Sunday, February 07, 2021

Een nadere kijk op de gebrekkige Europese vaccin-aanpak

Oorspronkelijk gepubliceerd op Doorbraak

Recent kwam Europees Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen onder vuur voor haar aanpak van de aankoop van Covid-vaccins. Dit wordt - samen met fouten op nationaal niveau en de eerder trage goedkeuring door het Europees Geneesmiddelen Agentschap of EMA - meer en  meer gezien als een belangrijke reden waarom EU-lidstaten zo veel trager zijn met het vaccineren tegen Covid dan Israel, het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten. 

 

Terwijl die twee laatsten al een akkoord sloten met Pfizer in juli 2020, duurde het maar liefst tot november voor de Commissie een gelijkaardige deal afsloot. Nochtans berichtte de Wall Street Journal al op lovende wijze over het vaccin in juni. 

 

Ook de aankoop van het AstraZeneca vaccin gebeurde nogal traag. De Britse regering sloot hierover al een akkoord met de Brits-Zweedse farmagigant in mei, terwijl de Europese Unie hiervoor maar liefst tot augustus wachtte. 

 

Belangrijk om daarbij te vermelden is dat vier Europese landen, namelijk Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië - de zogenaamde "inclusieve vaccin alliantie” (IVA), al los van de Commissie hadden onderhandeld met AstraZeneca en er zelfs al een princiepsakkoord was in juni. Toen echter beval de Duitse Kanselier, Angela Merkel, aan haar Minister van Volksgezondheid, Jens Spahn, om de verantwoordelijkheid hiervoor over te hevelen naar de Europese Commissie. Dat gebeurde dan ook, en samen met zijn drie collega’s schreef Spahn een eerder verontschuldigende brief stuurde naar de Commissie. Bloomberg concludeert dan ook dat "de vingerafdrukken van Merkel overal te vinden zijn op het Duitse vaccinfalen". 

 

Dat het de Commissie dan nog eens drie maanden kostte om het akkoord met AstraZeneca te bezegelen kan dan ook als een zoveelste falen op het conto van de Duitse Kanselier worden geschreven, naast de Energiewende, het chaotische immigratiebeleid en natuurlijk de miljardentransfers in het kader van de eurocrisis.

 

Het lijkt er sterk op dat de reden waarom de Commissie zo veel tijd nam is dat ze de prijs van de vaccins wilde drukken, en ook wilde dat grote pharmabedrijven sterker aansprakelijk zouden zijn als het misgaat. Voor het Pfizer-vaccin zou Israel 2,3% keer zo veel betalen als de EU, terwijl Israel, ondanks een bevolking die maar 12% bedraagt van de Duitse bevolking, wel 40% meer van dat vaccin krijgt dan de Duitsers, hoewel dit vaccin in Duitsland werd ontwikkeld.   

 

Deze strategie heeft echter een bijzonder grote kostprijs, die de komende tijd alleen maar duidelijker dreigt te worden. Volgens één schatting zou de kost voor de economieën van de EU hierdoor maar liefst oplopen tot 100 miljard euro, aangezien het voor één tot twee maand langere lockdowns zou zorgen.

 

Het is wel zo dat landen zoals België niet gelukkig waren met het eenzijdige initiatief van de vier landen van de "vaccin-alliantie", en men kan zeker beargumenteren dat het een goed idee is voor EU-lidstaten om samen op te treden tegenover farmaceutische bedrijven. Nietemin ware het dan toch beter geweest dat de 27 EU-regeringen hiervoor een technisch team samenstelden, eerder dan te vertrouwen op de hopeloos gepolitiseerde Europese Commissie. 

 

Wie er nog aan twijfelt dat de Commissie gepolitiseerd is en dat dit een probleem is, moet enkel de reactie bekijken van de instelling op de aankondiging door AstraZeneca dat het slechts 31 miljoen vaccins zou kunnen leveren aan de EU tegen einde maart, in plaats van de beloofde 80 miljoen vaccins. 

 

De Europese Commissie ging hierop volop de confrontatie aan met het farmabedrijf, waarbij uiteindelijk ook het contract tussen de twee partijen werd publiek gemaakt. Dat contract, dat onder Belgisch recht werd opgemaakt, is allesbehalve duidelijk, maar volgens de Belgische advocaat Fernand Keuleneer heeft de Commissie geen poot om op te staan. Dat mag in elk geval niet verbazen, want reeds in juni berichtte De Tijd dat AstraZeneca moeite had om geschikte profielen te vinden voor de Belgische fabriek waar de productieproblemen zich nu voordoen. Het is evident dat AstraZeneca zich toen niet zou verbinden tot een resultaatsverbintenis. 

