Oorspronkelijk gepubliceerd op Doorbraak
Het Brexit-handelsakkoord afgewogen
Net voor Kerst kwamen
de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk alsnog een handelsakkoord overeen.
Dat was uitermate laat, zeker omdat de nieuwe regeling al inging vanaf 1
januari, waardoor er bitter weinig tijd was voor ondernemingen om zich voor te
bereiden.
Het Verenigd Koninkrijk
verliet de EU formeel begin 2020, maar bleef gedurende 2020 volledig toegang
houden tot de EU, zonder tarifaire of niet-tarifaire belemmeringen, waarbij het
land wel geen eigen handelsbeleid mocht voeren en ook niet mocht afwijken van
Europese regelgeving. Dat verandert nu. Hieronder maak ik een overzicht van de
voordelen maar ook de tekortkomingen van de nieuwe relatie tussen de Europese
Unie en het Verenigd Koninkrijk, dat samen met de Verenigde Staten en China één
van de drie belangrijke handelspartners van de EU is.
Wat is er goed aan
het akkoord?
Het belangrijkste
voordeel van het handelsakkoord is dat er geen douanetarieven komen op de
onderlinge handel, vooralsnog en met wat voorbehoud, wat ik hieronder
uiteenzet. Volgens KU Leuven Professor Hylke Vandenbussche zijn op die manier
toch een paar tienduizendtal jobs gered, al zouden volgens haar zelfs met een “deal" - nog
steeds tot 10.000 jobs kunnen sneuvelen in ons land.
Een ander goed aspect
van het zogenaamde "EU-UK Trade and Cooperation Agreement" of
"TCA" is dat er meer competitie op vlak van regelgeving en
handelsbeleid komt. Net zoals op vlak van Covid-beleid Europese regeringen
onder vuur kunnen komen na eenvoudige vergelijking met hoe men de zaken in het
buitenland aanpakt, zal men een dergelijke dynamiek ook meer zien op vlak van
regelgeving.
Het is waarschijnlijk
dat het Verenigd Koninkrijk in eerste instantie niet ver zal afwijken van
Europese regelgeving, bijvoorbeeld voor chemische producten, data of financiële
dienstverlening, maar het staat in de sterren geschreven dat dit zal gebeuren,
zeker indien de Europese Unie het huidige pad van steeds meer betuttelende
regelgeving blijft bewandelen. Ook op vlak van handel krijgen de Britten nu de
kans om beter te doen dan de EU, al moet het worden gezegd dat de Europese Unie
op dit vlak wel degelijk uitstekend werk leverde de laatste 20 jaar. Indien de
Britten handelsakkoorden met India, Israel en de Verenigde Staten zouden
sluiten, zal de Europese industrie ongetwijfeld meer druk zetten op de Europese
Commissie om dat ook te proberen.
Het akkoord voorziet
dat als de Britten te ver afwijken van de Europese regelgevende standaarden,
een onafhankelijk scheidsgerecht kan beslissen om de EU toe te laten toch
douanetarieven op te leggen, indien er
kan worden aangetoond dat de afwijking zo significant is dat ze een materiële
impact op handel of investeringen heeft, wat niet zo evident is.
Het is een goede zaak
dat men voor een onafhankelijk arbitragesysteem heeft gekozen en niet voor een
rol voor het nogal activistische Europese Hof van Justitie, iets waar de EU
lang voor pleitte. Men kan het vreemd vinden dat de hoogste rechtbank van één
van beide partijen de rol krijgt om geschillen uit te klaren, maar tot op de
dag van vandaag probeert de Europese Unie dit op te dringen aan Zwitserland. Op
dit moment is in de onderlinge Zwitsers-Europese handelsrelatie nog geen
judiciële geschillenprocedure voorzien.
De Zwitsers hebben dit
steeds formeel geweigerd, dus het Britse precedent kan er nu misschien voor
zorgen dat de Europese Unie deze extreme eis opgeeft, waardoor eindelijk ook
vooruitgang kan komen in het verder vrijmaken van de handel tussen de EU en
Zwitserland.
In elk geval wordt het
nu dus makkelijker voor de Britten om het anders te
doen. Is GDPR wel de beste manier om data te
beschermen? Is het omslachtige en dure Europese REACH-registratiesysteem voor
chemische producten wel het meest innovatievriendelijk? En hoe wordt het
regelgevend kader voor “fintech” best vormgegeven? De vraag is hier niet enkel
of dereguleren een goed idee is, of niet. Het gaat ook over was de meest
optimale regelgeving is.
