Gepubliceerd op DDS
Terwijl
het conflict in Oekraïne voortwoekert, beslissen EU-lidstaten tot (niet
zoveel) strengere economische sancties tegen Rusland. De vraag die veel te weinig wordt gesteld, is of
die sancties de situatie wel zullen verbeteren. Een analyse aan de hand van de
volgende vier concrete vragen:
1.
Kan
het nog slechter gaan met Rusland dan nu?
2.
Is
het Westen in staat om Rusland en Oekraïne op de goede weg te helpen?
3.
Kan
het Westen er toe bijdragen dat de crisis nog verscherpt?
4.
Hoe
beschermt het Westen zich best tegen dit conflict?
1. Kan
het nog slechter gaan met Rusland dan nu?
Uiteraard.
Dat antwoord mag evident klinken, maar vele analisten gaan er impliciet uit dat
er echt geen slechtere alternatieven zijn voor het Poetin-regime. Dat Rusland
een autoritair regime heeft, is een understatement. Op dit moment is er volgens
de Duitse geheime dienst zelfs een machtsstrijd aan de gang tussen
Kremlin-hardliners en een deel van de zakenwereld. Niettemin is Poetin al bij
al nog gematigd, naar Russische maatstaven. Hij
geniet op dit moment steun van meer dan 80% van de Russen, het hoogste peil in zes jaar volgens
peilingen. Zelfs als de steun voor Poetin in realiteit heel wat minder groot zou
zijn, is het duidelijk dat er heel wat radicalere alternatieven zijn. Met één daarvan, de
ultranationalistische ideoloog Alexander Doegin koketteert Poetin weliswaar, wat misschien
één van de redenen is van het agressieve Russische beleid, zoals het inpalmen
van de Krim.
De reden
dat Poetin zo veel steun geniet voor zijn inmenging in Oekraïne heeft eerder te
maken met meer fundamentele factoren, zoals bijvoorbeeld het feit dat er een
Russische minderheid is. Oekraïne is immers een land dat velen in Rusland niet
als een echt land beschouwen. Dat Russen in landen zoals Letland op zijn
zachtst gezegd niet altijd gelijk worden behandeld, maakt het makkelijk
voor Poetin om zijn inmenging te rechtvaardigen. Eén van de eerste maatregelen van de nieuwe Oekraïnse regering
was om het Russisch, de moedertaal van zowat een kwart van de bevolking, niet
langer als regionale bestuurstaal toe te laten, een ongelooflijke PR-blunder.
De maatregel werd snel teruggeschroefd door interim-President Oleksandr
Turchynov. Onlangs verbood de Oekraïnse regering ook Russische films en de Communistische
Partij. Die laatste vertegenwoordigt 13%
van de stemmen, is voor decentralisatie van het land, geniet bovengemiddeld
steun in het Zuidoosten, waar de meeste Russen wonen, en heeft zich
uitgesproken tegen het militaire offensief van het Oekraïnse leger, dat net ook
werd bekritiseerd door de Amerikaanse mensenrechtenbeweging
Human Rights Watch, voor het doden van 16 burgers door middel van ongeleide
raketten.
