Gepubliceerd op Trends.be
Gisteren maakte Jeroen Dijsselbloem duidelijk wat één van de
belangrijkste elementen in het akkoord over Cyprus is: banken kunnen omvallen.
Ook grootbanken. Hij suggereerde
dat het akkoord een model van aanpak is, en stelde dat in het geval een bank in
de problemen komt, “dan gaan we spreken met de aandeelhouders en de
obligatiehouders, we vragen hun bij te dragen in de herkapitalisatie van de
bank, en als het nodig is [vragen we dat ook aan] de niet-verzekerde
depositohouders [die meer dan 100.000 euro op de rekening hebben staan].”
Dijsselbloem nuanceerde zijn uitspraken nadien, maar sowieso
is met het akkoord over Cyprus een taboe doorbroken dat hardnekkig woekert sinds
het uitbreken van de eurocrisis: dat een grootbank niet zou mogen omvallen. In
Cyprus komt er een regelrechte ontmanteling van Laiki-Bank, de tweede grootste
bank van het land. Zij die er meer dan 100.000 euro op een rekening hebben
staan, riskeren zowat alles te verliezen boven dat bedrag. Dit zou
4,2 miljard euro moeten opbrengen. De rest van de schade, die onder meer
voortvloeit uit onbezonnen leningen aan de Griekse Staat, wordt overgedragen op
die andere grote Cypriotische bank, Bank of Cyprus, waar de grote spaarders "ongeveer
30 procent" zouden verliezen. In totaal moet Cyprus zo 5,8 miljard euro vinden
in de financiële sector. Daarbovenop krijgt het een lening van 10 miljard euro
van belastingbetalers in andere landen, verstrekt via het Europees
Stabiliteitsmechanisme (ESM) en het IMF. Als gevolg van de herstructurering in de
bankensector, kan de Cypriotische economie dit jaar met 5 tot 10
procent krimpen, stellen we met Open Europe, wat de staatsschuld relatief nog
vergroot en zo tot 148% van het BBP kan doen klimmen. Stabiel is anders.
Er komen bovendien beperkingen op het vrij verkeer van
kapitaal vanuit Cyprus. Op zich is dit illegaal, tenzij ze tijdelijk zijn. In
het geval van Ijsland zijn ze er nog steeds dus zal het voor Cyprus anders
zijn? Het doet alleszins de vraag rijzen of een euro in Cyprus dan wel nog
dezelfde waarde heeft als een euro elders, gezien de beperkingen op wat men met
het geld kan doen.
Het is allemaal vrij onvermijdelijk: de Duitse verkiezingen
komen er aan binnen een half jaar. Niet echt een goede timing voor een
“belastingparadijs” waar veel rijke - en ook minder rijke - Russen hun vermogen
onderbrengen om hulp te vragen aan het grootste land binnen de eurozone. Aan de
ene kant wil Angela Merkel ten allen prijze economische onzekerheid vermijden, maar
aan de andere kant kan ze ook niet zomaar zonder enige voorwaarde miljardensteun
toekennen. De prijs die Cyprus betaalt is dat het zijn bankensysteem, het hart
van zijn economie, moet amputeren.
