Monday, January 26, 2015

Hoeveel Griekse drama’s kan de eurozone nog aan?



Gepubliceerd op FTM.nl 

Na de overwinning van Syriza in de Griekse verkiezingen, krijgen de Europese politici de rekening voor het doorschuiven van de rekeningen sinds 2010, toen het land voor de eerste maal “noodleningen” ontving die uiteindelijk opliepen tot 240 miljard euro.

Wie gaat de confrontatie winnen? Syriza kan dreigen met een “default”, een niet-aflossen van de schuld. Dat zou de Europese belastingbetaler duur te staan kunnen komen, want private banken zijn er in geslaagd om de meeste van hun risico’s op die belastingbetaler af te wentelen, iets waarvoor we met Open Europe reeds waarschuwden toen dit gebeurde. Volgens schattingen zou Duitsland bij een Grieks faillissement nu tot 70 miljard euro schade kunnen lijden als gevolg van blootstelling aan bilaterale leningen, leningen via het Europees steunfonds EFSF en de acties van de ECB, die heel wat Grieks staatspapier bezit en ook claims op het Griekse bankensysteem heeft. Frankrijk riskeert 55 miljard euro, Nederland 15 miljard euro. Van de 322 miljard euro schuld moet Griekenland er maar liefst 72% betalen aan overheden, niet enkel eurolanden maar ook IMF-partners.

Dat zijn sterke troeven voor Syriza om schuldeisers ervan te overtuigen toch nog een nieuwe ronde miljardenleningen toe te kennen, of zelfs een “vrijwillige” schuldverlichting, op dezelfde manier waarop private obligatiehouders het land “vrijwillig” 100 miljard euro kwijtgescholden hebben. Sowieso ligt een echte schuldenverlichting, zoals Syriza vraagt, politiek enorm moeilijk, en zijn er ook juridische obstakels, zoals we met Open Europe in een nieuwe briefing over de Griekse situatie duidelijk maken.

Aan de andere kant is het bij een Grieks faillissement echter “over en out” voor socialisme in Griekenland. Het land zou het dan moeten stellen zonder noodleningen en zonder toegang voor de Griekse banken tot het goedkope geld van de ECB, om het dan snel naar de Griekse overheid door te sluizen. Syriza-leider Alexis Tsipras heeft bovendien snel geld nodig. Hoe snel is niet helemaal duidelijk, en het valt te verwachten dat er wel nog wat lijken uit de kast zullen vallen. Sommige topambtenaren van de eurozone beweren dat Griekenland al in maart zonder geld zit. In elk geval is tegen de zomer een grote deal nodig.

Naar verluidt is de Duitse bondskanselier Angela Merkel vast van zin om deze keer niet toe te geven, omdat de kost van een Griekse exit volgens haar lager zou zijn dan toegevingen doen. Dit laatste zou immers andere landen die in de problemen zitten op slechte ideeën kunnen brengen. Toponderhandelaars waarschuwden net voor de verkiezing dat een nieuwe Griekse regering zelfs een verlenging van het huidige steun-programma zal moeten vragen, wil ze al het geld daaruit ontvangen. Dat ligt moeilijk bij Syriza, want aan een programma zitten voorwaarden.

Syriza vraagt een schuldverlichting, om de Griekse schuld, die nu hoger ligt dan 170 procent van het BBP, tot een beheersbaar niveau te brengen. Daarop toegeven is pijnlijk, ook al omdat bijvoorbeeld de Nederlandse regering bij monde van voormalig Minister van Financiën Jan Kees de Jager ooit suggereerde dat Nederland “hoogstwaarschijnlijk” zou verdienen aan de Griekse noodleningen. Misschien wordt het compromis dus wel een combinatie van lagere rentevoeten op de oude leningen, zodat dit hoge schuldniveau makkelijker beheersbaar is, en een nieuw miljardenpakket, wat op korte termijn goedkoper uitkomt dan schuldverlichting.
Het gevolg van zo’n compromis zou zijn dat er aan het onderliggende probleem opnieuw niets wordt gedaan. Griekenland slaagde er vorig jaar in om opnieuw economische groei te creëren, maar dit ging gepaard met grote buitenlandse begrotingssteun en was na jaren van pijnlijke economische krimp, wat een groot deel teniet deed van de kunstmatige economische ontwikkeling als gevolg van de ECB-kapitaalsstroom naar het Griekse bankensysteem. Niet echt een duurzaam ontwikkelingsmodel. Kan dit blijven duren enkel en alleen omdat het alternatief op korte termijn erger is?

Dat alternatief is immers dat er geen akkoord uit de bus komt en dat Griekenland de eurozone verlaat, wat gepaard zou gaan met een faillissement, grote verliezen voor de andere eurolidstaten en het begin van een enorme speculatie over wat het volgende land zou kunnen zijn. Al is er ook een volgens sommigen minder pijnlijk alternatief: dat van een uitstap van de sterkere landen, zodat zwakkere landen eindelijk een echte devaluatie van de munt kunnen uitvoeren en hun excessieve schulden niet opeens in een vreemde, sterkere munt dienen terug te betalen. Misschient wint Syriza het pleit deze keer wel omwille van de vrees voor verandering, maar hoeveel Griekse drama’s kan de eurozone nog verdragen voor echte alternatieven worden overwogen? Het is geen toeval dat de anti-euro-partij in Duitsland de naam “Alternative für Deutschland” draagt. Van Jan Kees de Jager weten we ondertussen dat niet enkel Nederland een guldenplan had drie jaar geleden, maar dat ook Duitsland bij die voorbereiding was betrokken.