Tuesday, January 19, 2021

Het brexit-handelsakkoord afgewogen

Oorspronkelijk gepubliceerd op Doorbraak

Het Brexit-handelsakkoord afgewogen

Net voor Kerst kwamen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk alsnog een handelsakkoord overeen. Dat was uitermate laat, zeker omdat de nieuwe regeling al inging vanaf 1 januari, waardoor er bitter weinig tijd was voor ondernemingen om zich voor te bereiden.

Het Verenigd Koninkrijk verliet de EU formeel begin 2020, maar bleef gedurende 2020 volledig toegang houden tot de EU, zonder tarifaire of niet-tarifaire belemmeringen, waarbij het land wel geen eigen handelsbeleid mocht voeren en ook niet mocht afwijken van Europese regelgeving. Dat verandert nu. Hieronder maak ik een overzicht van de voordelen maar ook de tekortkomingen van de nieuwe relatie tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, dat samen met de Verenigde Staten en China één van de drie belangrijke handelspartners van de EU is.

Wat is er goed aan het akkoord?

Het belangrijkste voordeel van het handelsakkoord is dat er geen douanetarieven komen op de onderlinge handel, vooralsnog en met wat voorbehoud, wat ik hieronder uiteenzet. Volgens KU Leuven Professor Hylke Vandenbussche zijn op die manier toch een paar tienduizendtal jobs gered, al zouden volgens haar zelfs met een “deal" - nog steeds tot 10.000 jobs kunnen sneuvelen in ons land.

Een ander goed aspect van het zogenaamde "EU-UK Trade and Cooperation Agreement" of "TCA"  is dat er meer competitie op vlak van regelgeving en handelsbeleid komt. Net zoals op vlak van Covid-beleid Europese regeringen onder vuur kunnen komen na eenvoudige vergelijking met hoe men de zaken in het buitenland aanpakt, zal men een dergelijke dynamiek ook meer zien op vlak van regelgeving.

Het is waarschijnlijk dat het Verenigd Koninkrijk in eerste instantie niet ver zal afwijken van Europese regelgeving, bijvoorbeeld voor chemische producten, data of financiële dienstverlening, maar het staat in de sterren geschreven dat dit zal gebeuren, zeker indien de Europese Unie het huidige pad van steeds meer betuttelende regelgeving blijft bewandelen. Ook op vlak van handel krijgen de Britten nu de kans om beter te doen dan de EU, al moet het worden gezegd dat de Europese Unie op dit vlak wel degelijk uitstekend werk leverde de laatste 20 jaar. Indien de Britten handelsakkoorden met India, Israel en de Verenigde Staten zouden sluiten, zal de Europese industrie ongetwijfeld meer druk zetten op de Europese Commissie om dat ook te proberen.

Het akkoord voorziet dat als de Britten te ver afwijken van de Europese regelgevende standaarden, een onafhankelijk scheidsgerecht kan beslissen om de EU toe te laten toch douanetarieven op te leggen, indien er kan worden aangetoond dat de afwijking zo significant is dat ze een materiële impact op handel of investeringen heeft, wat niet zo evident is.

Het is een goede zaak dat men voor een onafhankelijk arbitragesysteem heeft gekozen en niet voor een rol voor het nogal activistische Europese Hof van Justitie, iets waar de EU lang voor pleitte. Men kan het vreemd vinden dat de hoogste rechtbank van één van beide partijen de rol krijgt om geschillen uit te klaren, maar tot op de dag van vandaag probeert de Europese Unie dit op te dringen aan Zwitserland. Op dit moment is in de onderlinge Zwitsers-Europese handelsrelatie nog geen judiciële geschillenprocedure voorzien. 

De Zwitsers hebben dit steeds formeel geweigerd, dus het Britse precedent kan er nu misschien voor zorgen dat de Europese Unie deze extreme eis opgeeft, waardoor eindelijk ook vooruitgang kan komen in het verder vrijmaken van de handel tussen de EU en Zwitserland.

In elk geval wordt het nu dus makkelijker voor de Britten om het anders te doen. Is GDPR wel de beste manier om data te beschermen? Is het omslachtige en dure Europese REACH-registratiesysteem voor chemische producten wel het meest innovatievriendelijk? En hoe wordt het regelgevend kader voor “fintech” best vormgegeven? De vraag is hier niet enkel of dereguleren een goed idee is, of niet. Het gaat ook over was de meest optimale regelgeving is.