 

De Europese Commissie vermoedt dat vaccins die in de EU werden geproduceerd naar het VK werden overgebracht. Ook dat kan wel eens perfect volgens het contract zijn, aangezien het VK drie maanden eerder een akkoord afsloot. 

 

Naast de openlijke ruzie met AstraZeneca opteerde de Europese Commissie voor een nieuw regelgevend kader voor het beperken van de uitvoer van vaccins buiten de EU. Puur protectionisme, nadat EC voorzitter von der Leyen maanden aan een stuk had zitten waarschuwen voor “vaccinationalisme”. De lidstaten keurden het kader echter snel goed, wellicht omdat ze ook maar al te gretig op zoek waren naar een manier om de aandacht van eigen falen af te leiden. Het leidde allemaal wel tot kwade reacties uit Japan, Canada en Zuid-Korea. 

 

België zelf, en met name Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke, lijkt inmiddels met nog strengere wetgeving naar voren te komen. De Belgische farmasector waarschuwde hiervoor reeds, stellende: "Als deze wet erdoor komt, zou dat een ramp zijn voor de positie van ‘pharma valley‘ die ons land heeft.. Als hoofdzetels van die multinationals zien wat onze regering van plan is, zullen ze niet nalaten hun productielijnen naar andere landen te brengen"

 

Sommige journalisten omschreven dit soort beleid als "Europe first", maar de vraag is of dergelijk protectionisme goed is voor de Europeanen zelf. De reden waarom vele vaccins in Europa worden ontwikkeld is de sterke rechtsbescherming en de aanwezigheid van een rijk ecosysteem van onderzoekers en farma-bedrijven. Protectionisme zal enkel toekomstige investeringen in deze levensnoodzakelijke en innovatieve economische sector bedreigen. Het is vreemd dat de federale regering en de Europese Commissie hier zo makkelijk mee wegkomen, want als er één land wel het centrum van de vaccinindustrie is, is het het onze. 

 

"En cours de route" zorgden von der Leyen en haar team nog voor een enorme uitbarsting van woede in Ierland, toen het duidelijk werd dat in het voorstel voor de Europese vaccin-exportrestricties een bepaling was inbegrepen die grenscontroles tussen Ierland en Noord-Ierland zou mogelijk maken. Von der Leyen lijkt hierover op eigen houtje te hebben gehandeld, zonder de Ierse regering en zelfs haar eigen Brexit-adviseur Michel Barnier, te hebben ingelicht. Barnier waarschuwde sinds het Brexit-referendum zonder ophouden voor het gevaar dat grenscontroles daar inhouden voor het vredesproces. 

 

Het doet denken aan hoe von der Leyen samen met Merkel op het einde van Duitse EU-voorzitterschap verleden jaar snel nog een investeringsverdrag tussen de EU en China bezegelde, dit tot ongenoegen van onder meer Belgische, Poolse, Italiaanse en Spaanse diplomaten.

 

Von der Leyen probeerde na het Ierse debacle eerst de schuld te schuiven op de Litouwse EU-Commissaris voor handelsbeleid, Valdis Dombrovskis, maar moest uiteindelijk toch toegeven dat zij verantwoordelijk was. 

 

Volgens diplomaten zou het vertrouwen in von der Leyen bij de lidstaten zijn geschonden door dit alles, en zelfs een opstappen wordt niet voor onmogelijk gehouden. Het is echter onwaarschijnlijk dat de beschermvrouw van von der Leyen, Angela Merkel, haar zal laten vallen, omdat dit ook meteen een erkennen van eigen falen zou inhouden.

 

Ondertussen blijven de onthullingen maar komen. Voor het vaccin van Johnson & Johnson bedong de V.S. alvast dat het voor Europa levering zou verkrijgen. Ook sloot de EU nog steeds geen overeenkomst voor het Novavax-vaccin. 

