Monday, March 25, 2019

Vijf jaar Commissie Juncker: The Good, the Bad and the Ugly

Publicatie voor de Nederlandse denktank Clingendael. Een kortere versie verscheen in Het Financieele Dagblad en op de nieuwssite Express

Version française: Express et Contrepoints 

Jean-Claude Juncker leidde de Europese Commissie gedurende vijf jaar, van 2014 tot 2019. De Luxemburger is een kleurrijk figuur, vol grappen en grollen. Te midden van speculatie over drankmisbruik en gezondheidsproblemen verklaarde hij in 2017 al geen nieuw mandaat te beogen. Tijd om de balans op te maken van wat hij en zijn Commissie de afgelopen vijf jaar hebben gepresteerd.


“The Good”:
De Commissie-Juncker kan mooie resultaten neerleggen op het vlak van het afsluiten van nieuwe handelsakkoorden. Meest prominent zijn de akkoorden met Canada en Japan. Dat laatste leidt zomaar even tot de grootste handelsruimte ooit. Het gaat dan wel niet altijd even orthodox om echte vrijhandel, aangezien allerlei standaarden worden vastgelegd die op hun beurt weer protectionistisch kunnen werken, maar het perfecte is de vijand van het goede. Juncker en vooral zijn Zweedse handelscommissaris Cecilia Malmström verdienen hier krediet voor. In het geval van Canada was er wel wat politieke weerstand, maar die werd overwonnen. Jammer genoeg was het niet mogelijk om tot een handelsakkoord met de Verenigde Staten te komen, maar de Amerikaanse President Trump had dat wellicht toch verhinderd. In de handelsspanningen met die laatste kende de Commissie-Juncker dan weer geen vlekkeloos parcours, onder meer door tegenmaatregelen te nemen, ten koste van[1] Europese consumenten en bovendien met het risico op escalatie. Niettemin koos de Commissie-Juncker uiteindelijk toch voor de strategie om de spanningen aan te grijpen als reden om de handelsgesprekken met de V.S. te hervatten, onder meer met voorstellen om de eigen invoertarieven te verlagen. Dit ondanks tegenstand van de zogenaamd “liberale” Franse President Macron.
Een ander beleidsdomein waar er verbetering merkbaar was onder de Commissie-Juncker, is de Europese begroting, die bijna 1.000 miljard euro bedraagt over zeven jaar. In 2017 was de Europese Rekenkamer immers bereid[2] om voor de eerste keer sinds 1994 – jawel, u leest het goed - goedkeuring te verlenen aan EU-uitgaven. Dit omdat "het geschatte foutenpercentage voor betalingen uit de EU-begroting de afgelopen jaren een voortdurende verbetering" vertoonde. De conclusie was dan ook dat de uitgaven "wettig en regelmatig" waren verlopen, weliswaar "met uitzondering van de betalingen ter vergoeding van kosten". Er blijven echter grote problemen. Zo werd slechts 2% van tussen 2009 en 2015 onterecht uitgekeerde EU-fondsen weer terugbetaald.
Dan hebben we het nog enkel over “foutieve” betalingen en niet over regelrechte fraude. Dat laatste is de bevoegdheid van het anti-fraudeagentschap van de EU, OLAF, een instelling die een controversiële[3] reputatie geniet. Zo moest de Juncker-Commissie in 2016 de immuniteit opheffen van OLAF-baas Giovanni Kessler, op vraag van de Belgische gerechtelijke autoriteiten, die een onderzoek waren gestart in het kader van een onderzoek naar “Dalligate”, een corruptiezaak. Het toont aan dat er wel nog wat werk aan de winkel is.
Ook een bescheiden stap vooruit is dat de Europese Commissie bereid is minder uit te geven aan landbouwbeleid en regionale fondsen na Brexit, al zou het tegendeel verbazen en willen Juncker & co dat de lidstaten niettemin wél meer bijdragen. Grootscheepse besparingen blijven dus uit den boze, hoe problematisch het ook is dat meer dan 70%[4] van de landbouwmiljarden naar eigenaars van landbouwgrond vloeien en dat de effecten van de Europese steunfondsen voor achtergestelde regio’s zeer te betwijfelen zijn – en zelfs in een onderzoek door Duitse onderzoekers in 2016 als negatief werden bestempeld. 