Voorts werd er ook een
akkoord bereikt over visserij. Dat is heel belangrijk nieuws, aangezien hiervan
maar liefst 2.300 jobs van afhangen in ons land. Volgens schattingen zouden de Belgische
vissers tegen 2026 een 7% van hun markttoegang tot Britse wateren verliezen, wat
meevalt in vergelijking met Nederland (10%), Frankrijk (8%) of Ierland (15%).
Voor Britse vissers zijn er nu evenwel meer bureaucratische obstakels om hun
vis op het vasteland te verkopen. Dat is in sommige opzichten beter voor onze
vissers, maar slechter voor de Europese consument.
“Last but not least”,
is het feit dat
er een akkoord is ook goed nieuws voor het
Noord-Ierse vredesproces. Het scheidingsakkoord, dat al begin 2020 in voege trad tussen de EU en het VK,
voorzag reeds dat er controles zouden komen tussen Groot-Brittannië en
Noord-Ierland, om zo een "harde grens" te vermijden op het Ierse
eiland. Begin december 2020 kwam men ook tot een akkoord over de uitvoering
daarvan, maar die zou heel moeilijk worden ingeval er opeens ook heel wat
douanetarieven zouden moeten worden geheven op producten die vanop het Britse
vasteland Noord-Ierland binnenkomen. Zelfs met de deal zijn er nu al heel wat
meer extra omslachtige douaneformaliteiten die sinds 1 januari gelden op die
goederenstroom binnen het VK, en vanaf 1 april dreigt dat met het wegvallen van overgangsmaatregelen
erger te worden. Die moeten met de nodige flexibiliteit wel kunnen worden opgelost. In elk geval werd het ergste scenario,
van een “no deal” met douanetarieven binnen het VK vermeden, wat zeker koren op
de molen van heethoofdige extremisten in Noord-Ierland was geweest.
Wat is er slecht aan
het akkoord?
Douanetarieven werden
misschien vermeden, maar toch is het mogelijk dat die er komen, in twee
gevallen.
Ten eerste worden
goederen enkel vrijgesteld van douanetarieven indien ze ook geproduceerd werden
in de EU of het VK. Nadat men Chinese goederen invoert in het VK, kan men die
niet zomaar als "Britse" goederen in de EU invoeren. De zogenaamde
"regels van oorsprong”, die nogal omslachtig zijn, bepalen wanneer
goederen dus al dan niet onderhevig zijn aan tarieven.
Ten tweede is het dus
mogelijk dat er alsnog douanetarieven komen op de onderlinge handel, indien een arbitragerechtbank oordeelt dat nieuwe Britse
regelgeving een materiële impact heeft op handel of investeringen heeft, wat
dus een vrij verregaande vereiste is.
Zelfs zonder
douanetarieven komt er heel wat douanebureaucratie bij, zoals bijvoorbeeld uitvoeraangiftes. Zeker voor
kleine ondernemingen die geen handel drijven buiten de EU is dat allemaal niet
evident.
Dan hebben we het nog
niet gehad over de nieuwe “niet-tarifaire” belemmeringen, waarbij de
markttoegang wordt beperkt in vergelijking met de situatie voordien. Zeker voor
de dienstensector is dat een grote bekommernis. De Britse City of London, het
grootste financieel centrum ter wereld, verliest hierdoor een stuk
marktaandeel, ook al doet ze voor 75% zaken met niet-EU partners en hebben ze
de financiële slagkracht om dochterondernemingen binnen de EU op te richten.
Voor kleinere dienstverleners is dat allemaal moeilijker, en het feit dat
professionele kwalificaties niet langer worden erkend is een jammere
zaak.
Niet alle handel binnen
de Europese Unie was reeds open gemaakt, maar sommige verworvenheden gaan nu
dus wel verloren. Dat is ook zo met “Erasmus”-uitwisseling met Britse
universiteiten, al is hier in theorie in
de toekomst zeker wel nog een akkoord over mogelijk. Internationale
uitwisseling van studenten bestond voor het Erasmus-programma ook al.
Hoewel toerisme, met
een verblijf voor niet meer dan drie maanden, perfect mogelijk blijft, wordt
het voor Europeanen heel
wat omslachtiger om permanent in het VK te gaan
werken. Omgekeerd is dat trouwens ook zo, met name bijvoorbeeld voor Britse
muzikanten, die voortaan in elk van de EU-lidstaten een werkvergunning moeten
gaan aanvragen, wat onze festivals zeker parten zal spelen.
De weg vooruit?
Vrijhandel gaat over vertrouwen. In een ideale wereld drijven geïndustrialiseerde
landen handel met elkaar zonder beperkingen, waarbij ze elkaars regels en
standaarden eenvoudigweg erkennen en zelfs alle beperkingen op migratie
eenvoudigweg worden geschrapt, aangezien er toch geen gevaar is op
ongecontroleerde massamigratie tussen die landen.