 

De laatste strohalm die de Europese politici nu lijken te grijpen om de aandacht af te leiden, is om de vaccins waarvan ze er te weinig konden bemachtigen in vraag te stellen. Von der Leyen alweer heeft gesuggereerd dat het VK de "veiligheid en efficiëntie" - regels niet in acht heeft genomen door zo snel te starten met het AstraZeneca vaccin, en ook de Franse President Macron liet zich laatdunkend uit hiervoor. Het leidde tot een opmerking van de Britse Professor John Bell, actief aan de medische faculteit in Oxford: "wanneer je geen vaccin hebt, kan je maar best de vraag ernaar verminderen". 

 

De Belgische premier Alexander De Croo was misschien wel de eerste die deze strategie toepastte, wanneer hij stelde op 20 december: "In het VK hebben ze hun bevolking als proefkonijnen genomen." Dat dezelfde politicus in die periode ook de "strijd tegen fake news" als groot speerpunt zag, kan men ironisch noemen.

 

Natuurlijk is het goed mogelijk dat - achter bekeken - het VK een fout heeft gemaakt, maar ook het EMA keurde ondertussen wel dit vaccin goed, al houdt het een slag om de arm voor de 65-plussers, niet omdat het niet veilig zou zijn, maar omdat er te weinig data zijn om aan te tonen dat het evengoed werkt. Ondertussen zouden nieuwe data volgens hun Britse collega’s aantonen dat het vaccin wel degelijk effectief is voor ouderen. Allemaal medische excuses die de Europese politiek nu maar al te gretig gebruikt om eigen falen te verdoezelen. 

 

Een even effectieve aanpak als in het V.K., Israel of in de V.S. zou er voor hebben gezorgd dat nu duizenden landgenoten zouden zijn beschermd tegen Covid in de twee komende maanden, nu het virus nog goed kan gedijen omdat de bevolking binnen leeft. Hopelijk neemt de virus-circulatie tussen mei en augustus net zoals in 2020 opnieuw sterk af, waardoor beleidsmakers enkele maanden ruimte te krijgen om voor een hoge vaccinatiegraad tegen september te zorgen, wanneer het weer kouder wordt. Ondertussen wordt er in Europa echter bitter weinig verantwoordelijkheid genomen voor politiek falen.

 


Friday, January 29, 2021

On the erosion of the rule of law in the EU and its neighbourhood

Originally published on The European Post 

The launch this week of Transparency International’s annual corruption index highlights something that EU watchers cannot fail to have missed in the past year: across Eastern Europe, both members and neighbours of the EU have been backsliding when it comes to the rule of law. 

Whether it’s membership candidates like Bosnia, or well-established members of the EU like Hungary, the index charts a marked decline in standards.

Given recent developments in Poland and Hungary, this will not come as a surprise to even the most casual observer. For all the relative successes of the EU, it has failed to influence its Eastern European partners and neighbours and draw them in the right direction when it comes to the rule of law, even if these countries have benefited economically from the single market.  

At the end of last year, new Hungarian legislation was passed of which critics said that it was attempting to constrain opposition forces. A Hungarian law on foreign-funded NGOs was struck down by the EU’s top court last June. 

In Poland, a government-appointed chamber which was created in 2017 to sanction judges, is one of many controversial legal reforms. The European Commission thinks it “continues to take a grip on Polish judges and threatens their independence.” The ECJ has ordered Poland to suspend the chamber. 

Also media freedom in Poland and Hungary is a cause of concern. In Poland, state-controlled refiner PKN-Orlen has bought the ownership ofmost of the country’s regional newspapers, while a joint mission by several journalism bodies has concluded that “since 2010, the Hungarian government has systematically dismantled media independence, freedom and pluralism “.  

So far, the European Union has failed to do anything about this. Perhaps one should be careful to use the instruments that are in theory at the EU’s disposal, which including suspending voting rights in the Council of the EU and fundamentally, it may not be in the EU’s gift to change rule of law backsliding from the outside. 

However, one thing that the EU could do is not to financially fuel institutions that are vulnerable to corruption. Richard Sulík, who currently serves as Slovakia’s Economy Minister, once stated that “the more EU subsidies go to Slovakia, the more corruption there is”. 

There seems to some truth to that. Reports of government leaders in RomaniaHungary or the Czech Republic enriching themselves or their environment through EU funds have been abound. According to OLAF, the EU’s anti-fraud body, “the structural funds sector remains at the core of OLAF’s investigative activity”. 