Voorts werd er ook een akkoord bereikt over visserij. Dat is heel belangrijk nieuws, aangezien hiervan maar liefst 2.300 jobs van afhangen in ons land. Volgens schattingen zouden de Belgische vissers tegen 2026 een 7% van hun markttoegang tot Britse wateren verliezen, wat meevalt in vergelijking met Nederland (10%), Frankrijk (8%) of Ierland (15%). Voor Britse vissers zijn er nu evenwel meer bureaucratische obstakels om hun vis op het vasteland te verkopen. Dat is in sommige opzichten beter voor onze vissers, maar slechter voor de Europese consument.

“Last but not least”, is het feit dat er een akkoord is ook goed nieuws voor het Noord-Ierse vredesproces. Het scheidingsakkoord, dat al begin 2020 in voege trad tussen de EU en het VK, voorzag reeds dat er controles zouden komen tussen Groot-Brittannië en Noord-Ierland, om zo een "harde grens" te vermijden op het Ierse eiland. Begin december 2020 kwam men ook tot een akkoord over de uitvoering daarvan, maar die zou heel moeilijk worden ingeval er opeens ook heel wat douanetarieven zouden moeten worden geheven op producten die vanop het Britse vasteland Noord-Ierland binnenkomen. Zelfs met de deal zijn er nu al heel wat meer extra omslachtige douaneformaliteiten die sinds 1 januari gelden op die goederenstroom binnen het VK, en vanaf 1 april dreigt dat met het wegvallen van overgangsmaatregelen erger te worden. Die moeten met de nodige flexibiliteit wel kunnen worden opgelost. In elk geval werd het ergste scenario, van een “no deal” met douanetarieven binnen het VK vermeden, wat zeker koren op de molen van heethoofdige extremisten in Noord-Ierland was geweest.

Wat is er slecht aan het akkoord?

Douanetarieven werden misschien vermeden, maar toch is het mogelijk dat die er komen, in twee gevallen.

Ten eerste worden goederen enkel vrijgesteld van douanetarieven indien ze ook geproduceerd werden in de EU of het VK. Nadat men Chinese goederen invoert in het VK, kan men die niet zomaar als "Britse" goederen in de EU invoeren. De zogenaamde "regels van oorsprong”, die nogal omslachtig zijn, bepalen wanneer goederen dus al dan niet onderhevig zijn aan tarieven.

Ten tweede is het dus mogelijk dat er alsnog douanetarieven komen op de onderlinge handel, indien een arbitragerechtbank oordeelt dat nieuwe Britse regelgeving een materiële impact heeft op handel of investeringen heeft, wat dus een vrij verregaande vereiste is.

Zelfs zonder douanetarieven komt er heel wat douanebureaucratie bij, zoals bijvoorbeeld uitvoeraangiftes. Zeker voor kleine ondernemingen die geen handel drijven buiten de EU is dat allemaal niet evident.  

Dan hebben we het nog niet gehad over de nieuwe “niet-tarifaire” belemmeringen, waarbij de markttoegang wordt beperkt in vergelijking met de situatie voordien. Zeker voor de dienstensector is dat een grote bekommernis. De Britse City of London, het grootste financieel centrum ter wereld, verliest hierdoor een stuk marktaandeel, ook al doet ze voor 75% zaken met niet-EU partners en hebben ze de financiële slagkracht om dochterondernemingen binnen de EU op te richten. Voor kleinere dienstverleners is dat allemaal moeilijker, en het feit dat professionele kwalificaties niet langer worden erkend is een jammere zaak. 

Niet alle handel binnen de Europese Unie was reeds open gemaakt, maar sommige verworvenheden gaan nu dus wel verloren. Dat is ook zo met “Erasmus”-uitwisseling met Britse universiteiten, al is hier  in theorie in de toekomst zeker wel nog een akkoord over mogelijk. Internationale uitwisseling van studenten bestond voor het Erasmus-programma ook al.

Hoewel toerisme, met een verblijf voor niet meer dan drie maanden, perfect mogelijk blijft, wordt het voor Europeanen heel wat omslachtiger om permanent in het VK te gaan werken. Omgekeerd is dat trouwens ook zo, met name bijvoorbeeld voor Britse muzikanten, die voortaan in elk van de EU-lidstaten een werkvergunning moeten gaan aanvragen, wat onze festivals zeker parten zal spelen.

De weg vooruit?

Vrijhandel gaat over vertrouwen. In een ideale wereld drijven geïndustrialiseerde landen handel met elkaar zonder beperkingen, waarbij ze elkaars regels en standaarden eenvoudigweg erkennen en zelfs alle beperkingen op migratie eenvoudigweg worden geschrapt, aangezien er toch geen gevaar is op ongecontroleerde massamigratie tussen die landen.