Het was
dus te verwachten dat Poetin zich zou mengen, al begrijpen eurocraten zoals Europees
Commissievoorzitter José Manuel Barroso dat misschien niet. In de
onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord tussen de EU en Oekraïne, dwong de EU het verdeelde land om te
kiezen tussen Rusland en de EU. Barroso stelde in februari 2013: “Een land kan
niet terzelfdertijd lid zijn van een Douane-unie (verwijzend naar de Euraziatische Unie van Poetin) en van een
diepgaande gemeenschappelijke vrijhandelszone met de EU). Dit is het gevolg van
het algemene gebrek aan flexibiliteit dat de EU aan de dag legt in
zijn relaties met niet-EU-lidstaten, wat zeker een rol
heeft gespeeld in het verergeren van deze crisis. Een gelijkaardige
alles-of-niets-houding maakt ook dat de relaties met Turkije verzuren. De
Commissie had een mandaat voor handelsgesprekken met Oekraïne, maar gebruikte
dat eigenlijk om aan buitenlands beleid te doen, waarbij ze zomaar even Poetin
ging uitdagen, over de hoofden van de
lidstaten heen, die sindsdien de regie strak in handen houden en de
EU-vertegenwoordigster voor Buitenlands Beleid, Cathy Ashton en co, opzij
hebben gezet. De sterk verdeelde EU houdt zich best zo ver
mogelijk af van buitenlands beleid, zeker in de gevoelige relatie met Rusland,
waar er dus wel degelijk een risico van escalatie bestaat. Een "anonieme
bron dicht bij Poetin" vertelde de Financial Times dat de
monsterboete die Rusland deze week kreeg voor het nationaliseren van Yukos geen
probleem is want "er is een oorlog op komst in Europa... Denk je dat dit
uitmaakt?"
2. Is
het Westen in staat om Rusland en Oekraïne op de goede weg te helpen?
Op zijn
minst kan het Westen proberen om niets verkeerd te doen. Ondanks de fouten die
voor de crisis werden gemaakt door de EU, gaf het een mooi signaal door eenzijdig enkele handelsbarrières te slopen
voor producten uit Oekraïne. Dit tot grote woede
van de landbouwlobby’s in Brussel, trouwens, altijd voorstander om consumenten
of belastingbetalers op kosten te jagen.
Eenzijdige opening van grenzen is enkel een probleem voor zij
die denken dat handel drijven iets “kost”. Het tegendeel is over de eeuwen heen
bewezen. Sommige producenten met goede politieke connecties in afgeschermde
sectoren zullen dan natuurlijk wel meer concurrentie te verduren krijgen, maar
de consument geniet van lagere prijzen en meer keuzevrijheid, en dat is wat telt.
Samen
met de Duitse heropbouw was de opening die de Amerikaanse President
Richard Nixon naar China maakte wellicht het meest succesvolle voorbeeld van buitenlands beleid
in de 20ste eeuw. Zonder te wachten op de Chinese afschaffing van
protectionisme zoals de verplichting om “joint ventures” aan te gaan,
lieten de V.S. Chinese producten binnen. Nagenoeg een half miljard Chinezen werden uit de extreme
armoede getild in minder dan 40 jaar en Westerse consumenten genoten van lagere
prijzen. Dat laatste heeft ook de pil verguld van de vele fabriekssluitingen in
Westerse economieën die slechts deels het gevolg zijn van buitenlandse
concurrentie. Veeleer zijn het overdreven regelzucht en belastingdruk die
daarvoor verantwoordelijk zijn, waardoor er ook nog eens te weinig nieuwe
bedrijven bijkomen om de industrie die verdwijnt te vervangen.
Op lange
termijn is er dus maar één strategie die aantoonbaar werkt: het openen van de
grenzen voor handel. Dat Oekraïne zich wil losmaken van de Russische
invloedssfeer, is trouwens geen toeval, gezien het feit dat het land economisch
veel minder (voor 5%) afhankelijk is van natuurlijke rijkdommen
dan pakweg Kazachstan (32%). Een onafhankelijke kritische middenklasse ontstaat
immers enkel in landen waar het voor de regering moeilijk is om greep op de
economie te hebben, wat nooit het geval is wanneer het regime eenvoudigweg de
natuurlijke rijkdommen dient te controleren. In elk geval zou het regime in Oekraïne
elk protest makkelijk de mond kunnen snoeren indien het over meer natuurlijke
rijkdommen beschikte.
3. Kan het Westen er toe bijdragen dat de crisis
nog verscherpt?
Het
Westen kan dus de grenzen voor landen zoals Oekraïne en Rusland openen als het
op lange termijn er de middenklasse wil ondersteunen. Dat zou een zeer
bescheiden maar effectieve bijdrage zijn aan de situatie in samenlevingen waar
het buitenland eigenlijk niet veel vat op heeft.