Another EU body, the European Court of Auditors (ECA), has pointed outthat “cohesion policy represents one third of EU budget but accounts for nearly 40% of all reported fraud cases and almost three quarters of the total financial amounts involved in these cases”. In particular, it has criticized EU member states for not being effective enough to combat this, complaining that “in a significant proportion of cases OLAF closes with a recommendation to recover unduly paid EU money, either no such recovery takes place or the amount recovered is significantly lower than that recommended”. OLAF, on its turn, has also questioned the EU Commission’s statistics on fraud, noting that Hungary and Estonia have reported a lower level of EU funding irregularities than Belgium and the Netherlands, which they do not find credible given their lower ranking on international corruption indexes.

According to an analysis by Deutsche Welle, Hungary and Poland secured a “win” last December, when EU leaders agreed to delay implementation of the European Union’s so-called “Rule of Law Mechanism”, which is supposed to cut payouts of EU funds to member states violating the rule of law. 

Of course, it’s political science fiction that EU governments will ever seriously engage in condemning each other’s rule of law, also because the danger the employ a “double standard”. Spain’s tackling of Catalan nationalists has been often singled out as an example here, rightly or wrongly. The only way to prevent rule of law violations is to simply end large scale EU transfers. This may even benefit net receivers, counterintuitively. A 2016 study by the Centre for Economic Policy Research concluded that “EU structural funds [are] negatively correlated with regional growth” and “[do] not seem to contribute effectively to foster income convergence across regions.” 

Yet, with the EU’s “Next Generation” fund, meant to support EU countries suffering from the fall-out of Covid, EU member states with a bad “rule of law” track record are about to receive even more EU cash. 

Another example of the EU seemingly unable to seriously stand for its own values is its newly agreed “investment pact” with China. Of course doing business with China is a great idea, which not only benefits both sides but also does support the continuing emergence of a middle class in China, which ultimately is the best guarantee for a better protection of human rights. Then, the EU is not asking China to sign a ban on forced labor, an issue particularly problematic with the Uyghurs, before ratifying the investment deal, instead merely requesting a “calendar” for reforms. To attach all kinds of non-trade aspects to trade deals is a bad idea, as it would lead to never-ending discussions, but a ban on forced labour is such an obvious minimal condition to allow trade that it’s astonishing the EU did not obtain this.  

Also Turkey is still benefiting from EU cash. This despite the Turkish government tightening its control over civil society, whereby the interior ministry is able to stop the activities of NGOs under the pretext of vague terrorism charges. Again, it would be naive to think that the EU is able to stop the likes of Erdogan, but the EU could start with no longer hand over its cash to Turkey.

A similar issue is going on with Serbia, which only last year signed a deal with the EU to receive  138.5 million euro in “Pre-Accession Assistance”. This despite years of democratic backsliding.

Also EU hopeful Georgia, which just this past December reaffirmed its commitment to the membership process, has witnessed several notable lapses in standards. Voter intimidation, the politisation of business, undermining foreign investment through expropriations, and a lack of judicial independence continue to undermine its progress.

Also undermining of foreign investment is a concern in both EU member states and the EU’s neighbourhood. The EU has been accused of not doing much about Poland’s “repolonisation programme”, whereby private businesses would be pressured to sell their assets. It may not surprise then 

that few across the EU batted an eyelid when the Georgian government appointed a special manager to the foreign-owned internet company Caucasus Online, preventing it from paying its debts to Georgian banks and allowing the government to seize the company’s assets, while preventing its board and shareholders from challenging this decision in court. Never mind that this may amount to a violation of the EU-Georgia Association Agreement.

To sum up: in many cases, the EU has no powers to stop the rule of law from eroding within its borders, let alone in its neighbourhood. Nevertheless, the little it could do it often hasn’t been doing. The very minimal that we should expect from the EU, is at least a little bit of ambition. 

Thursday, January 28, 2021

Bepaalt de AstraZeneca-discussie het verder verloop van de Europese vaccinatiecampagne?

Oorspronkelijk gepubliceerd op BusinessAM


Elke dag wordt het duidelijker hoe slecht de vaccinatiecampagne tegen Covid in de EU verloopt in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en uiteraard Israel, dat nu reeds de helft van de bevolking inentte.  

Hier zijn verschillende verklaringen voor, en het is goed mogelijk dat er heel wat beterschap op komst is, maar dan zal dit in elk geval nauw samenhangen met één vaccin, dat van het Brits-Zweedse AstraZeneca. Dat is cruciaal is, althans volgens Duits parlementslid Karl Lauterbach, de gezondheidsexpert van de sociaaldemocratische coalitiepartner van Angela Merkel’s CDU-CSU, die stelt dat het “van het AstraZeneca vaccin [afhangt] of Duitsland het al dan niet goed zal doen” op vlak van de vaccinatiecampagne. 

AstraZeneca: 36 procent van de vaccins die de EU in mei verwacht

De AstraZeneca – vaccins maken zowat 36 procent uit van de dosissen vaccin die de EU in mei verwacht. Ook voor ons land is het belangrijk, omdat het een kwart uitmaakt van alle door België bestelde vaccins, en ook omdat het eenvoudigweg in de koelkast kan worden bewaard, en niet in de diepvries op min 70 graden, zoals met het Pfizer vaccin. 

Recent waren er productieproblemen bij de Belgische fabriek die mee AstraZeneca – vaccins produceert en specifiek verantwoordelijk is voor virale vectoren, wat er voor zorgt dat EU-lidstaten tegen einde maart geen 80 maar slechts 31 miljoen dosissen van het vaccin zouden krijgen.  Die problemen waren niet onverwacht, want reeds in juni was er twijfel of men wel genoeg geschikt personeel zou vinden om deze ongeziene operatie tot een goed einde te brengen. Men moet immers in een paar maanden klaarspelen waar men in andere omstandigheden enkele jaren tijd voor heeft. 

AstraZeneca werd hiervoor terechtgewezen door de Europese Unie, die ondertussen zelf onder vuur is gekomen voor haar aankooppolitiek van vaccins. Volgens de Europese Commissaris schond AstraZeneca het contract dat met de EU was gesloten. Ze wil dat het bedrijf voor het VK bestemde vaccins aan de EU levert.

Geen resultaatsverbintenis…

Pascal Soriot, de Franse ceo van AstraZeneca ontkent dat er sprake is van contractbreuk: “Het contract met het Verenigd Koninkrijk werd drie maanden voor het Europese contract getekend. Daardoor hadden we drie maanden extra om alle problemen in de productie op te lossen.” 

Volgens hem is er in het contract ook geen resultaatsverbintenis voor zijn bedrijf: “We verbonden ons tot niets. We zeiden alleen dat we ons uiterste best gingen doen. De reden waarom we dit zeiden, is dat Europa toen (bij de sluiting van het contract in augustus, red.) ongeveer op hetzelfde moment als het Verenigd Koninkrijk leveringen wilde krijgen, hoewel het contract drie maanden later getekend was. Daarom zeiden we: ‘Oké, we gaan ons best doen, we gaan het proberen, maar we kunnen ons contractueel niet verbinden omdat we drie maanden achterliggen op het Verenigd Koninkrijk.’” 

… enkel een inspanningsverbintenis

Het contract is niet openbaar gemaakt, maar in gelijkaardige contracten, met Curevac bijvoorbeeld, is enkel een inspanningsverbintenis voorzien. Het zou verbazing wekken als AstraZeneca zomaar openlijk zijn contractuele verbintenissen zou schenden. Verder lijkt het onwaarschijnlijk dat het bedrijf een resultaatsverbintenis zou hebben onderhandeld, gezien het feit dat al in juni duidelijk was dat de Belgische fabriek waarmee het bedrijf samenwerkt moeite zou hebben om het geplande tempo te volgen, onder meer door de moeilijkheid geschikt personeel te vinden.

Wat is er dan aan de hand? Zoekt de Europese Commissie een zondebok voor eigen falen, zoals sommigen suggereren, zeker nu nationale media harde kritiek op de EU geven? De supranationale bureaucratie stelde immers ook voor om zo snel mogelijk een register aan te leggen over het aantal vaccins tegen covid-19 dat vanuit de EU wordt uitgevoerd, een nauwelijks verhulde dreiging om de export van vaccins aan banden te leggen. Diezelfde Europese Commissie waarschuwde nochtans tot dusver steeds voor “vaccin-nationalisme” en beweerde enkele weken terug nog genoeg vaccins te hebben. 

Peter Liese, Europarlementslid voor de Duitse CDU, ging zelfs nog een stap verder, en dreigde openlijk met “het blokkeren van de uitvoer van BioNTech, het Pfizer vaccin, naar het Verenigd Koninkrijk, dat “beter twee keer nadenkt” – daarbij negerend dat AstraZeneca een privaat bedrijf is. 