In de echte wereld worden handelsstromen echter strikt gereguleerd, met allerlei bureaucratie, voorwaarden en soms ook douanetarieven. Het beste wat het VK en de EU dan ook konden bereiken is om die ellende zo veel mogelijk te beperken.

Het is nu al duidelijk dat er heel wat zaken nog niet zijn geregeld in het akkoord, dus het is van het uiterste belang om dit zo snel mogelijk te doen.

Vooreerst moeten zowel de EU als het VK bijzonder pragmatisch zijn bij de controle van de nieuwe verplichtingen, om ondernemingen de tijd te geven om zich aan te passen.

Fundamenteel moet er ook heel wat meer wederzijdse erkenning van standaarden komen. Niet enkel omdat het VK eenvoudigweg nog steeds zowat alle Europese regelgeving in voege heeft, maar ook omdat het om een land gaat dat we wel kunnen vertrouwen.

Een Europese ambtenaar maakt aan de Financial Times de visie bij sommige eurocraten duidelijk. Hij stelt: "Men kan niet verwachten dat het VK de "food import hub" van de EU blijft. Dat kan niet blijven duren." Dit is een uiting van het idee dat het opleggen van extra belemmeringen voor handel tussen VK en EU de eigen industrie zal bevoordelen.

Het is natuurlijk bijzonder kortzichtig om dat te denken. Het zal wel zo zijn dat men op die manier hier en daar wel eens een voordeel kan halen en er er zullen wel bedrijven zijn die zich in de EU vestigen als gevolg van de nieuwe EU-belemmeringen voor handel tussen VK en EU. Uiteindelijk zal zoiets echter meer kapot maken dan het goed zal doen. Als onze ondernemingen niet makkelijk de Britse markt kunnen bedienen, schaadt dat hen in hun globale groeistrategie. Bovendien wordt Europa minder aantrekkelijk voor investeerders als er grote belemmeringen komen tussen de Britse markt en die van de Europe Unie.

Enkele suggesties om de nieuwe "muur van bureaucratie" voor handel tussen VK en EU, zoals de Financial Times het noemt, wat te verzachten?

Erken professionele kwalificaties, regel tijdelijk verkeer van dienstverleners, kom wederzijdse erkenning van conformiteitsattesten overeen, als ook van data-regulering en wat mij betreft zoveel mogelijk andere regulering eveneens. Geef prioriteit aan de specifieke sectoren die door het handelsakkoord over het hoofd werden gezien. Zo worden alvast de grootste nieuwe pijnpunten aangepakt.  

Bovendien is ook een oplossing voor het nieuwe BTW-regime om handel te drijven met het VK nodig. Op dit moment, dienen Britse bedrijven in verschillende EU-lidstaten een BTW-registratie gaan doen, wat omslachtig is en heel wat Britse webshops er toe deed besluiten niet langer klanten in de EU te bedienen. BTW is al bijzonder complex zonder brexit, maar een oplossing kan er eventueel in bestaan dat de Britse regering een jaarlijkse vergoeding betaalt aan de EU in ruil voor het wegvallen van BTW-formaliteiten voor Britse ondernemingen, met uiteraard een gelijkaardige regelgeving voor EU-ondernemingen die in het VK verkopen.

Het was altijd al onvermijdelijk dat Brexit tot meer handelsbeperkingen zou leiden. In het ideale scenario was het VK lid van de EU gebleven en had de EU oor gehad voor de Britse verzuchting om de EU te heroriënteren naar haar kernopdracht: het wegwerken van handelsbelemmeringen. Ironisch genoeg zorgt Brexit ervoor dat nu duidelijker dan ooit wordt hoe belangrijk het vrijhandelskader is dat de EU biedt. Dat kader komt in gevaar wanneer de EU zich inlaat met "Eurofederalistische" experimenten om steeds meer macht te verwerven, aangezien het gebrek aan democratische legitimiteit voor een "blowback", zoals het Brexit-referendum, kan zorgen.

Er is een intense economische en historische verwevenheid tussen de Britse eilanden en het vasteland. Reeds in 1496 kwamen Londen en de handelsmogendheden op het Europese vasteland, met Bourgondische Nederlanden op kop, een voor die tijd verregaand handelsakkoord overeen, het zogenaamd "Intercursus Magnus".  Ook al zorgt het hedendaagse handelsakkoord EU-UK TCA voor een inperking van de handel, vormt het toch een goede basis om terug zo dicht mogelijk aan te knopen bij de handelstoegang die er voor 1 januari was, maar dan met heel wat meer regelgevende competitie, in het belang van de beide kanten van het Kanaal.

 

 


No comments: