Wednesday, May 06, 2015

De Britse hervormingsagenda: een kans om de Europese Unie terug op de rails te krijgen



Gepubliceerd op Knack.be en FTM.nl

De uitkomst van de Britse verkiezingen deze donderdag is moeilijk te voorspellen. De inzet is groot, en niet enkel voor het Verenigd Koninkrijk. Eerste Minister David Cameron heeft een referendum over Brits EU-lidmaatschap beloofd, indien hij wordt herverkozen. Zelfs indien hij opnieuw een coalitie aangaat kunnen we er zeker van zijn dat hij zijn woord houdt. De Liberal Democrats, de huidige coalitiepartner van zijn Conservatieve Partij, gaf al aan dat ze zo’n referendum niet zouden tegenhouden.

Cameron wil het referendum organiseren in 2017. Niet onmiddellijk na de verkiezingen dus, zoals anti-EU partij UKIP vraagt. Gedurende die twee jaar wil Cameron proberen om toegevingen van andere EU-lidstaten te verkrijgen om de EU te hervormen.

Wat wil hij precies? Hij gaf nog geen details, maar heeft grosso modo de volgende drie zaken op het oog.

In de eerste plaats wil hij het zogenaamde democratisch deficit bij de Europese besluitvorming verkleinen, wat mogelijk is door het terug overhevelen van bevoegdheden naar de lidstaten of door het geven van een zogenaamde “rode kaart,” een vetorecht over EU-wetgeving, aan nationale parlementen.

Ten tweede wil hij verhinderen dat meer samenwerking op het niveau van de Eurozone tot uitsluiting leidt van niet-eurolanden, zeker op het vlak van de vrijheid van kapitaalverkeer. Een aantal jaren geleden werd een “bankenunie” opgericht, waarbij er gemeenschappelijke regels en toezicht komen voor eurolanden en EU-lidstaten die dit willen. Dit zou in de toekomst als excuus kunnen worden gebruikt om banken uit Groot-Brittannië, maar ook Zweden of Polen, het recht om actief te zijn in de eurozone te ontnemen. Om dit risico te verhinderen zou men een meerderheid van niet-eurolanden de mogelijkheid kunnen geven om beslissingen te blokkeren die de interne markt bedreigen. Zo’n systeem werd reeds overeengekomen binnen de Europese Bankautoriteit (EBA). 

Tot slot wil Cameron ook dat de EU een positieve bijdrage levert aan economische groei, wat nu niet steeds het geval is, gezien de hoge kost van EU-regulering. De nieuwe Juncker-Commissie erkent dit en verdient krediet voor het fors laten slinken van het aantal nieuwe wetgevende voorstellen. Dat is alvast een stap in de goede richting, maar meer is nodig. Er moeten ook initiatieven komen om de dienstenmarkten te openen, zeker in het tijdperk van e-commerce, desnoods enkel tussen landen die dit vrijwillig wensen. Ook de geldverslindende Europese begroting, die oploopt tot bijna 1000 miljard euro over zeven jaar, is al jaren een doorn in het oog van de Britten. Er moet ook fors worden gekort in de landbouw-uitgaven aan landeigenaars en het heeft geen zin dat rijkere landen geld naar Brussel moeten sturen dat vervolgens als EU-subsidie wordt teruggestuurd naar hun eigen armere regio’s. 

Het is natuurlijk goed mogelijk dat Cameron niet wordt herverkozen. Volgens bepaalde voorspellingen komt er misschien wel een minderheidsregering onder leiding van Labour-leider Ed Miliband, gesteund door de Schotse nationalisten vanuit de oppositie. Dit zou niet het einde betekenen van de Britse vraag voor hervorming van de EU. Het EU-programma van Labour verschilt niet radicaal van wat de Conservatieven willen. Labour wil eveneens “de belangen van niet-eurolanden beschermen”, alsook “striktere (EU-)begrotingsdiscipline en meer beleidsruimte voor lidstaten over uitkeringen voor migranten uit andere lidstaten, ook een prioriteit voor de Conservatieven.