The Bad”:
De grote mislukking van Jean-Claude Juncker en zijn Commissie is natuurlijk het verlies van het Verenigd Koninkrijk als EU-lidstaat. In het VK maakte Premier David Cameron zijn ontslag al vroeg in de ochtend na het bekendmaken van het resultaat van het Brexit-referendum in 2016 bekend. Dat Juncker niet hetzelfde deed, is niet enkel te wijten aan het verschil in politieke cultuur. Het komt vooral door een geloof binnen de Europese instellingen dat hen helemaal niets te verwijten valt als het over Brexit gaat. Dat is een vreemde zaak. Brexit is deels het resultaat van het negeren van jarenlang Brits ongenoegen over concentratie van steeds meer macht en geld op EU-niveau. Juncker & co werkten
[5] Cameron ook eerder tegen bij zijn pogingen om de Europese Unie te hervormen tot een meer confederaal model, al was Cameron er zelf ook wel wat te gerust op.
Er is bijzonder weinig introspectie naar het waarom van Brexit binnen de Europese instellingen – al stelde Juncker wel een jaar na het referendum dat twee van de vijf[6] mogelijke opties voor de toekomst van de EU “minder EU” inhielden. Dat heeft veel te maken met de groeiende populariteit van meestal eurosceptische “anti-establishment” – partijen. In landen zoals België, Nederland en Oostenrijk namen mainstream-partijen een deel van de verzuchtingen van de “populisten” over. In Italië en Griekenland gebeurde dat niet en kwamen de populisten zelf aan de macht. De afgelopen vijf jaar koos de bevolking slechts in één van de zes nationale referenda met een EU-thema voor de optie die de Europese Commissie ook steunde. Met peilingen die aantoonden dat ook de bevolking op het Europese vasteland wil dat de EU minder bevoegdheden krijgt, zou men toch kunnen verwachten dat ook in Brussel het belletje zou gaan rinkelen.
In de Europese Commissie bleef het echter grotendeels bij vrijblijvende verklaringen over het belang van “subsidiariteit". Zo gaat het in de praktijk maar door over het schrappen van nationale veto’s op vlak van buitenlandbeleid en belastingheffing en zet de Commissie zich in voor Europese belastingen, van een zoveelste poging tot harmonisering van de grondslag van de nationale vennootschapsbelastingen tot voorstellen voor een EU-taks op plastic of een Europese 'digitaks' op internetreuzen. Dat laatste zet de relaties met de V.S. onder druk, zeker wanneer foute informatie wordt verspreid dat digitale bedrijven te weinig belastingen zouden betalen. Bovendien contrasteert het met de zogenaamde “Europe 2020” strategie die een “digitale interne markt” vooropstelt, temeer wanneer blijkt dat ook Europese bedrijven zwaar getroffen dreigen te worden.
Better regulation
Het falen van de subsidiariteitsagenda is goed zichtbaar bij het thema “betere regelgeving”, dat de bevoegdheid was van de Nederlandse EU-Commissaris Frans Timmermans. Hoewel ambitieus begonnen, vallen de resultaten toch maar mager uit.
Van 2014 tot 2018 publiceerde de Commissie-Juncker 370 wetgevende voorstellen[7]. Dat is weliswaar fors minder dan de 500 van haar voorganger, "Barroso II", maar tegelijkertijd niet enorm veel beter dan de 431 voorstellen die Barroso I de eerste vier jaar deed. Barroso II kwam met veel meer wetgeving op de proppen gegeven de financiële crisis van 2008. De regelzucht onder Juncker I consolideerde zich dus weer op het niveau van voor de reactie van de Commissie op de financiële crisis, die vrij hysterisch was, ook al omdat niet een gebrek aan regelgeving maar expansief monetair beleid aan de basis lag. Met andere woorden: Timmermans realiseerde allerminst een trendbreuk. Daarbij komt natuurlijk dat niet het aantal voorstellen maar wel de precieze impact van die voorstellen van belang is, zeker omdat naar verluidt het trucje werd gehanteerd om sommige voorstellen te bundelen om zo het aantal voorstellen beperkt te houden. Bovendien bekritiseerde een omvangrijk onderzoek [8] door het Impact Assessment Institute in 2017 dat veel Europese wetgeving nog steeds wordt uitgevaardigd zonder dat er een grondige studie is uitgevoerd naar de precieze impact ervan.
Het zou simplistisch en fout zijn om enkel Timmermans en Juncker ervoor verantwoordelijk te stellen dat de Europese regeldrift niet gestopt is. De controversiële auteursrechtrichtlijn is een goed voorbeeld. Los van de vraag of Juncker in dit dossier al te nauwe banden[9] had met Axel Springer, de grootste Europese uitgever en een belangrijke zakelijke concurrent van Google, dreigt de wetgeving volgens tegenstanders websites op te zadelen met dure copyright-filters, waarbij er ook het gevaar bestaat op schending van de privacy van gebruikers. Een heel aantal landen waren echter tegenstander van het wetgevend pakket. Nederland stuurde[10] samen met Italië, Polen, Finland en Luxemburg zelfs een gemeenschappelijk persbericht de wereld in waarbij het een “stap terug voor de digitale interne markt” wordt genoemd omdat de balans te veel doorslaat naar de bescherming van eigenaars van copyright. Het toont eens te meer aan dat enkel een herstel van nationale veto’s een effectieve garantie tegen overregulering kan bieden. Markten in de EU dienen dan maar open te worden gemaakt via het schrappen van protectionistische elementen in nationale wetgeving, of via het principe van “wederzijdse erkenning” van nationale regelgeving.