Het is
echter ook perfect mogelijk om er voor te zorgen dan de crisis nog verscherpt. Er
bestaat namelijk een beleid dat keer op keer faalt, op die enkele keer na dat
het per ongeluk toch werkt, zoals een kapot horloge ook twee maal per dag
werkt: economische sancties.
·
Noord-Korea,
meer een openluchtgevangenis dan een land, zit nog steeds in het isolement.
Jarenlange sancties verhinderen een Chinees of
Vietnamees scenario, waarbij een geleidelijke liberalisering volgt, waar ook
het regime van profiteert, dankzij de opbrengsten van handel met het
buitenland.
·
Ook
in het geval van Iran en Libië onder Kadhafi verhinderden sancties steeds een echte toenadering tot
het Westen van deze twee landen, zonder dat ze beide regimes in eigen land
ondermijnden, integendeel. Dat is jammer want de “Perzische natie” is in de
regio een natuurlijker bondgenoot dan het nog minder seculiere Saoedi-Arabië en
Libië herbergt zowat de grootste oliereserves van Afrika. Toch moest de rede
het afleggen tegen een – begrijpelijke en terechte – afkeer voor de twee
regimes en de illusie dat het mogelijk is landen zonder welke democratische
traditie dan ook met blokkades en geweld te bekeren tot betere inzichten.
·
Sancties - en hun logische vervolg, oorlogen - tegen de Iraakse tiran Saddam
Hoessein zorgden ervoor dat wat ooit één van de meest seculiere landen in
Midden-Oosten was, nu tot een regelrechte moordkuil is verworden waar de “Islamitische Staat”, een groepering die nog
moordlustiger is dan Al Qaida, grote delen van het land controleert.
·
Dan
hebben we het natuurlijk nog niet gehad over Cuba. Het is eenvoudigweg bladverspilling om uit te leggen waarom het land
zou overspoeld zijn door Amerikaanse investeringen en kapitalisme na het
opheffen van de onzinnige boycot van het economisch en moreel bankroete
Castro-regime.
·
In Zuid-Afrika versterkten de sancties het Apartheidsregime,
dat de gelegenheid aangreep om zichzelf te verrijken via het opzetten van een bewapeningsagentschap om de sancties te ontwijken. De
sancties werden vanaf 1963 ingesteld, 30 jaar voor het Apartheidssysteem werd
afgeschaft. In Zimbabwe faalde de maatregel, ingevoerd in 2002, om de grimmige dictator
Robert Mugabe, een van de meest beruchte adepten van “Quantitative easing”, van
de macht te verdrijven. Volgens de Belgische ambassadeur in Zuid-Afrika, Johan
Maricou, worden de resterende sancties nu beter beëindigd. Hij stelt: "Ze werken contraproductief,
want het Zimbabwaanse regime gebruikt ze om alles wat verkeerd loopt in het
land uit te leggen".
·
Ook
in Birma duurde het meer dan 20 jaar voor
er schot in de zaak kwam, vooral omdat het land eenzijdig liberaliseringen
doorvoerde na binnenlandse protesten vanaf 2007. Geen band
met sancties te bespeuren.
Ondanks de vele mislukkingen van
het beleid van economische sancties staat het iedereen natuurlijk vrij om te
geloven dat het deze keer anders zal verlopen.
In een commentaarstuk voor economische sancties, kon The Economist - het blad dat in 1854 nog weerstand bood tegen zij die
oorlog stoken in de Krim- slechts enkele obscure succesvolle voorbeelden noemen,
onder meer hoe die Iran in de cyber-oorlog met de V.S. zou hebben gedwongen
om opnieuw rond de tafel te gaan zitten over diens nucleair programma. Dat het
sanctiebeleid hier de oorzaak is, is echter allesbehalve zeker en sowieso is er weinig
tot geen verbetering in de relatie met het Westen sinds 1979, toen de
Ayatollahs er aan de macht kwamen en de V.S. sancties instelden.
