De
uitkomst van de Britse verkiezingen deze donderdag is moeilijk te voorspellen.
De inzet is groot, en niet enkel voor het Verenigd Koninkrijk. Eerste Minister
David Cameron heeft een referendum over Brits EU-lidmaatschap beloofd, indien
hij wordt herverkozen. Zelfs indien hij opnieuw een coalitie aangaat kunnen we
er zeker van zijn dat hij zijn woord houdt. De Liberal Democrats, de huidige
coalitiepartner van zijn Conservatieve Partij, gaf al aan dat ze zo’n
referendum niet zouden tegenhouden.
Cameron
wil het referendum organiseren in 2017. Niet onmiddellijk na de verkiezingen
dus, zoals anti-EU partij UKIP vraagt. Gedurende die twee jaar wil Cameron
proberen om toegevingen van andere EU-lidstaten te verkrijgen om de EU te
hervormen.
Wat
wil hij precies? Hij gaf nog geen details, maar heeft grosso modo de volgende
drie zaken op het oog.
In
de eerste plaats wil hij het zogenaamde democratisch deficit bij de Europese
besluitvorming verkleinen, wat mogelijk is door het terug overhevelen van
bevoegdheden naar de lidstaten of door het geven van een zogenaamde “rode
kaart,” een vetorecht over EU-wetgeving, aan nationale parlementen.
Ten
tweede wil hij verhinderen dat meer samenwerking op het niveau van de Eurozone
tot uitsluiting leidt van niet-eurolanden, zeker op het vlak van de vrijheid
van kapitaalverkeer. Een aantal jaren geleden werd een “bankenunie” opgericht,
waarbij er gemeenschappelijke regels en toezicht komen voor eurolanden en
EU-lidstaten die dit willen. Dit zou in de toekomst als excuus kunnen worden
gebruikt om banken uit Groot-Brittannië, maar ook Zweden of Polen, het recht om
actief te zijn in de eurozone te ontnemen. Om dit risico te verhinderen zou men
een meerderheid van niet-eurolanden de mogelijkheid kunnen geven om
beslissingen te blokkeren die de interne markt bedreigen. Zo’n systeem werd
reeds overeengekomen binnen de Europese Bankautoriteit (EBA).
Tot slot wil Cameron ook dat de EU een positieve
bijdrage levert aan economische groei, wat nu niet steeds het geval is, gezien
de hoge kost van EU-regulering. De nieuwe Juncker-Commissie erkent dit en
verdient krediet voor het fors laten slinken van het aantal nieuwe wetgevende
voorstellen. Dat is alvast een stap in de goede richting, maar meer is nodig.
Er moeten ook initiatieven komen om de dienstenmarkten te openen, zeker in het
tijdperk van e-commerce, desnoods enkel tussen landen die dit vrijwillig
wensen. Ook de geldverslindende Europese begroting, die oploopt tot bijna 1000
miljard euro over zeven jaar, is al jaren een doorn in het oog van de Britten.
Er moet ook fors worden gekort in de landbouw-uitgaven aan landeigenaars en het
heeft geen zin dat rijkere landen geld naar Brussel moeten sturen dat
vervolgens als EU-subsidie wordt teruggestuurd naar hun eigen armere
regio’s.
Het is natuurlijk goed
mogelijk dat Cameron niet wordt herverkozen. Volgens bepaalde voorspellingen komt
er misschien wel een minderheidsregering onder leiding van Labour-leider Ed Miliband, gesteund
door de Schotse nationalisten vanuit de oppositie. Dit zou niet het einde
betekenen van de Britse vraag voor hervorming van de EU. Het EU-programma van
Labour verschilt niet radicaal van wat de Conservatieven willen. Labour wil
eveneens “de belangen van niet-eurolanden beschermen”, alsook “striktere
(EU-)begrotingsdiscipline en meer beleidsruimte voor lidstaten over uitkeringen
voor migranten uit andere lidstaten, ook een prioriteit voor de Conservatieven.
In zekere zin kan een Labour-regering, zeker als ze
onstabiel is, een Britse EU-exit zelfs meer waarschijnlijk maken. Als Cameron
de verkiezingen verliest is het immers waarschijnlijk dat hij als leider van de
Conservatieven wordt vervangen, misschien wel door de burgemeester van Londen,
Boris Johnson, die al gezegd heeft dat hij ook een referendum wil en “voor een
Britse exit zal pleiten” indien het Verenigd Koninkrijk geen toegevingen
verkrijgt. Zo ver ging Cameron tot nu toe niet. Zo’n referendum zou er dan
misschien komen na de volgende verkiezingen in 2020, of misschien wel vroeger,
in het geval een onstabiele minderheidsregering ten val zou komen.
In elk geval komen er onderhandelingen tussen het
Verenigd Koninkrijk en de EU, iets wat Britse eurosceptici soms vergeten. Het
Verenigd Koninkrijk zal nooit zomaar EU-regels overnemen zoals Noorwegen doet,
om toegang tot de interne markt te behouden. Niet enkel bij pogingen tot
hervorming van de EU, maar ook bij een exit zullen er dus – moeizame –
onderhandelingen zijn. Daar kan Zwitserland van meespreken.
Met Open Europe willen we dat Groot-Brittannië eerst
probeert om voor een hervormde EU te gaan en daarbij niet vergeet dat ook op het
continent veel steun voor een hervormde unie bestaat. In elke peiling
bevestigen Britse kiezers dat ze wel degelijk in de EU willen blijven indien
die wordt hervormd. Het is waarschijnlijk dat de Duitse Bondskanselier Angela
Merkel en de andere EU-leiders daarom wel degelijk enkele toegevingen zullen
doen. De vraag is echter wat volstaan voor de Britse kiezer.
We hebben berekend dat als Groot-Brittannië de EU
verlaat, dit nog steeds ten voordele van de Britse economie kan werken, maar
enkel indien het VK verregaande binnenlandse liberalisering doorvoert en er ook
in slaagt om handelsakkoorden te sluiten, in de eerste plaats met de EU. Wie
een vrijhandels-Europa wil en geen corporatistisch gedrocht, moet dus alle
zeilen hiervoor bijzetten, om een belangrijke bondgenoot te behouden.
De opportuniteit is
er. In Duitsland is een meerderheid van de bevolking
voorstander van het terug overhevelen naar de lidstaten van bevoegdheden zoals
subsidiebeleid en sociale uitkeringen voor migranten. Een meerderheid wil ook
dat nationale parlementen meer macht krijgen om EU-wetgeving te blokkeren en
dat Groot-Brittannië lid blijft. Het is niet anders in België, waar de grootste
partij van het land, N-VA, voor een hervormde EU is, of in Nederland, waar de
regering nu al enkele jaren een constructief kritische houding aanneemt. Bijna
overal in Europa steken bovendien eurosceptische protestpartijen de kop op,
mede als gevolg van het falen van nog een ander grootscheeps Europees project –
de euro. De Britse eisen tot hervorming van de EU zijn een mooie gelegenheid om
de EU terug te brengen tot waar het voor bedoeld is: om grenzen voor handel en
reizen weg te werken. Wie oprecht voorstander is van de verworvenheden van de
EU op dit vlak, neemt dus nu de kans te baat om de Britse hervormingsagenda te
steunen. Wie de
Britse voorstellen negeert, mag op een dag misschien wel de voorstellen van Le
Pen onderzoeken.