In de zomer van 2011 leidde een soortgelijke ingrijpende
beslissing tot een domino – effect binnen de eurozone. De Europese leiders beslisten
in juli 2011 immers dat aan investeerders in Grieks overheidspapier gevraagd
zou worden om een “vrijwillig” verlies te nemen op hun investeringen. Als
gevolg daarvan trokken investeerders hun geld terug uit Italië en Spanje. De
intrestvoeten die beide landen moesten betalen om zich te herfinancieren schoten
de hoogte in, de ECB reageerde door hun staatspapier op te kopen en schreef
brieven aan Italië met beleidsinstructies die onmiskenbaar de voorwaarden voor
de ECB – steun duidelijk maakten. Het leidde tot het aftreden van Silvio Berlusconi,
die werd vervangen door voormalig Eurocommissaris Mario Monti, die op het
verhogen van belastingen na niet veel bereikte en de verkiezen dit jaar met
glans verloor. De ECB slaagde er met 1 miljard euro aan LTRO – leningen aan
grootbanken in december 2011 en februari 2012 niet in om de situatie te
kalmeren. Dat gebeurde slechts als gevolg van de – loutere- belofte van ECB –
voorzitter Mario Draghi in September 2012 dat de ECB landen in de problemen zou
helpen via een nieuw ondersteuningsprogramma, genaamd “Outright Monetary
Transactions” (OMT). Zonder ook maar een euro uit te geven wist Draghi daardoor
de markten te kalmeren. Hij weet echter zeer goed dat zijn belofte vroeg of
laat wordt getest. Als een land zoals Italië dan OMT-steun wil ontvangen, moet
onder meer het Duitse parlement zijn instemming geven. Met de rug tegen de muur
komt die er dan wel, maar het zal koren
op de molen zijn van de Duitse tegenstanders van de eenheidsmunt. Zeker met de nieuwe
cijfers
van de Bundesbank
in het achterhoofd dat het private mediaan-vermogen van de Italianen maar
liefst drie keer zo hoog zou zijn als dat van de Duitsers.
Cyprus zal ondertussen wel overeind worden gehouden dankzij
het systeem van “Emergency Liquidity
Assistance” (ELA),
waarbij de ECB toelaat aan de Cypriotische Centrale Bank om zelf euro’s te
lenen aan Cypriotische banken. Het is een beproefde strategie om ver weg van
nationale parlementen financiële noodsteun te organiseren, ook voor Griekenland.
Want ook al zijn het de Cypriotische Centrale Bank en Staat die uiteindelijk
voor eventuele ELA-verliezen moeten opdraaien, is het toch de Europese
belastingbetaler die die laatsten boven water houdt. Laiki-Bank heeft zo 9
miljard euro aan dergelijke leningen openstaan die nu worden overgenomen
door Bank of Cyprus. Maar men zal dus lustig daarmee voortdoen.
Naar schattingen de
helft van wat op rekeningen van Zuid-Europese banken staat is niet gedekt
door de – zogenaamd
- Europese garantie van spaartegoeden tot 100.000 euro, die na het debacle van
verleden week nu opeens wel rotsvast zou
zijn. Wat zullen de eigenaars van dat geld nu doen? Komt er een nieuwe
transfer van kapitaal uit Zuid-Europa op gang? Het zou de veelgeplaagde
Zuid-Europese bankensector nog dieper in de problemen duwen. Ondertussen zijn er al nieuwe
geruchten
te horen over een mogelijke derde ronde van gigantische LTRO - noodleningen aan
banken. De moedige maatregel om een bank te laten falen zou op die manier
onmiddellijk al weer worden gecompenseerd door een zoveelste riskante
interventie van de ECB.
Cyprus en bij uitbreiding de rest van Zuid-Europa zitten hoe
dan ook nog steeds met een overgewaardeerde munt en schuldenberg die de zo
noodzakelijke economische groei verhinderen. Alternatieven voor noodleningen en
verkapte fiscale transfers, het recept dat nu reeds sinds 2010 faalt, werden
tot voor dit weekend nog niet overwogen. Nu men bereid is banken overkop te
laten gaan, riskeert men besmetting. Toch is het nodig door te bijten. Ook
andere taboe’s moeten sneuvelen. Schulden die toch nooit zullen worden
terugbetaald moeten worden afgeschreven, en ook banken in Noord-Europa zullen daarom
moeten delen in de pijn. Zuid-Europese landen, inclusief Frankrijk, moeten hun
concurrentiekracht herstellen door de arbeidsmarkt, lonen en prijzen te
liberaliseren en te snijden in de overheidsuitgaven. Als dat niet lukt,
herbekijken we best ook het taboe dat rust op het bijeenhouden van de
eenheidsmunt.