België, het vaccinproducerende land bij uitstek

Alle partijen hebben er uiteraard belang bij dat dit in der minne wordt geregeld, maar als het contractueel is vastgelegd dat het VK recht heeft op vaccins die door AstraZeneca in de EU worden geproduceerd, moet dat worden gehonoreerd. Zeker voor ons land, dat zowat het vaccinproducerende land bij uitstek is, kan deze belangrijke economische sector schade oplopen door populistisch Europees vaccinprotectionisme.

In juni, kort nadat het VK een akkoord met AstraZeneca bereikte, stond het bedrijf ook dicht bij een akkoord met vier EU-lidstaten – Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië, die gezamenlijk onderhandelden. Op dat moment beval Angela Merkel echter, onder meer na protest van België, aan haar Minister van Volksgezondheid dat de Europese Commissie de verantwoordelijkheid voor die onderhandeling moet krijgen, en zo geschiedde. Toen duurde het echter nog tot augustus voor een akkoord werd bereikt met AstraZeneca.  

EU prioriteerde prijs boven snelheid

Volgens Politico Europe “prioritiseerde de Europese Unie de prijs van het vaccin over snelheid” en “verkreeg de EU wel [vaccins] aan de laagste prijzen ter wereld, maar aan welke kost?” 

Het is natuurlijk zo dat als alle EU-landen afzonderlijk hadden onderhandeld, er ook serieuze spanningen waren ontstaan, maar was het uiteindelijk wel zo verstandig om de Europese Commissie, een supranationale bureaucratie die maar al te vaak graag een eigen agenda volgt, verantwoordelijkheid te geven voor dit enorm belangrijke proces? Was het niet beter geweest dat de 27 lidstaten buiten de EU om een onderhandelingsteam hiervoor de opdracht gaven? De agressieve communicatie van de Europese Commissie, met een beschuldiging van contractbreuk door AstraZeneca, kan als extra argument dienen hiervoor. 

De zogenaamde “politisering” van de Europese Commissie

Dit is één van de gevolgen van de zogenaamde “politisering” van de Europese Commissie, een doelstelling die voormalig Commissievoorzitter Juncker openlijk steunde, al was de Commissie voordien natuurlijk ook wel politiek. Het probleem met een gepolitiseerde Commissie is dat zo’n instelling wel grote macht krijgt, maar tegelijk veel minder onder druk komt te staan van publieke opinie, de nationale pers en politieke backbenchers dan nationale regeringen. Er is wel een Europees Parlement, maar in de praktijk fungeert dit niet als controleorgaan op de Commissie, maar eerder als een motor die de Commissie net aanzet om nog meer geld uit te geven of nog meer macht te verwerven. 

Waar zijn de ‘dealmakers’?

Zo keurt het Europees Parlement steeds zonder morren de Europese uitgaven goed, ook al worden daarbij soms serieuze kanttekeningen geplaatst door de Europese Rekenkamer. De Europese Commissie bestaat uit niet-verkozen, benoemde ambtenaren, en is helemaal niet geschikt om grote beleidskeuzes te gaan maken. De optie nemen om voor een lage prijs eerder dan voor snelheid van levering van de vaccins te gaan, is er zo één. Technisch gezien was die keuze wel gedekt door de 27 regeringen, maar die laten de gepolitiseerde Europese Commissie nu natuurlijk maar al te graag de volle laag krijgen, wat moeilijker zou zijn geweest bij een technisch onderhandelingsteam aangesteld door de 27. De hoofdschuldigen van de politisering van de Europese Commissie zijn dus de nationale regeringen.

Laat ons nu echter vooral hopen dat de productieproblemen bij AstraZeneca snel worden verholpen en dat de vaccinatie in Europa dan voluit op gang kan komen. Bovenop de discussie over de productie komen nu Duitse twijfels over de vraag of het AstraZeneca vaccin wel helpt bij 65-plussers. Het probleem lijkt een gebrek aan data te zijn om hierover uitspraak te kunnen doen.

Meer nog dan wat in Europa gebeurt zijn de volgende weken cruciaal om te zien hoe de pandemie evolueert in vaccinatie-koploper Israel. Indien de huidige vaccins toch te weinig zouden aanslaan op de nieuwe varianten van het virussen, verwacht men daar dat de exit uit de pandemie niet in de komende maand, maar pas ten vroegste binnen een half jaar kan beginnen, gezien er dan nieuwe vaccins nodig zullen zijn.