Los van de Europese regelgeving was er ook het zorgwekkende precedent dat de Commissie-Juncker zich sterk inzette voor het beperken van het vrij verkeer van werknemers. De nieuwe Europese detacheringsrichtlijn, een voorstel van de Belgische Eurocommissaris Marianne Thyssen, was hier voor verantwoordelijk. De nieuwe regels voorzien dat bedrijven die tijdelijk personeel uit andere EU-lidstaten tewerkstellen - 'detacheren' - dat voortaan maar voor een beperkte periode van 12 tot 18 maanden kunnen doen. Ironisch genoeg gebeurde dit ondanks de tegenstand door de regeringen van Centraal- en Oost-Europa, vaak als “anti-Europees” voorgesteld omdat ze – deels terecht – vanuit Brussel onder vuur liggen voor hervormingen op vlak van de rechtsstaat. Sociale zekerheidsbijdragen zullen echter nog steeds in het land van oorsprong moeten worden betaald.
Het zijn net die hoge bijdragen die lokale bedrijven in landen als België of Frankrijk minder competitief maakten, maar die landen verkozen om het vrij verkeer van werknemers te beperken, in plaats van daar iets aan te doen. Jammer genoeg met de hulp van de Europese Commissie. De Commissie had Juncker’s voorkeur voor een EU die via “coalitions of the willing” vooruitgang maakt kunnen toepassen op het vrijmaken van de Europese dienstenmarkt, zoals we met Open Europe ook voorstelden[11]. Integendeel koos de Commissie voor meer hordes om actief te zijn op diezelfde interne markt die ze in het kader van Brexit steeds als excuus gebruikt om geen toegevingen te moeten doen aan het VK.
Er is echter hoop voor de toekomst: in februari 2019 stuurden[12] 17 EU-lidstaten een brief naar EU Raadsvoorzitter Donald Tusk waarbij ze – ingaand tegen Frankrijk, Italië en Duitsland - pleiten voor "het schrappen van de overblijvende obstakels voor arbeid en training", ook op vlak van "diensten" en de "wederzijds erkenning van professionele kwalificaties." De reden waarom de brief naar de Europese Raad en niet naar de Europese Commissie werd gestuurd is dat een gelijkaardige brief die een jaar geleden naar de Juncker-Commissie was gestuurd feitelijk zonder gevolg bleef.
De eurocrisis
Ook in het kader van de eurocrisis ging de Juncker-Commissie de mist in. Toen Griekenland alweer zwaar in de problemen kwam in 2015, ondanks het feit dat het land al twee pakketten miljardensteun had ontvangen, zette de Europese Commissie alle zeilen bij om het land in de eurozone te houden. Dit ondanks het feit dat er een momentum was om eindelijk eens een andere strategie dan geldtransfers te hanteren, ook al omdat de Europese Centrale Bank de kredietkraan gedeeltelijk had afgesloten voor de virtueel failliete Griekse banken, grotendeels eigendom van de Griekse overheid.
Samen met Frankrijk, dat zich vooral om zijn grootbanken bekommerde, verzette de Commissie zich tegen het idee van een tijdelijke gecontroleerde euro-exit[13], zoals dat door de Duitse Minister van Financiën Wolfgang Schäuble was verwoord[14]. Integendeel besliste de Duitse Kanselier Angela Merkel om toch maar weer een steunpakket van 86 miljard euro toe te kennen, ook al omdat de Griekse regering forse toegevingen deed.
Voor de derde keer dus kwam er een rondje geldtransfers dat vooral diende[15] voor Griekenland om een deel van zijn sowieso onhoudbare schuld terug te betalen aan de schuldeisers – op dat moment onder meer Europese noodfondsen die de schuld van grootbanken vier jaar eerder hadden overgenomen in ruil voor een gedeeltelijke afschrijving van de Griekse schuld. Bij de toekenning van het derde steunpakket aan Griekenland was de grote prioriteit om geen precedent te schapen dat de euro op het spel zou kunnen zetten. Men kan zich echter afvragen of de euro wel kan overleven door het steeds verder met schuld beladen van regeringen die al hopeloos in de schulden zitten. Griekenland kent sindsdien wel wat economische groei, maar de torenhoge staatsschuld blijft als een zwaard van Damocles boven het land hangen. Het hele kaartenhuisje wordt ondertussen rechtgehouden door steeds verdergaande acties van de Europese Centrale Bank ten koste van spaarders en Europese productiviteit, met steeds minder[16] effect op de economische groei.
"The Ugly":
Van minder groot economisch belang, maar wel zorgwekkend voor de steun van burgers aan de EU was de benoeming van Juncker’s kabinetschef, Martin Selmayr, tot secretaris-generaal van de Europese Commissie, wat zowat de machtigste interne functie binnen die instelling is. Volgens het Europees Parlement “kan” die benoeming “gezien worden als een soort van staatsgreep” en de Europese Ombudsman beschreef het als “een schending van Europees recht en de interne eigen regels van de Commissie”. Het voedt uiteraard geruchten dat Juncker sterk afhankelijk van Selmayr zou zijn als gevolg van diens vermeende “alcoholisme”. De man speelt in elk geval een hoofdrol in de Brexit-onderhandelingen, waar hij als hardliner de reeds stroeve onderhandelingen bemoeilijkt
[17]. Wellicht zullen vele Europeanen zich afvragen of dit allemaal wel normaal is in een internationale organisatie die rekenschap is verschuldigd aan de Europese democratieën. 
In 2014 verklaarde Jean-Claude Juncker, die zelfs niet was opgekomen bij de EP-verkiezingen in Luxemburg, dat zijn Europese Commissie zich “zeer politiek” zou gedragen. In de praktijk betekende dat niet veel goeds. Het innemen van allerlei wilde standpunten, zoals bijvoorbeeld zijn steun voor een “Europees leger”, leidde tot meer spanningen met het Verenigd Koninkrijk, dat samen met Hongarije al in de minderheid gestemd was bij de raadsbeslissing om Juncker te benoemen. Was de uitslag in het Brexit-referendum een jaar later dan zo onverwacht? Is het in de eerste plaats normaal dat een supranationale bureaucraat zo maar op eigen houtje grote politieke voorstellen gaat doen die lijnrecht ingaan tegen wat vele van de regeringen vinden? De Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, vindt van niet. Hij schreef onlangs in de Financial Times: “We hebben een minder politieke Commissie nodig. (…) Als hoeder van de verdragen, moet het de regels toepassen. Een Commissie die zich erop beroept politiek te zijn, ondermijnt haar eigen objectiviteit”.
Minder bekend is hoe ook het Europees concurrentiebeleid meer en meer gepolitiseerd raakt. Met name Europese Commissaris Margrethe Vestager stelde bij haar aantreden: “Ik vind het maar natuurlijk dat concurrentiebeleid politiek is”. Hoewel ze er aan toevoegde dat er bij de “uitvoering” “geen plaats voor politieke interventie is”, maakt de Commissie wel degelijk[18] sterke politieke keuzes wanneer ze beslist al dan niet actie te ondernemen.
Zo ging Vestager in tegen de Benelux en Ierland, die met grote ondernemingen “tax rulings” hadden afgesloten – al staken Europese rechters daar in het geval van België een stokje voor. De Italiaanse regering kon dan weer ongestoord banken financieel redden – ondanks de nieuwe regels op dat vlak- terwijl de “pro-Europese” Franse President Macron zowaar een scheepswerf mocht nationaliseren, om die te beschermen tegen een mogelijke Italiaanse overname. De Amerikaanse President gaf Vestager de bijnaam “tax lady”, terwijl de ceo van Apple, dat een miljardenfactuur van de EU kreeg, haar beleid “total political crap” noemde. Op zijn minst moet men vragen stellen bij haar enthousiasme om – veeleer kleinere- lidstaten te dwingen om gigantische retroactieve belastingen op te leggen aan – vaak Amerikaanse - ondernemingen die ter goeder trouw belastingfactuur waren overeengekomen met een regering. Zolang zulke akkoorden voor iedereen mogelijk zijn, moet het kunnen. Juridisch is het allemaal een grijze zone. Dit in tegenstelling tot openlijke schendingen van het verbod op staatssteun, waartegen de Commissie dan weer vaak niet optrad. In het verleden werd de Europese Commissie al beschuldigd[19] van willekeur in concurrentiebeleid, maar de afgelopen vijf jaar lijken in ieder geval geen stap in de goede richting.
Nabuurschapsbeleid
Ook de relatie met de Europese “buren” werd er niet beter op door de “politieke” Commissie. Dat was vaak de schuld van die buren, maar de EU is niet onschuldig. In het handelsconflict met de V.S. was het misschien wel de Amerikaanse President Trump die met de ellende is begonnen, maar de handelstarieven die als tegenreactie werden opgelegd kunnen een oplossing bemoeilijken en treffen Europese consumenten. Ook de sancties tegen Rusland hebben nog niet veel opgeleverd, hoe erg de acties van Poetin in Oekraïne ook waren. Zelfs de relatie met Zwitserland is onderkoeld. Omdat de Europese Commissie koste wat het kost wil dat het Europees Hof van Justitie inspraak krijgt in judiciële conflicten, kwam de EU met een ultimatum
[20] om dit te aanvaarden. Of een land afglijdt naar de dictatuur of net weer bijzonder succesvol economisch is, is ook geen graadmeter: zowel de relatie met Turkije als die met het economisch bloeiende Israel, wiens Premier de EU “vijandig” noemde, is sterk verslechterd. Er zal wel kritiek te geven zijn op vele acties van de Israëlische regering, maar mensenrechten blijken dan weer geen groot bezwaar in de Europese relatie met Egypte, evenwel zonder concrete resultaten op het vlak van migratiebeleid. Laat ons hopen dat de relatie met het VK dan op zijn minst positief verloopt, maar ook hier is er blijkbaar een kans dat de EU Martin Selmayr tot eerste EU-ambassadeur in het VK benoemt.
