Gepubliceerd op DDS
Deze week keurde
het Europees Parlement de EU – begroting voor 2013 goed. Het keurde ook de
uitgave van een extra 6,1 miljard euro goed om een gat te dichten in de
begroting van 2012. Als gevolg daarvan mag de Europese Unie in 2013 132,7
miljard euro uitgeven. Dat is een stijging van 2,9 procent in vergelijking met
2012, waartegen niet enkel Nederland, maar ook Groot-Britanië, Oostenrijk en
Zweden stemden
in de Europese Raad. Tevergeefs, want een meerderheid van lidstaten steunt de
stijging.
De Nederlandse Minister
van Financiën, Jeroen Dijsselbloem, motiveerde
het standpunt van de Nederlandse regering als volgt: “Nederland en veel andere
Europese landen moeten ingrijpende maatregelen nemen. Dan is het niet uit te
leggen, en wil ik niet uitleggen, dat in Europa het budget verder zou stijgen”.
Op argumenten dat programma’s zoals Erasmus dan wel eens in de problemen kunnen
komen, antwoordde hij dat de Europese Commissie dan maar aan “herprioritering”
moet doen.
Gezond verstand. Dijsselbloem
zou er in Nederland niet makkelijk mee wegkomen als hij iets anders zou
beweren.
Toch werd het
standpunt van de Nederlandse regering
niet gevolgd door de politici in het Europees Parlement die deel uitmaken van
de coalitiepartijen VVD en de PvdA. In dit document
(pagina 11, stemming nummer 4) kunnen
we zien dat de Europese verkozenen van zowel de VVD (Hans van Baalen, Toine Manders
en Jan Mulder) als van de PvdA (Thijs Berman, Emine Bozkurt en Judith Merkies)
voor meer geld naar de EU stemden. Bizar.
De begroting van de EU
is niets meer of minder dan een lopend schandaal. Vooreerst zou de Europese Unie
helemaal geen grote sommen geld moeten uitgeven om de goede aspecten van het
Europese project (vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen) te
realiseren. Een beetje bureaucratie in Brussel en een rechtbank in Luxemburg
volstaan daarvoor. Het overgrote deel van de Europese begroting wordt echter
besteed aan zaken die niets te maken hebben met dat vrij verkeer.
Rond de 40 procent of
zo’n 55 miljard euro per jaar wordt nog steeds besteed aan de landbouwsector,
niet voor “voedselzekerheid”, maar voor een groot deel aan landeigenaars.
Daardoor is de Britse Koningin één van de grote slokops, maar ook grootbanken
zoals KBC verdienen er fors aan. Een
bescheiden hervorming om de fondsen voortaan enkel toe te kennen aan boeren die
bepaalde beleidsdoelstellingen, bijvoorbeeld op vlak van milieu, zouden
bereiken, zou volgens Open Europe 24 miljard euro kunnen opleveren.
De tweede grote
uitgavenpost, de steun aan armere Europese regio’s, is zo mogelijk nog een
grotere mislukking. De grote doelstelling, om armere regio’s te laten bijbenen,
werd niet gerealiseerd, en bovendien is er ook vaak voorkomende fraude en verspilling mee
gemoeid. De Italiaanse maffia zou in één geval zo maar even 388 miljoen euro hebben
gestolen. 2
miljard euro aan regionale fondsen werden in 2011 op een verkeerde manier
uitgegeven, aldus de Europese Rekenkamer, die nu reeds 18 jaar op rij weigert
om de EU boekhouding goed te keuren. 40 procent van het geld van de zogenaamde
“structuurfondsen” gaat dan nog eens naar de rijke lidstaten, wat volgends de
Europese Commissie zelf een “aanzienlijke administratie kost en
opportuniteitskost” met zich meebrengt. Met Open Europe stellen
we dan ook voor om het geld voortaan enkel te gebruiken voor armere EU
lidstaten. Rijkere landen zouden voortaan zelf zorg moeten dragen voor hun armere
regio’s, wat een totale kostenbesparing van 20 miljard euro zou opleveren, maar
uiteraard jobs in bijvoorbeeld de Europese instellingen zou doen sneuvelen.
Andere
mogelijke wegen om geld te besparen zijn: het schrappen van het maandelijkse
verplaatsings-circus naar Straatsburg door het Europees Parlement (180 miljoen
euro), het schrappen van Europese Agentschappen die dubbel werk leveren - zo
zijn er twee bevoegd voor mensenrechten en een stuk of vier voor arbeidsmarkt –
(431 miljoen) en het verminderen met minstens 20 procent van de lonen en financiële
voordelen van Europarlementsleden (zie hier,
pagina 17).
De kost van dat laatste steeg met 77,5 procent
sinds 2005, aangezien het een verantwoordelijkheid van de EU werd in 2009, en
kost 190 miljoen euro per jaar. Dat betekent dat elk van de 753 Europese
Parlementsleden zo maar even 250.000 euro kost per jaar. Exclusief pensioenrechten.
In 2009 kenden de Europarlementsleden zichzelf een loonsverhoging van 3,7
procent toe.
Tot slot zijn er ook nog de excessieve lonen
van Europese ambtenaren: Inge Grassle, een Duitse CDU-verkozene, bemachtigde
cijfers die zouden aantonen
dat een vierde van alle ambtenaren van de Europese Commissie maar liefst meer dan
10.000 euro per maand verdienen, met alle voordelen in rekening. Dit cijfer
valt te verklaren door de hoge lonen van zij die er reeds werkzaam waren voor
2004, toen alles er nog wat genereuser aan toeging. Het lijkt alleszins tijd om
ook hier nog eens een forse correctie door te voeren.
Is het dan een gebrek
aan moed of door groepsdruk dat de Nederlandse europarlementsleden op deze manier
stemmen? Het excuus zal wel zijn dat men lopende programma’s toch niet in gevaar
kan brengen, en dat van Baalen en co wel tegen de Meerjarenbegroting 2014-2020
zullen stemmen, die nu nog wordt onderhandeld. Laten we dat alvast hopen. De
komende maanden zijn daarvoor cruciaal. Als het een troost mag zijn: ook de
meeste europarlementsleden van de Oostenrijkse, Zweedse en Britse
regeringspartijen (enkel de Lib Dems) lieten hun regering in de steek en stemden
voor meer geld voor de EU in 2013. Onderzoek toonde aan dat in het Europees
Parlement, Christendemocraten, sociaal-democraten, liberalen en groenen in 90 procent van de
gevallen op identiek dezelfde wijze stemden.
Misschien kan het tot
denken aanzetten, wanneer iemand nog eens beweert dat het Europees Parlement
democratisch legitiem zou zijn omdat het rechtstreeks verkozen is.