Volgens onderzoek door Gary Clyde Hufbauer, die alle
economische sancties sinds 1914 onder de loep nam, “werken” deze slechts in 34%
van de gevallen en slaagden ze er slechts in 20% van de
gevallen in om militaire actie te verhinderen. Naar verluidt zouden kleine,
zwakke, staten, er gevoeliger voor zijn en zouden sancties die diegene die ze
oplegt zwaar treffen ook minder succesvol zijn. Deze twee voorwaarden zijn
vervuld in het geval van Rusland, wat misschien tot nadenken bij sommigen kan
stemmen. Niets doen is soms inderdaad beter dan "iets doen", zeker als
je weet dat dit laatste de situatie enkel nog erger zou maken.
Toen
Poetin opnieuw President werd, was één van zijn doelstellingen de "nationalisering van de elite", waarbij zijn nabije kring
gedwongen werd om buitenlandse bezittingen te verkopen, om zo minder kwetsbaar
en loyaler te zijn in het geval van een confrontatie met het buitenland. Geen
van de vijf of zes voormalige KGB-gezellen in Poetin's "inner
circle" zouden dan ook nog buitenlandse bezittingen hebben.
Wie
gelooft dat de Russische oligarchen, de enigen die misschien toch
nog enige onafhankelijkheid zouden kunnen hebben ten opzichte van Poetin, hem
in toom zullen proberen te houden als ze toch geen "belangen" in het
Westen meer hebben? Volgens Marc Champion, het voormalige hoofd van de Wall
Street Journal in Brussel, “zou Rusland [in het geval er
serieuze sancties komen] weinig extra schade lijden indien het nog meer territorium
zou annexeren”. De Amerikaanse denktank Brookings Institution waarschuwt dat Poetin al sinds 2012 de
modernisering van de Russische economie aan het terugdraaien is en een soort
van autarkie wil bereiken, een proces dat hij zal versnellen naarmate er meer
sancties komen. Tony Brenton, de
voormalige Britse ambassadeur in Moskou, vat het mooi samen: "De druk op Westerse
regering om "iets te doen" is accuut geworden (…) Economische
sancties (...) zullen niet werken (...) In nukkige landen zoals Rusland
versterken sancties eenvoudigweg die krachten die vijandig ten opzichte van het
Westen staan." Of in de woorden van Vladimir Poetin zelf, in zijn biografie uit het
jaar 2000: “Drijf nooit een rat in een hoek”.
Daarbij
dient gezegd dat de sancties er natuurlijk wel in zouden slagen om de Russische
economie te schaden. Volgens Alexei Koedrin, die gedurende elf jaar Minister van Financiën onder
Poetin was, zou de Russische economie in zes weken tijd in elkaar kunnen storten als gevolg van
economische sancties. Ook de EU zou in de problemen komen. Zuid-Europese banken
hebben een grote blootstelling aan
Rusland. Het meest kwetsbaar is de Italiaanse bank Unicredit, wat wellicht ook
het standpunt van de Italiaanse regering verklaart. Van alle Europese landen exporteert Rusland echter het meest naar
Nederland (16% van de Russische export, vooral omdat Rotterdam de haven is die
Rusland gebruikt om zijn olie op de wereldmarkt te slijten, aangezien Rusland zelf geen
ijsvrije havens heeft). Recente cijfers tonen trouwens aan dat de Duitse
economie, de motor van het continent, nu reeds schade heeft opgelopen als
gevolg van de spanningen.
4. Hoe beschermt het
Westen zich best tegen dit conflict?
Het
antwoord op deze vraag hangt natuurlijk in de eerste plaats af in welke mate
dit een intern Oekraïens conflict is, of het om een Oekraïens-Russische oorlog
gaat, of er wel degelijk gevaar is voor uitbreiding naar Moldavië of zelfs de
Baltische staten, en in welke mate dit uiteindelijk de veiligheid en
stabiliteit in West-Europa bedreigt. Dit thema roept de vraag op of het wel
zo’n goed idee was om de Baltische staten in NAVO op te nemen, en waarom een
land zoals Finland helemaal niet zo happig is om NAVO-lid te worden, op de
geïsoleerde mening van de nieuwe euro-federalistische Eerste Minister Alexander
Stubb na, die onlangs moest toegeven dat sancties zijn land
economisch zouden treffen.