In de echte wereld worden handelsstromen echter strikt gereguleerd, met
allerlei bureaucratie, voorwaarden en soms ook douanetarieven. Het beste wat het
VK en de EU dan ook konden bereiken is om die ellende zo veel mogelijk te beperken.
Het is nu al duidelijk dat er heel wat zaken nog niet zijn geregeld in
het akkoord, dus het is van het uiterste belang om dit zo snel mogelijk te
doen.
Vooreerst moeten zowel de EU als het VK bijzonder pragmatisch zijn bij de
controle van de nieuwe verplichtingen, om ondernemingen de tijd te geven om
zich aan te passen.
Fundamenteel moet er ook heel wat meer wederzijdse erkenning van
standaarden komen. Niet enkel omdat het VK eenvoudigweg nog steeds zowat alle
Europese regelgeving in voege heeft, maar ook omdat het om een land gaat dat we
wel kunnen vertrouwen.
Een Europese ambtenaar maakt aan de Financial Times de visie bij sommige
eurocraten duidelijk. Hij stelt: "Men kan niet verwachten dat het VK de
"food import hub" van de EU blijft. Dat kan niet blijven duren."
Dit is een uiting van het idee dat het opleggen van extra belemmeringen voor
handel tussen VK en EU de eigen industrie zal bevoordelen.
Het is natuurlijk bijzonder kortzichtig om dat te denken. Het zal wel zo
zijn dat men op die manier hier en daar wel eens een voordeel kan halen en er er
zullen wel bedrijven zijn die zich in de EU vestigen als gevolg van de nieuwe
EU-belemmeringen voor handel tussen VK en EU. Uiteindelijk zal zoiets echter meer
kapot maken dan het goed zal doen. Als onze ondernemingen niet makkelijk de
Britse markt kunnen bedienen, schaadt dat hen in hun globale groeistrategie.
Bovendien wordt Europa minder aantrekkelijk voor investeerders als er grote
belemmeringen komen tussen de Britse markt en die van de Europe Unie.
Enkele suggesties om de nieuwe "muur van bureaucratie" voor
handel tussen VK en EU, zoals de Financial Times het noemt, wat te verzachten?
Erken professionele kwalificaties, regel tijdelijk verkeer van
dienstverleners, kom wederzijdse erkenning van conformiteitsattesten overeen,
als ook van data-regulering en wat mij betreft zoveel mogelijk andere
regulering eveneens. Geef prioriteit aan de specifieke sectoren die door het
handelsakkoord over het hoofd werden gezien. Zo worden alvast de grootste
nieuwe pijnpunten aangepakt.
Bovendien is ook een oplossing voor het nieuwe BTW-regime om handel te
drijven met het VK nodig. Op dit moment, dienen Britse bedrijven in
verschillende EU-lidstaten een BTW-registratie gaan doen, wat omslachtig is en
heel wat Britse webshops er toe deed besluiten niet langer klanten in de EU te
bedienen. BTW is al bijzonder complex zonder brexit, maar een
oplossing kan er eventueel in bestaan dat de Britse regering een jaarlijkse
vergoeding betaalt aan de EU in ruil voor het wegvallen van BTW-formaliteiten
voor Britse ondernemingen, met uiteraard een gelijkaardige regelgeving voor EU-ondernemingen
die in het VK verkopen.
Het was altijd al onvermijdelijk dat Brexit tot meer handelsbeperkingen
zou leiden. In het ideale scenario was het VK lid van de EU gebleven en had de
EU oor gehad voor de Britse verzuchting om de EU te heroriënteren naar haar
kernopdracht: het wegwerken van handelsbelemmeringen. Ironisch genoeg zorgt
Brexit ervoor dat nu duidelijker dan ooit wordt hoe belangrijk het vrijhandelskader
is dat de EU biedt. Dat kader komt in gevaar wanneer de EU zich inlaat met
"Eurofederalistische" experimenten om steeds meer macht te verwerven,
aangezien het gebrek aan democratische legitimiteit voor een
"blowback", zoals het Brexit-referendum, kan zorgen.
Er is een intense economische en historische verwevenheid tussen de
Britse eilanden en het vasteland. Reeds in 1496 kwamen Londen en de
handelsmogendheden op het Europese vasteland, met Bourgondische Nederlanden op
kop, een voor die tijd verregaand handelsakkoord overeen, het zogenaamd "Intercursus
Magnus". Ook al zorgt het hedendaagse handelsakkoord EU-UK
TCA voor een inperking van de handel, vormt het toch een goede basis om terug
zo dicht mogelijk aan te knopen bij de handelstoegang die er voor 1 januari
was, maar dan met heel wat meer regelgevende competitie, in het belang van de
beide kanten van het Kanaal.
No comments:
Post a Comment