Last but not least was er uiteraard de reactie van de Commissie-Juncker op de grootste migratiecrisis op het Europees continent na de tweede Wereldoorlog. 2,5 miljoen migranten [21] kwamen de EU binnen op illegale wijze in 2015, 2016 en 2017. Uiteraard had de Europese Commissie hier maar beperkte controle over, omdat grensbewaking – terecht – een zaak van de lidstaten is. Niettemin probeerde de EU de crisis te gebruiken om eens te meer de eigen macht te vergroten. Ondanks Franse waarschuwingen zorgde de Commissie er samen met de Duitse regering-Merkel voor dat lidstaten in Centraal- en Oost-Europa in de minderheid werden gestemd op een uiterst gevoelig thema: migratie. Volgens de letter van de Europese beslissing zouden lidstaten verplicht asielzoekers moeten opvangen. Het is in de praktijk echter onmogelijk gebleken om mensen te verplichten in een bepaald Schengenland te blijven – gezien het gebrek aan grenscontroles. Ondertussen versterkte deze beslissing wel het eurosceptisme in Centraal-en Oost Europa. Daarbij werden heel wat inspanningen tenietgedaan om landen waar de rechtsstaat jammer genoeg minder sterk ingebed is in het kamp van Westerse democratieën te houden. Het gaat ook in tegen de strategie van de Europese Commissie om Hongarije via het zogenaamde artikel 7 in het gareel van de rechtstaat te doen lopen, want de Hongaarse Premier Orbán nam de migratiequota dankbaar aan om er een populistisch referendum over te organiseren.
Meer ten gronde faalde de Griekse Commissaris van migratiebeleid Dimitris Avramopoulos ook om opvangcentra voor migranten buiten de EU te onderhandelen. Ook over terugname-akkoorden met landen van herkomst van afgewezen asielzoekers hoorden we weinig tot niets. Nochtans besteedt de Europese Unie miljarden in Afrika. Asielprocedures aan de rand van de EU afhandelen zou er toe leiden dat nog weinigen geld zouden betalen aan smokkelmaffia om hun leven te wagen op een gammel bootje. België heeft een terugname-akkoord met Marokko, maar Griekenland niet. Zou het geen evidentie moeten zijn dat de Europese Unie landen dwingt om die akkoorden uit te breiden tot alle lidstaten? De chaos die mede het gevolg is van laks beleid werd ondertussen uitgebuit door terroristen. Uiteraard is het allemaal niet zo eenvoudig, maar de focus van de Commissie lag integendeel op meer middelen voor de Europese grenswacht Frontex, ook al moest het voor iedereen duidelijk zijn dat de chaotische influx niet door te weinig grenswachten kwam, maar wel door het feit dat er tot maart 2016 in Griekenland en tot 2018 in Italië een stimulans was om op irreguliere wijze de EU te betreden, omdat men de facto kon doorreizen zonder een asielaanvraag te hoeven stellen. Ook nog meer ontwikkelingshulp, “om de grondoorzaken aan te pakken”, was een populair voorgestelde oplossing. Het was de Europese Commissie blijkbaar volledig ontgaan dat hoe rijker men wordt, hoe meer realistisch de kans op – irreguliere – migratie wordt, nog los van het feit dat ontwikkelingshulp vaak meer kwaad dan goed heeft gedaan.
De Commissie-Juncker heeft een goede score op het vlak van internationale vrijhandel, en hier kan zeker de Zweedse handelscommissaris Cecilia Malmström prat op gaan, maar voor de rest waren het jammer genoeg vijf verloren jaren, met als dieptepunt het verlies van het Verenigd Koninkrijk als lidstaat. 
  • Washington Post, Whiskey sour: U.S. craft distillers say Trump trade war with Europe is killing export plans, 2 januari 2019
  • 2.Is the EU’s budget ‘signed off’ by auditors?, Fullfact.org, 2019
  • 3.Euractiv, The Kessler case should lead to a reform of OLAF, 20 juni 2016
  • 4.Politico, Europe needs to slash its budget to survive, Pieter Cleppe, 10 januari 2018
  • 5.The Times, Learn lessons from failed negotiation, 7 november 2016
  • 6.The Telegraph, Jean-Claude Juncker faces dissent over EU's 'five pathways to unity' survival blueprint after Brexit, 1 maart 2017
  • 7.Politico, Commission falls short on ‘less regulation’ promise, 23 oktober 2018
  • 8.Impact Assessment Institute, Final study - A year and a half of the Better Regulation Agenda:what happened? 30 januari 2017
  • 9.The Times, Anti Google lobby smooths Juncker’s way to top EU job, 22 juni 2014
  • 10.Joint statement on the Directive of the European Parliament and Council on copyright in the Digital Single Market, 20 februari 2019
  • 11.Open Europe, Kick-starting growth: How to reignite the EU’s single market in services and boost growth by €300bn, 8 mei 2013
  • 12.EUObserver, Finland spearheads EU plan for digital revolution, 28 februari 2019
  • 13.GreekReporter.com, Here’s Schäuble’s Grexit Plan Everybody Is Talking About; Full Document, 12 juli 2015
  • 14.Irish Times, Wolfgang Schäuble favours Grexit as Bundestag vote looms, 17 juli 2015
  • 15.CapX, Germany is not to blame for the Greek crisis, Pieter Cleppe, 10 juli 2015
  • 16.De Telegraaf, CPB: ’Geen aantoonbaar effect ECB-beleid’, 19 februari 2019
  • 17.The Spectator, Martin Selmayr is taking over the Brexit negotiations – and that’s bad news for Britain, Pieter Cleppe, 30 januari 2019
  • 18.Politico, The myth of the EU’s apolitical competition rule book, 8 augustus 2018
  • 19.The Economist, Unchained watchdog, 18 februari 2010
  • 20.Reuters, EU sends ultimatum to Switzerland on stock exchanges, 6 december 2018
  • 21.CapX, Could ‘refugee cities’ be the answer to the migrant crisis?, Pieter Cleppe, 20 juni 2018

