkse Standaard en Doorbraak
De
uitkomst van de Europese verkiezingen was zoals verwacht. De opkomst was met 43,09% nagenoeg even
laag als vijf jaar geleden, toen met 43% het laagste peil ooit. Overal in
Europa, vooral dan in de eurozone, deden protestpartijen het goed. Van
extreem-rechts in Frankrijk (dat men al dan niet “rechts” kan noemen) over
burgerlijk-conservatief in Duitsland (Alternative für Deutschland) tot
populistisch-links in Griekenland (Syriza) overtroffen ze de verwachtingen.
Enkel Geert Wilders deed het iets minder (al kon hij toch vier van zijn vijf
zetels behouden), wat uiteraard veel te maken had met zijn wansmakelijke oproep
voor “minder Marokkanen”.
Met Open
Europe berekenden we dat de protestpartijen maar liefst 30% van de zetels in
het EP in de wacht wisten te slepen, terwijl dat maar 21% was in 2009.
Die
partijen zullen wellicht niet veel invloed hebben binnen het EP, als gevolg van
hun sterke onderlinge verschillen, maar ook door het feit dat meer dan 60% van
de zetels nog wordt ingenomen door partijen die voor het status quo of voor nog
meer concentratie van macht en geld op het EU – niveau zijn. De kritische
EU-hervormers verliezen ondertussen aanhang in dit vals alles-of-niets-verhaal.
De
protestpartijen zullen echter des te meer invloed hebben op de nationale
politiek. Nu reeds is dat te merken. Een overzicht:
België, Nederland, Duitsland,
Oostenrijk
Terwijl
België zich eerder zorgen maakt over de nationale politiek, maar de N-VA met
een “eurorealistisch”
discours het toch goed doet in het land waar de EU-instellingen hun zetel
hebben, heerst in Nederland het EU-debat volop. Premier Rutte gaf voor de
verkiezingen al aan dat hij wil dat de EU zich tot enkele kerntaken beperkt (in een gemeenschappelijk commentaar met de leider van de Duitse
liberalen). Zelfs D66-leider Pechtold stelt dat er voorlopig beter geen
extra bevoegdheden naar de EU worden overgedragen, gezien het gebrek aan
draagvlak daarvoor. Of deze politici zich aan hun woord zullen houden is maar
de vraag, maar ze maken het zichzelf op zijn minst moeilijker om het omgekeerde
te doen wat ze zeggen. In elk geval staan de Belgische liberalen met hun
euro-centralistisch verhaal meer en meer geïsoleerd, ook al omdat de Britse Lib
Dems op één verkozene na werden weggeveegd uit het Parlement. De grondstroom in
de samenleving verlangt een einde aan de bijna obsessieve groei van de macht
van de eurocraten.
In
Duitsland haalde de anti-euro partij AfD maar liefst 7 zetels (en 7% van de
stemmen, van 4,7% in de nationale verkiezingen in september). Commentatoren,
zoals bijvoorbeeld de centrum-linkse Sueddeutsche Zeitung, schrijven dat de strategie om de partij te
diaboliseren als “rechtse populisten” gefaald heeft, en dat de gevestigde orde het
debat moeten aangaan over taboe-onderwerpen zoals de eurocrisis of immigratie.
De
Duitse Minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, reageerde als volgt: “we hebben een meer
intelligente Unie nodig…Geen onbezonnen nastreven van meer Europa (…) Een
intelligent geïntegreerd Europa kan uiteindelijk ook minder Europa betekenen”.
Hij voegt er aan toe dat de EU zich beter “concentreert” op een beperkt aantal
domeinen en noemt onder meer handel, financiën en muntbeleid. Dat betekent dat
de Duitse regering zich in feite aansluit bij de Nederlandse, die ook het
aantal domeinen waar de EU zich mee inlaat wil omlijnen. Allemaal nogal
vaag, maar duidelijk vooruitgang in het tot de orde roepen van de EU.
In
Oostenrijk tenslotte, lijkt extreem-rechts weer helemaal terug na de inzinking
na regeringsdeelname. De partij had eerst een figuur aan de top van de lijst
die de EU “Een conglomeraat van negers” noemde, voor ze hem er terug af smeet.