In zekere zin kan een Labour-regering, zeker als ze onstabiel is, een Britse EU-exit zelfs meer waarschijnlijk maken. Als Cameron de verkiezingen verliest is het immers waarschijnlijk dat hij als leider van de Conservatieven wordt vervangen, misschien wel door de burgemeester van Londen, Boris Johnson, die al gezegd heeft dat hij ook een referendum wil en “voor een Britse exit zal pleiten” indien het Verenigd Koninkrijk geen toegevingen verkrijgt. Zo ver ging Cameron tot nu toe niet. Zo’n referendum zou er dan misschien komen na de volgende verkiezingen in 2020, of misschien wel vroeger, in het geval een onstabiele minderheidsregering ten val zou komen.

In elk geval komen er onderhandelingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU, iets wat Britse eurosceptici soms vergeten. Het Verenigd Koninkrijk zal nooit zomaar EU-regels overnemen zoals Noorwegen doet, om toegang tot de interne markt te behouden. Niet enkel bij pogingen tot hervorming van de EU, maar ook bij een exit zullen er dus – moeizame – onderhandelingen zijn. Daar kan Zwitserland van meespreken. 

Met Open Europe willen we dat Groot-Brittannië eerst probeert om voor een hervormde EU te gaan  en daarbij niet vergeet dat ook op het continent veel steun voor een hervormde unie bestaat. In elke peiling bevestigen Britse kiezers dat ze wel degelijk in de EU willen blijven indien die wordt hervormd. Het is waarschijnlijk dat de Duitse Bondskanselier Angela Merkel en de andere EU-leiders daarom wel degelijk enkele toegevingen zullen doen. De vraag is echter wat volstaan voor de Britse kiezer.

We hebben berekend dat als Groot-Brittannië de EU verlaat, dit nog steeds ten voordele van de Britse economie kan werken, maar enkel indien het VK verregaande binnenlandse liberalisering doorvoert en er ook in slaagt om handelsakkoorden te sluiten, in de eerste plaats met de EU. Wie een vrijhandels-Europa wil en geen corporatistisch gedrocht, moet dus alle zeilen hiervoor bijzetten, om een belangrijke bondgenoot te behouden.

De opportuniteit is er. In Duitsland is een meerderheid van de bevolking voorstander van het terug overhevelen naar de lidstaten van bevoegdheden zoals subsidiebeleid en sociale uitkeringen voor migranten. Een meerderheid wil ook dat nationale parlementen meer macht krijgen om EU-wetgeving te blokkeren en dat Groot-Brittannië lid blijft. Het is niet anders in België, waar de grootste partij van het land, N-VA, voor een hervormde EU is, of in Nederland, waar de regering nu al enkele jaren een constructief kritische houding aanneemt. Bijna overal in Europa steken bovendien eurosceptische protestpartijen de kop op, mede als gevolg van het falen van nog een ander grootscheeps Europees project – de euro. De Britse eisen tot hervorming van de EU zijn een mooie gelegenheid om de EU terug te brengen tot waar het voor bedoeld is: om grenzen voor handel en reizen weg te werken. Wie oprecht voorstander is van de verworvenheden van de EU op dit vlak, neemt dus nu de kans te baat om de Britse hervormingsagenda te steunen. Wie de Britse voorstellen negeert, mag op een dag misschien wel de voorstellen van Le Pen onderzoeken.





Sunday, May 03, 2015

How does Switzerland matter for the British elections?

Published on NZZ am Sonntag and Swissinfo.ch


On 7 May, Britain will vote for a new Parliament. The stakes are high, and not just for the UK. Conservative PM David Cameron has promised a referendum on whether Britain should remain a member of the EU, if he’s re-elected as Prime Minister. Even if he needs to form a coalition again, we can be certain that he’ll keep this promise. Also the Liberal Democrats, his current coalition partner, have indicated they won’t block such a referendum.

Cameron wants to host the referendum in 2017. Not right after the election, as demanded by anti-EU party UKIP. During those two years, Cameron wants to try to get concessions from other EU countries to reform the European Union.

What precisely does he want? He has stopped short of a detailed “shopping list”, but broadly speaking he has three sets of demands.

First of all he wants to increase democratic accountability at the EU level, which can be achieved by returning powers to member statesor providing national parliaments with the opportunity to veto EU legislation.