Friday, March 22, 2019

The EU's mask of unity is finally cracking as member states scramble to avoid no-deal

Published by The Telegraph

For the first time since the start of Brexit negotiations, we could witness real divisions within the EU27 front. Apparently, German Angela Merkel even accused EU Council chairman Donald Tusk of lack of preparedness, as the discussions at last night’s summit were described as “feisty” by one diplomat.

It’s not all that surprising that the cracks are only starting to show now. Previously, there really wasn’t all that much for the EU27 to disagree upon, as they have been largely preoccupied with issues related to the divorce with the UK, not the future relationship.

It was easy to agree how much money to ask from Britain – as much as possible – and whether the rights of EU citizens in the UK should be protected – of course. The UK also generously agreed to a temporary “transition period”, during which it would hand over control of its trade policy to Brussels, in return for undisrupted market access. There’s nothing in all of that for the EU27 to disagree about.

But now EU27 leaders are at odds over how to respond to Theresa May's failure to pass her draft Withdrawal Agreement.

Apparently, France, Belgium and Spain are in the hawkish camp, while Germany, the Netherlands and most certainly Poland are in the dovish camp, with the latter having last night pushed for no date or conditions on extension.

Charles Michel, the caretaker Prime Minister of Belgium, which would be hit terribly by “no deal”, doubled down on French President Emmanuel Macron’s tough line that it may be better for the UK to “just leave”.

Macron folded, to the surprise of diplomats, dropping previous French demands for strict conditions on any decision, after he also declared that Britain should leave by April 11. No deal was taken off the table and now, the UK will still be able to choose between a deal, no deal, a long extension or revoking Article 50, if Parliament rejects the deal next week.

Macron backtracked after he had been countered by Merkel. She reportedly called a “no deal” Brexit irresponsible and would have also lashed out at Tusk, telling him not to interrupt her, stating: “even if you don’t need the UK, we [the EU] need them”. The mood is clearly getting a bit nervous on the EU27 side.

Importantly, Merkel also reminded Ireland of the difficulties of maintaining an open border with Northern Ireland in case of no deal and called upon EU Brexit negotiatior Michel Barnier to explore a fallback plan to uphold the Good Friday Agreement.

This cracking of EU unity offers a flavour of what may be to come. In any trade negotiation conducted by the EU, there is a protectionist camp and a non-protectionist camp, so we will a see real divisions when the big EU-UK trade negotiation begins. And no doubt in the case of a no deal,  EU countries will be falling over each other to limit the damage through bilateral deals. National agendas still trump EU unity in other words. We have just seen the first glimpses of that.

Thursday, March 14, 2019

Britain will have plenty of scope to cause trouble in Brussels after delay to Brexit

Published by The Telegraph

Auf Deutsch

The likes of EU Council President Donald Tusk and Irish Foreign Minister Simon Coveney have been doing their utmost to scare Brexiteers in Parliament into backing Theresa May's deal by raising the prospect of a very long extension of the UK's EU membership.

Apparently, Tusk has an extension of one year in mind, which puts him in agreement with EU Commission President Jean-Claude Juncker’s right-hand man, Martin Selmayr, and follows the strategy being outlined by Theresa May’s chief Brexit advisor Olly Robbins when he was overheard in a Brussels bar.

They might need to think twice before they make such an offer. It’s certainly worth considering what, precisely, a long extension would entail.

The first question is obviously whether the UK is obliged to hold European Parliament elections. The EU Treaty mandates that Members of the European Parliament are elected by "direct universal suffrage”, but different people hold different interpretations of what that means and to what extent acts of the European Parliament would no longer be legal in the absence of UK MEPs.

Jean-Claude Piris, the lawyer who wrote most of the recent EU Treaty updates, thinks the European Parliament should be able to continue to work, but "if there is a long extension, the UK would have to participate in May's elections".

Another issue is that the UK would still be around when the successor to Jean-Claude Juncker is decided. Five years ago, this was done at the end of June. Now, some are considering the possibility of letting Juncker’s Commission continue its work as a “caretaker” Commission until January.