Het
noopt tot vergelijkingen tussen enerzijds Finland, dat een vrij neutrale,
stabiele verhouding heeft met Rusland, en anderzijds Polen en de Baltische
staten, die ondanks hun sterke energie-afhankelijkheid van Rusland aggressieve taal spreken, hopend dat hun
NAVO-lidmaatschap meer is dan een stukje papier. Dat laatste werd alvast tegengesproken
in een geheim gesprek van de Poolse Minister van
Buitenlandse zaken Radosław Sikorski. Hij zei: “De alliantie tussen Polen en de
V.S. is waardeloos (...) Het is eenvoudigweg schadelijk, want het creëert een
vals gevoel van veiligheid (...) Complete onzin. We gaan een conflict aan met
de Duitsers, de Russen, en we denken dat alles super is, omdat we de Amerikanen
een blow job (sic) geven. Losers, complete losers [,dat zijn we]".
Het is
goed dat al die vragen worden gesteld, want vroeg of laat barst het debat
hierover echt los. Een duidelijk antwoord geven is echter moeilijk, omdat het
er van afhangt hoe de publieke opinie in het Westen hierover denkt, en tot waar
het Westen zich dan wel uitstrekt.
Naar
mijn bescheiden mening is er in het huidige conflict op geen enkele manier
sprake van agressie tegen het Westen, zeker nu ook de V.S. stellen niet over bewijs te beschikken dat
Rusland direct achter de aanslag op het vliegtuig zat.
Een meerderheid van de bevolking in Duitsland en
Italië is tegen Oekraïens NAVO-lidmaatschap. Er is dus geen democratische steun
in West-Europa om het land met geweld bij te staan. In 2010 had nog 93% van de Oekraïners een overwegend
positief beeld van Rusland, wat nu wellicht wel anders zal zijn. Het is dus
bijzonder moeilijk om te argumenteren dat dit conflict tussen “broedervolkeren”
“onze oorlog” zou zijn. Een beleid van niet-interventie hoeft daarom geen naïef
pacifisme te zijn. Het is duidelijk dat dit conflict heel wat indirecte
gevolgen kan hebben voor Europa en de NAVO-landen, wat op zijn minst tot een
grote aandacht voor de efficiëntie van de defensie-uitgaven moet
leiden, maar nog duidelijker is dat elke interventie in het conflict extreem
riskant is.
Het
antwoord kan dus enkel liggen in diplomatie en het behouden van een effectief
defensie-apparaat. Dat is al ambitieus genoeg. Misschien kan de manier waarop
een land als Finland met Rusland omgaat lessen bieden. Dan heb ik het niet over
de zogenaamde “Finlandisering”, waarbij de Sovjetunie betrokken werd bij elke
belangrijke beslissing in Finland, maar het beleid na 1991. Sinds dan behoort Finland
duidelijk tot het Westen, maar onderhoudt het tegelijk goede zakelijke banden
met Rusland, niet in de illusie verkerend dat het in staat is om Rusland naar
zijn model te schapen, tenzij dan indirect via handel.
De
zogenaamde “Neo-conservatieven”, die het ideologisch kader bieden voor
economische sancties en militaire interventies, zijn eigenlijk hervormde trotskisten,
die hun naïeve geloof in gewelddadige overheidsinterventie van de (plan-)economie
naar het buitenlands beleid hebben verlegd. Na de rampzalige avonturen in Irak,
Afghanistan en Libië hebben ze nu een uitgelezen
opportuniteit om te zwijgen. Sancties en confrontatie zijn gevaarlijk. Het is
tijd voor realpolitik.
Uiteindelijk
moeten we vertrouwen op de volgende wijsheid: “Als goederen de grenzen niet
oversteken, doen legers dat”.
No comments:
Post a Comment