Dat 20% van de kiezers niettemin hun vertrouwen geven aan deze partij, die heel
wat gelijkaardige incidenten kende, is vooral een bewijs van het
falen van de Oostenrijkse mainstream-partijen om het debat aan te gaan over de
euro en immigratie.
Verenigd Koninkrijk en
Scandinavië
Het VK
en Denemarken zijn geen lid van de eurozone, maar toch werden UKIP en de Deense
Volkspartij er de grootste, wat aangeeft dat het ongenoegen niet enkel terug te
voeren is op de euro-transfers en de Europese inmenging in nationaal
begrotingsbeleid. Ook in Zweden slaagde extreem-rechts er in om twee zetels te
bemachtigen. Het leidde de Zweedse Premier Fredrik Reinfeldt er alleszins toe
om een top te beleggen volgende week in
Zweden met zijn centrum-rechtse bondgenoten Merkel, Cameron en Rutte. Vorig
jaar slaagde dit bondgenootschap er in om de lange termijn EU – begroting –
licht te verminderen. Wie het EU-debat volgt, weet dat dit een niet te
onderschatten precedent is. Het is nog onduidelijk wat hun gemeenschappelijke
doelstelling is, maar na de uitlatingen van de Schäuble
lijkt het er op dat Rutte en Cameron wel eens succes zouden kunnen boeken in
het overtuigen van Merkel om voor een beperking van de taken
van de EU te pleiten.
Zuid-Europa
Net
zoals in Noord-Europa leiden de protestpartijen tot een grotere
terughoudendheid bij politici ten opzichte van EU-inmenging. In Frankrijk
haalde het FN een gigantische overwinning: maar liefst één op vier kiezers
stemden voor de partij. Daarbovenop stemden 4% voor het “soevereinistische” Debout
la République en 6% voor eurosceptisch extreem-links. De PS van President Hollande
werd vernederd met 13%. Het leidde hem ertoe om te stellen dat de EU "onleesbaar,
afstandelijk en onbegrijpelijk" was geworden en "zich moet
terugtrekken waar dat nodig is". Net voor de verkiezingen had Nicolas
Sarkozy, die een goede kans maakt om in 2017 opnieuw Frans President te worden,
reeds gezegd dat “niet minder dan de helft van de huidige bevoegdheden [van de
EU] moet worden afgeschaft en teruggegeven aan de lidstaten”. Hij opende ook een
aanval op de Schengen-zone en stelde
voor dat die enkel nog zou bestaan uit landen die hun migratiebeleid naar
Brussel willen overhevelen. Het mag als waarschuwing dienen: een falende economie,
deels een gevolg van het feit dat Frankrijk met een overgewaardeerde euro,
onstabiele banken en te veel schuld zit opgezadeld, leidt Franse politici niet
tot een herdenking van die euro, die de schuldenexplosie toeliet, maar integendeel tot nog
verdere machtsconcentratie in Brussel op sommige gebieden.
In
Italië deed de nieuwe centrum-linkse regering het wel goed, grotendeels op
basis van beloften allerhande, terwijl de clown Beppe Grillo nog steeds 21
haalt, minder dan de 25% in nationale verkiezingen. In Spanje haalde een linkse
protestpartij, Podemos, die slechts in maart werd
opgericht, vijf zetels uit het niets en in Griekenland waren Syriza en de
neofascistische Gouden Dageraad de winnaars. Het mag duidelijk zijn wat er
gebeurt wanneer de solidariteit in de eurozone bij een nieuwe crisis opnieuw
wordt getest: dan is de bewegingsruimte van het establishment om opnieuw
Troika-programma’s op te leggen en de ECB brieven te laten schrijven met
beleidsinstructies een stuk kleiner geworden. Wat het getergde Noord-Europa nog
minder welwillend zal maken om opnieuw geld op tafel te leggen om de euro te
“redden”.
Als besluit het volgende: Fundamentele hervormingen (vermindering
van de EU-begroting, afschaffing van EU-instellingen, minder EU - bevoegdheden
en regels, een grondige herdenking of zelfs afschaffing van de muntunie) zitten
er misschien nog niet in. Maar op zijn minst hebben de politieke leiders in de
lidstaten nu een grote opportuniteit om de Europese Unie te hervormen, om
ervoor te zorgen dat in de toekomst het kind niet met het badwater wordt
weggegooid.
No comments:
Post a Comment