The thinking goes that, hopefully, by then the UK will definitely have left and so a legally composed European Parliament, which would include MEPs from all member states, would be able to approve the new Commission.

This way of extending UK membership actually creates more headaches for the EU because there's no proper definition of what the Commission would be expected to do while it's still subject to “caretaker” status.

Extended British membership would also cause problems with regards to picking Juncker’s successor, as well as the successors to Tusk and EU “Foreign Minister” Federica Mogherini, which took place at the end of August last time round.

True, the UK was heavily outvoted in the decision to appoint Juncker when the only other opponent to his candidacy was Hungary. But if there are two or three serious contenders for any of these top roles this time around, the UK may well act as the powerbroker. How attractive is that prospect for the EU27?

If the UK government has any sense, after all, it will use its influence in those discussions as leverage in Brexit negotiations.

In the upcoming European Parliament elections, it’s unlikely that the eurosceptic anti-establishment parties that have emerged across the continent will be able to secure more than 200 out of the 705 seats, according to opinion polls.

Their influence will, however, result in less control for German Chancellor Angela Merkel’s centrist allies, which will have to share power, perhaps even with the greens.

If the UK dispatches a new legion of MEPs to Brussels and Strasbourg, which would no doubt include plenty of eurosceptics, the possibility of the parliament continuing with business as usual would shrink further.

Manfred Weber, whose bid to succeed Juncker has the support of the biggest parliamentary grouping, has also warned he’s concerned that if the UK took part in it, the European election campaign would be “hijacked by the British disaster”.

All this disruption will have a serious knock-on effect on the functioning of the EU. Already, according to Belgian Foreign Minister Didier Reynders, negotiations on the EU’s long term 2021-2027 budget “are very difficult". Members are desperately trying to reach agreement on how big it should be and how they can fill the gap left by the UK's departure.

Their plan was to try and sort this out in peace after the Parliament elections (which, of course, is also supposed to be after the UK has left). The UK being able to effect already difficult budget talks is not something the EU will be looking forward to.

Many forget that if the UK were to somehow stay in the EU after all, it would be a much more difficult partner than before. Legally, it would be “business as usual”, as the UK would keep all its opt-outs, but politically, no UK government would ignore the more than 17 million people that voted for Brexit and that would let their voice be heard.

Whether it would be about proposals for EU regulations, tax harmonisation or EU budget talks: the sound of the British “no” would be louder than ever before.

Thursday, March 07, 2019

Five reasons why Ireland should back a time-limited backstop

Published on CapX
The prospects of Theresa May’s Brexit deal have, for quite some time, depended on her government’s ability to amend or in some other way mitigate the so-called backstop set out in the Withdrawal Agreement. Yet, Ireland’s government may well hold firm. The arrangement, which is vociferously opposed by British Eurosceptics, involves the UK remaining under the EU’s customs regime until further notice to avoid customs checks at the Irish border.
Perhaps the UK Parliament will find it sufficient to make it more legally solid that the EU has a “best endeavours” obligation to negotiate an alternative to the backstop which reconciles the absence of a hard border in Ireland with an independent UK trade policy. It’s even possible that the UK government will ultimately sign up to a permanent customs union with the EU, though that would depend on Theresa May reaching out to Labour, which supports something along those lines.
It’s an issue which remains clouded in uncertainty, even at this late stage, and multiple hurdles remain. In Brussels, many realise Taoiseach Leo Varadkar has limited room to manoeuver on this domestically. Many in Ireland consider giving ground on the backstop as the gravest of Irish concessions.
However, there are at least five good reasons why it is in Ireland’s interest to agree to a time-limit to the backstop.
1. The UK effectively already has a “right to unilaterally recover trade powers”, so a time limit would not really be a concession  
The current draft Withdrawal Agreement requires the EU to act in good faith and not simply claim that any alternative to the backstop is insufficient to avoid a hard border in Ireland. Who, then, will decide whether this obligation has been violated? What people seem to forget, is that the UK will be a “third country” after Brexit, liberated from the legal regime of the European Union. The phrase “best endeavours” can be interpreted in many different ways. If relations between both sides have become so toxic that a trade deal replacing the backstop customs regime becomes impossible, it is highly unlikely the world’s fifth biggest economy would simply continue to outsource its trade policy to the EU. Britain could unilaterally declare it will start trading on WTO terms in 12 months’ time and ultimately there wouldn’t be much Ireland could do about it. So if Ireland now agrees to a time-limited backstop, it’s not really giving much away, as it hasn’t secured all that much in the first place.
2. Agreeing a time limit offers material gains to Ireland
Even if you do not accept that the UK could wriggle out of its Brexit commitments by simply referring to the “best endeavours” obligation – for example due to the importance of avoiding customs disruption – it remains the case that the benefits for Ireland of a Brexit deal being concluded now are much bigger.
The estimates of how a “no deal” would hit Ireland range from the IMF’s and Irish Central Bank’s four per cent of GDP to the whopping eight per cent forecast by Germany’s IFO institute, which estimates that the damage to Ireland’s economy would be three times as big as to the UK’s.
That’s before we come to the potential damage to the Northern Irish peace process. If Ireland and the UK decided to simply not enforce proper checks at the border, which is not all that unlikely, the EU would have to move the customs and single market checks to mainland Europe, creating “Irexit” in all but name.
But would Ireland agreeing to a time limit pave the way to a deal? The signs are promising that it would.
The DUP have declared that a time limit on the backstop “would be acceptable”, while Jacob Rees-Mogg, the head of the European Research Group of Tory Eurosceptics, has suggested something similar. With the probable abstention of Labour MPs disgruntled about their party’s commitment to a second referendum, the deal should pass the House of Commons. In summary: regardless of the vexed question of whether conceding to a time-limited backstop is a material Irish concession, avoiding a No Deal Brexit clearly has very significant benefits.

