Vandaag vond in de Europese wijk in Brussel een betoging plaats van schoenenfabrikanten, die protesteren tegen de overvloed aan Chinese schoenen, die de Europese fabrikanten uit de markt prijst, en fabrieken doet sluiten.
De oorzaken zijn van meerdere aard. De Chinese producten zijn ten eerste niet aan de strenge Europese gezondheidsvoorschriften onderworpen, die bijvoorbeeld verbieden om bepaalde ongezonde chemische stoffen te gebruiken in de fabricatie van schoenen. Ten tweede is er de koppeling van de Chinese munt aan de dollar, die nog altijd minder waard is dan de euro, wat het dus goedkoper maakt voor Chinese producenten om in Europa te importeren, en duurder voor Europese producenten om te exporteren.
China ging akkoord met Peter Mandelson, europees commissaris voor handel, om de export tot 2008 te beperken.
Een jammerlijke zaak. Het akkoord van Mandelson zorgt ervoor dat Europa minder snel toegang zal krijgen tot de Chinese markt.
Bovendien moet altijd naar het belang van de consument worden gekeken, om te weten wat goed is voor het algemeen belang. De consument wint bij meer competitie op de Europese markt.
Daardoor gaan ook fabrieken failliet hier. Het vrije markt proces is er één van “creatieve destructie”. Dit betekent dat falingen een inherent element zijn van ontwikkeling. Het probleem is dan ook niet dat er fabrieken failliet gaan, maar dat er geen nieuwe ondernemingen bijkomen. Dat komt door de Europese welvaartstaat, die het initiatief van de burgers kapot maakt door hoge belastingen en zware reguleringen.
De verwijzingen naar faillissementscijfers zeggen dus niets over de toestand van de economie. Integendeel moet er gekeken worden naar het aantal faillissementen in vergelijking met het aantal nieuwe ondernemingen. En nog meer naar een – ruwe - berekening van alle waarde die wordt geproduceerd in een land: het bruto nationaal product.
Zekere reguleringen zijn nodig, maar ze moeten rationeel zijn. Het eigendomsrecht is ook een regulering, en uiteraard nodig. Het criterium moet zijn dat reguleringen natuurlijke rechten van individuen moeten beschermen. Wat zijn die natuurlijke rechten dan? Als we er van uitgaan dat elk individu gelijkwaardig is, moeten de rechten voor iedereen dezelfde zijn.
Onschendbaarheid van de persoon, eigendom, resultaat van inspanning, allen zijn ze ontegensprekelijk onvervreemdbare rechten en moeten ze worden beschermd. Een recht om andermans goed te krijgen, om te profiteren van andermans inspanningen, kan uiteraard nooit bestaan in een systeem waar iedereen gelijkwaardig is.
Een duidelijke schending van rechten is bijvoorbeeld bedrog. Schoenen waarin gevaarlijke stoffen in zijn verwerkt kunnen bezwaarlijk gezien worden als deel van de afspraak die een consument met de verkoper sluit. Het moet dan ook wel echt om bedrog gaan, natuurlijk. De oude Romeinse regel “caveat emptor” (de koper moet op zijn tellen passen) moet de eerste garantie zijn om bedrog te vermijden, pas als de koper echt zorgvuldig was, mag de verkoper worden aangepakt.
Een garantie dat een dergelijke, efficiënte, regulering, echt tot stand komt, is een regulator op een zo gedecentraliseerd mogelijk niveau. Een gecentraliseerde regulering, zoals die nu in de EU bestaat, zorgt ervoor dat gebreken zoals regulering op maat van belangengroepen zoveel schadelijker worden. Zonder Europese Unie zou een gezamenlijke regulering bovendien enkel tot stand komen als het echt nodig is, en niet zoals nu, te pas en te onpas. Ook de lidstaten zouden veel sneller economisch afgestraft worden. Er zou meer vrijhandel zijn, en het openzetten van markten zou ook veel geleidelijker aan gebeurd zijn, want niet overal in Europa tegelijk in één klap. De schoenenfabrikanten gaan dus inderdaad best betogen tegen de Unie, maar dan wel om andere redenen.
No comments:
Post a Comment