How border closures halted Covid-19 in Finland

 Originally published by The Spectator


ack in April, I listed five measures governments can take to prevent the spread of Covid in order to prevent any need for economically devastating lockdowns, drawing on the experience of some Asian nations.

Four of the measures (test and trace, healthcare capacity, facemasks, and good communication about distancing) have all proven their worth, but the fifth may be the most important of all: imposing border checks in time.

That’s exactly what Taiwan did well. It has managed to keep its number of Covid cases down to just 842, with a population of nearly 24 million, by halting flights from China early on and implementing strict quarantine rules.

In Europe, border checks haven’t been as stringent, which may well have played a role in the emergence of a ‘second wave’ in fall 2020, with hospitalisation going up in all of Europe.

A notable exception though is Finland, which was able to avoid the second wave altogether, despite keeping its economy and society largely open.

Its method for success, along with Norway, was ‘a brief, targeted lockdown in March, followed by tight border controls with mandatory testing and quarantine for all travellers.’

Throughout 2020, Finland imposed the strictest criteria in Europe on foreign visitors. It banned citizens from high-incidence countries from coming into the country, with exceptions for essential reasons. Those entering the country were still forced to quarantine, for a period that could be shortened with negative tests results.

Finland only really allowed recreational travel with the rest of Europe for a few weeks in July, before border controls were reinstated for arrivals from Austria, Slovenia and Switzerland, because of a rise in the infection rates in these countries. The Finnish government then stepped up its travel restrictions throughout August. At the moment, a recreational trip to Finland is only allowed if you live in the Vatican, Australia, Rwanda, Singapore, Thailand, New Zealand or South Korea.

The UK – like many other European countries – has been much more lenient when it comes to border restrictions. It has allowed people to travel to countries on a ‘travel corridor’ list without facing quarantine on return.

Finland and Norway had a similar system, but they were much stricter when it came to judging countries ‘safe’. In early September, Norway categorised the whole of non-Scandinavian Europe as ‘red’ – meaning you had to quarantine on return. While in July, Finland went along with the EU’s recommendation to lift some border restrictions, but added extra conditions for travellers (related to each country's number of infected people per capita) beyond those required by the EU.

There have been no ‘quarantine hotels’ in Finland, and travel restrictions were not as strict as in Taiwan, but simply banning recreational travel from high-incidence countries, while requiring a negative test result from the few that still were allowed to visit, did go a long way.

Excess mortality’ was near zero in both Finland and Norway in 2020, which sharply contrasts with how Belgium (26 per cent more deaths than average), the UK (18 per cent) or even Sweden (12 per cent) fared in 2020. And Finland and Norway escaped the lockdowns imposed in those European countries with high excess mortality.

This indicates that it may have been possible to avoid subsequent lockdowns and a lot of deaths if only border restrictions had been imposed on time.

There hasn’t been much public opposition against the Finnish Covid measures, presumably because there hasn’t been a proper lockdown since Spring. Even back then, Finland’s lockdown was less severe than in much of Europe, with shops and public transport remaining open, and no curfews being put in place.

73 per cent of Finns say they are coping well with the current restrictions, which are more lenient than elsewhere in Europe. According to one – rather surprising – statistic, 23 per cent of Finns even claimed their lives had improved noticeably during lockdown, which according to the Finnish social psychologist Nelli Hankonen is due to the fact that ‘We're not very sociable and prefer to be alone’. The fact that Finnish bars and restaurants have been open non-stop since Spring may suggest otherwise.

Sweden has been a much touted example of ‘Corona freedom’, but according to the ‘Government Stringency Index’, Norway and Finland have actually been considerably more liberal during the pandemic, while avoiding Sweden’s relatively high death rates. It’s hard to escape the conclusion that this was thanks to strict border control.

There is a case to be made that Belgium, the Netherlands, Germany and France would have struggled to police their borders like Finland, but for the UK, as an island, this excuse cannot be used.

As a result, at the moment, when the whole of Europe is fearing or suffering from the ‘third wave’, Finns can enjoy a beer in a bar or meet each other – with some minimal restrictions – in restaurants.

As dreadful as harsh border measures may be in ordinary times, it’s hard to deny their effectiveness during a pandemic. Looking back at 2020, it seems fair to say the likes of Taiwan, Finland and Norway were right to double down on border checks in order to protect fundamental freedoms, social life, the economy and, most of all, public health.