3. Setting a deadline forces the EU26 to make an effort to negotiate an alternative
Two kinds of checks need to happen at the Northern Irish border if the UK leaves without a deal: single market checks and customs checks. The Withdrawal Agreement includes a deadline of 1 January 2023, after which it will no longer be possible for the UK to remain in the single market as a non-EU member state. From that point on, single market checks become necessary at the border. There is no such deadline for customs checks. However, setting a time limit for the backstop would create such a deadline. It would be the fourth deadline, after 29 March 2019 and 1 July 2020, by which a decision is due on whether to extend the transition stage. If the current draft deal already has three deadlines, a fourth one surely can’t hurt all that much?
It’s important not to assume that the UK won’t demand its trade powers back at some point. The EU will be negotiating trade access to the UK, which won’t have any say. If the EU agrees a trade deal with, say, Russia, this means Russian companies would get access to the UK automatically, but the UK would need to ask Russia whether British companies can enjoy the same access to its market as EU companies. What’s more, EU trade negotiators would have difficulty telling potential trade partners the UK consumer market was on offer, while those trade partners would be able to hear British complaints about it, making them more hesitant to make concessions. So, the only realistic question is when the UK starts setting its own tariffs. A permanent EU-UK customs union falls firmly into the category of “unicorn”, as the ever-expanding Brexit lexicon would have it.
Ireland really holds the keys now. Were Varadkar to propose that the backstop be activated for a maximum of five years from 2023, it would mean the can being kicked all the way until 2028. This clearly reduces the chances that the UK would break out unilaterally — a scenario that would seriously damage Ireland’s economy. Agreeing such a time limit would also force the EU27 to focus on the deadline, something the Irish government would do well to bear in mind.
4. It’s in Ireland’s interest to keep good relations with the UK
It would be off if, in an effort to avoid a hard border and subsequent souring of Anglo-Irish relations, the Irish government refused a solution that simply kicks things into the long grass – itself a recognition of just how tricky a problem the border has become.
The backstop effectively gives Ireland a veto over when the UK can recover is trade powers. Is it so unreasonable for the UK to concede to being a “trade vassal” for a limited time, but request that it has control over how long that will be or that there is a firm deadline? From an Irish perspective, allowing a No Deal Brexit is like refusing to buy fire insurance, then leaving a cigar smouldering in the corner of the room.
Goodwill from both the UK but also from the EU26 will be needed to sort out the challenge of combining an independent UK trade policy with avoiding a hard border. The obvious compromise is for Northern Ireland to remain in the EU single market, but outside of the EU’s customs union, much like Norway. For this to be a realistic prospect, however, will probably mean waiting until the DUP is no longer propping up a Tory government, even if DUP founder Ian Paisley himself once said: “Our people may be British, but our cows are Irish.”
If the UK were to concede to regulatory checks in the Irish sea, it would mean that any good arriving in Northern Ireland from outside of the EU would have to comply with EU health and safety standards. If both Ireland and the UK decided not to implement overly strict customs checks, the risk would only be that some customs might not have been paid, something the UK could easily compensate the EU for. We’re talking about pocket change, given there is less trade between Northern Ireland and the Republic than with Great Britain. If Ireland refuses to give room on the backstop, it will be much harder to end with a similar fudge.
5. Ireland is not ready for no deal
The fact there is not yet a Brexit deal has already hit the Irish economy. Employment growth and SME investment have stalled. Varadkar himself has admitted the necessary extra customs staff won’t have been deployed by the end of March. There are major opposition questions surrounding preparation to upgrade port border inspection infrastructure and about the hiring of the necessary number of veterinary officials. Also Irish plans to request EU support to cope with No Deal have not gone anywhere yet. To remove any doubts about the level of Irish preparation, the country’s deputy prime minister Simon Coveney has stated: “I wouldn’t like to give the impression that we could easily manage a no-deal Brexit…It would put huge strain on the Irish economy.”
It would be a bit unfair to blame the Irish government for making only sketchy preparations for what was long considered a worst case scenario, rather than a likely one. One would hope that reason will prevail and the investments to prepare for No Deal turn out to be unnecessary. At the same time, all parties should do their utmost to avoid such an eventuality happening by accident.