Secondly, he wants to prevent that Eurozone integration endangers the EU’s single market, specifically when it comes to free flows of capital. A so-called “banking union” was established a few years ago. This means common supervision and regulation for Eurozone countries and other EU member states willing to join, which the UK won’t do. This may one day serve as an excuse to prevent British – but also Swedish or Danish – banks from being active in the Eurozone. One way of preventing this from happening is to allow a majority of non-eurozone states to block Eurozone measures endangering the single market. Such a measure has been agreed within the framework of the European Banking Authority, an EU institution tasked to oversee banks in the EU.

Finally, Cameron also wants the EU to become more of a vehicle to boost economic growth, instead of being than a drag on it. This means establishing effective mechanisms to cut EU red tape, new initiatives to open up Europe’s services market, an old UK demand or reforming the EU budget, which amounts to almost 1.000 billion euro over seven years, by cutting wasteful agricultural or regional subsidies.
It’s of course very well possible that Cameron won’t be re-elected. According to certain seats projections, a Labour government led by its leader Ed Miliband and supported from the opposition by the Scottish National Party may even be on the cards. This won’t signify a sudden end to UK demands to reform the EU. Labour’s EU-policy isn’t radically different from what the Tories want. Labour is asking to “protect the interests of non-Euro members” and “tougher budget discipline” in the context of the EU budget. Last but not least, on the sensitive issue of immigration policy, it wants member states to have more control over in-work benefits for migrants, which is also a key demand of the Tories. The biggest difference is in terms of strategy: using a referendum as leverage or going for a more piecemeal approach.

In a way, a Labour government, especially if unstable, may make a British EU-exit even more likely. If Cameron would lose the upcoming elections, he’s likely to be replaced by someone else as Tory party leader, perhaps London Mayor Boris Johnson, who may promise once again a referendum and then campaign for “Brexit”. Unlike Cameron, Boris has already said that “if we don't get the reform that we need in 2016 or '17, then I think we should campaign to come out”. Such a referendum may even take place before the next planned elections in 2020, in case an unstable minority government would fall before then.
In any scenario however there will be negotiations, something which the UK’s “better-off-out” campaign does not sufficiently appreciate. With Open Europe, we want the UK to pursue a strong renegotiation agenda, exploiting the appetite among the public for EU reform which is more and more prevalent in Continental Europe as well. In every opinion poll, British voters express they prefer to stay in the EU if UK reform demands are met. It’s likely that German Chancellor Merkel and her colleagues will concede something, but the question is what will be sufficient for the British public.

We’ve also calculated that in case the UK would leave, it could still benefit from this, but only if it takes a lot of hurdles, including pursuing domestic liberalization and closing trade deals, in the first place with the European Union. Given that automatically adopting EU rules, as Norway does, will never be an option for the UK, Switzerland and its bilateral deals really is the model for the UK in case of Brexit. The British can therefore learn from how Swiss negotiations with the EU are playing out.

There are of course differences. The UK has a much bigger economy, but is also currently dependent on guaranteed access for the City of London to provide its services to the EU. Switzerland doesn’t enjoy the same kind of guaranteed access for its services sector, so it has less to lose.

The inflexibility shown by the EU so far with respect to the outcome of the Swiss immigration referendum and its suggestion that the Swiss should vote again are not only regretful, but should serve as a warning that leaving the EU wouldn’t be an easy path for the UK. Undoubtedly, EU officials are aware of this when dealing with Switzerland.  On the longer term however, these EU officials should be aware that public consent for the European idea will only survive if we have a flexible Europe, built around the core of a single market. Even proponents of migration, to which I count myself, should find it reasonable for a country like Switzerland, which welcomes 2 million foreigners on a population of 8 million, to want to control migration somehow. Having a single market can be perfectly reconciled with that, as it was before 2002, when Switzerland still maintained restrictions on freedom of movement from the EU. We shouldn’t have a European Union where countries are forced or blackmailed to participate into cooperation. This is the message that more and more voters across Europe, often people who are very keen on travelling and working across the continent, are sending to Brussels. That will also be the message from the UK, whoever wins the election.